Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CJ0161

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 17 maart 2016.
Abdelhafid Bensada Benallal tegen Belgische Staat.
Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2004/38/EG – Besluit tot intrekking van een verblijfsvergunning – Beginsel van eerbiediging van de rechten van de verdediging – Recht om te worden gehoord – Procedurele autonomie van de lidstaten – Ontvankelijkheid van cassatiemiddelen – Middel van openbare orde.
Zaak C-161/15.

Court reports – general

Zaak C‑161/15

Abdelhafid Bensada Benallal

tegen

Belgische Staat

[verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (België)]

„Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 2004/38/EG — Besluit tot intrekking van een verblijfsvergunning — Beginsel van eerbiediging van de rechten van de verdediging — Recht om te worden gehoord — Procedurele autonomie van de lidstaten — Ontvankelijkheid van cassatiemiddelen — Middel van openbare orde”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 17 maart 2016

  1. Recht van de Europese Unie – Rechtstreekse werking – Individuele rechten – Bescherming door de nationale rechterlijke instanties – Beroep in rechte – Beginsel van procedurele autonomie – Grenzen – Nationale regeling op grond waarvan een middel inzake schending van het recht te worden gehoord dat voor het eerst wordt aangevoerd bij de cassatierechter, slechts ontvankelijk is indien het van openbare orde is – Toelaatbaarheid – Voorwaarde – Eerbiediging van het gelijkwaardigheidsbeginsel – Toetsing door de nationale rechter

    (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41)

  2. Grondrechten – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Recht op behoorlijk bestuur – Recht om te worden gehoord – Draagwijdte

    (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41)

  1.  Het Unierecht moet aldus worden uitgelegd dat wanneer het toepasselijke nationale recht bepaalt dat een middel inzake schending van het nationale recht dat voor het eerst wordt aangevoerd bij de nationale rechter die uitspraak doet als cassatierechter, slechts ontvankelijk is indien het van openbare orde is, een middel inzake schending van het recht om te worden gehoord zoals gewaarborgd door het Unierecht dat voor het eerst bij diezelfde rechter wordt aangevoerd, ontvankelijk moet worden verklaard indien dat recht zoals gewaarborgd door het nationale recht voldoet aan de in dat recht neergelegde voorwaarden voor kwalificatie als een middel van openbare orde, hetgeen de nationale rechter dient na te gaan.

    Bij ontbreken van Unievoorschriften ter zake, is het immers krachtens het beginsel van procedurele autonomie een zaak van de interne rechtsorde van de lidstaten dergelijke voorschriften vast te stellen, op voorwaarde evenwel dat die voorschriften het gelijkwaardigheidsbeginsel en het doeltreffendheidsbeginsel in acht nemen. Het gelijkwaardigheidsbeginsel veronderstelt dat het betrokken nationale voorschrift gelijkelijk van toepassing is op vorderingen die zijn gebaseerd op de rechten die justitiabelen aan het Unierecht ontlenen, en op vorderingen die zijn gebaseerd op schending van het nationale recht, voor zover deze vorderingen eenzelfde voorwerp en oorzaak hebben. Eerbiediging van dit beginsel vereist dus gelijke behandeling van vorderingen die zijn gebaseerd op een schending van het nationale recht enerzijds en vergelijkbare vorderingen die zijn gebaseerd op een schending van het Unierecht anderzijds. Het gelijkwaardigheidsbeginsel vereist in dat verband dat wanneer een nationale rechter die uitspraak doet als cassatierechter, van oordeel is dat het middel inzake niet-naleving van het recht om te worden gehoord als middel van interne openbare orde voor het eerst bij hem kan worden aangevoerd in het kader van een door het nationale recht beheerst geding, een vergelijkbaar middel inzake schending van het Unierecht in het kader van eenzelfde geding ook voor het eerst bij die rechter, in cassatie, kan worden aangevoerd.

    (cf. punten 24, 29, 31, 35 en dictum)

  2.  Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punt 33)

Top