Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CJ0392

    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 1 februari 2017.
    Europese Commissie tegen Hongarije.
    Niet-nakoming – Artikel 49 VWEU – Vrijheid van vestiging – Notarissen – Nationaliteitsvereiste – Artikel 51 VWEU – Deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag.
    Zaak C-392/15.

    Court reports – general

    Zaak C‑392/15

    Europese Commissie

    tegen

    Hongarije

    „Niet-nakoming - Artikel 49 VWEU - Vrijheid van vestiging - Notarissen - Nationaliteitsvereiste - Artikel 51 VWEU - Deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 1 februari 2017

    1. Vrijheid van vestiging–Uitzonderingen–Werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag–Begrip–Werkzaamheden die een rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag vormen

      (Art. 51, eerste alinea, VWEU)

    2. Vrijheid van vestiging–Uitzonderingen–Werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag–Werkzaamheden van de notaris–Daarvan uitgesloten–Nationaliteitsvereiste voor de toegang tot het beroep van notaris–Ontoelaatbaarheid

      (Art. 49 VWEU en 51, eerste alinea, VWEU)

    1.  Zie de tekst van de beslissing.

      (zie punten 105‑108)

    2.  Een lidstaat waarvan de regeling een nationaliteitsvoorwaarde stelt voor de toegang tot het beroep van notaris, komt de krachtens artikel 49 VWEU op hem rustende verplichtingen niet na wanneer met de werkzaamheden waarmee de notarissen in de rechtsorde van deze lidstaat zijn belast, geen openbaar gezag in de zin van artikel 51, eerste alinea, VWEU wordt uitgeoefend.

      Wat in de eerste plaats het afgeven van betalingsbevelen betreft, staat immers vast dat deze bevoegdheid van de notaris, die uitsluitend op de wilsovereenstemming tussen de schuldeiser en de schuldenaar en de bevoegdheden van de rechter onverlet laat wanneer een akkoord tussen beiden over het bestaan van de schuldvordering ontbreekt, geen rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt.

      In de tweede plaats worden de taken die op successiegebied aan de notaris zijn toevertrouwd, op basis van consensus verricht en laten zij de bevoegdheden van de rechter in geval van onenigheid tussen de partijen onverlet, zodat die taken evenmin als zodanig een rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden.

      In de derde plaats houden de werkzaamheden van de notaris op het gebied van het notariële depot geen uitoefening van beslissingsbevoegdheid in, aangezien de notaris alleen hoeft na te gaan of aan de wettelijke voorwaarden is voldaan.

      In de vierde plaats houdt de authenticatietaak van de notaris als zodanig geen rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag in de zin van artikel 51, eerste alinea, VWEU in, aangezien voor het optreden van de notaris is vereist dat de partijen vooraf hun instemming hebben verleend of tot wilsovereenstemming zijn gekomen. De uitvoerbaarheid van de authentieke akte houdt evenmin in dat de notaris bevoegdheden heeft die een rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden, aangezien zij berust op de wil van de partijen om een akte te laten verlijden of een overeenkomst te sluiten nadat de notaris de overeenstemming daarvan met de wet heeft gecontroleerd, en om aan die akte of overeenkomst uitvoerbaarheid te verlenen.

      In de vijfde plaats vormen de bevoegdheid van de notaris op het gebied van de voorafgaande bewijsvergaring en de bevoegdheid voor het aanstellen van een gerechtsdeskundige ondersteunende of voorbereidende activiteiten bij de uitoefening van het openbaar gezag.

      In de zesde plaats houdt de bevoegdheid van de notaris om verloren, gestolen of vernietigde verhandelbare effecten nietig te verklaren, geen uitoefening van een beslissingsbevoegdheid in, aangezien zij niet inhoudt dat de rechtsverhouding die aan het effect ten grondslag ligt, nietig wordt verklaard in civielrechtelijke zin, maar alleen de mogelijkheid creëert om een nieuw effect uit te geven, dat het vorige vervangt.

      Ten slotte berust de bevoegdheid van de notaris ter zake van de ontbinding van een geregistreerd partnerschap uitsluitend op de wil van de partijen en laat zij de bevoegdheden van de rechter onverlet laat wanneer een akkoord tussen de partijen ontbreekt, zodat zij geen rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt. Wat de inschrijving van informatie in het register van partnerschapsverklaringen, het nationale register van huwelijksovereenkomsten en het nationale register van samenlevingsovereenkomsten betreft, heeft het Hof al geoordeeld dat werkzaamheden die te maken hebben met publiciteitsmaatregelen voor akten, geen rechtstreekse en specifieke deelneming van de notaris aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden.

      (zie punten 111, 116, 118‑120, 125, 130‑132, 135, 136, 140, 143 en dictum)

    Top