EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CJ0112

Arrest van het Hof (Negende kamer) van 17 maart 2016.
Kødbranchens Fællesråd tegen Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri en Fødevarestyrelsen.
Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Verordening (EG) nr. 882/2004 – Verordening (EG) nr. 854/2004 – Officiële controles op diervoeders en levensmiddelen – Vergoedingen die door de lidstaten kunnen worden geïnd ter dekking van de kosten van officiële controles – Kosten verbonden aan de opleiding van officiële assistenten.
Zaak C-112/15.

Court reports – general

Zaak C‑112/15

Kødbranchens Fællesråd

tegen

Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri

en

Fødevarestyrelsen

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Østre Landsret)

„Prejudiciële verwijzing — Harmonisatie van de wetgevingen — Verordening (EG) nr. 882/2004 — Verordening (EG) nr. 854/2004 — Officiële controles op diervoeders en levensmiddelen — Vergoedingen die door de lidstaten kunnen worden geïnd ter dekking van de kosten van officiële controles — Kosten verbonden aan de opleiding van officiële assistenten”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Negende kamer) van 17 maart 2016

  1. Recht van de Europese Unie – Uitlegging – Meertalige teksten – Eenvormige uitlegging – Divergentie tussen de verschillende taalversies – Inaanmerkingneming van de algemene opzet en van de doelstelling van de betrokken regeling

  2. Harmonisatie van de wetgevingen – Officiële controles op diervoeders en levensmiddelen – Financiering – Vergoedingen verschuldigd voor officiële controles – Berekening – Inaanmerkingneming van de uitgaven voor de verplichte basisopleiding van het bij de controles betrokken personeel – Daarvan uitgesloten

    [Verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 854/2004 en nr. 882/2004, art. 27, lid 4, a), en bijlage VI, punten 1 en 2]

  1.  Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punt 36)

  2.  Artikel 27, lid 4, onder a), juncto bijlage IV, punten 1 en 2, van verordening nr. 882/2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn moet aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat de lidstaten bij de vaststelling van het bedrag van de aan levensmiddelenbedrijven opgelegde vergoeding de uitgaven voor de verplichte basisopleiding van officiële assistenten in rekening brengen.

    Deze vergoeding mag namelijk uitsluitend worden gebruikt ter dekking van de kosten die de lidstaten daadwerkelijk moeten maken voor de uitvoering van controles in levensmiddelenbedrijven, en hebben niet tot doel de kosten van de initiële opleiding van het bevoegde personeel af te wentelen op die bedrijven. Bijgevolg dient bijlage VI bij verordening nr. 882/2004, waarnaar artikel 27 van deze verordening verwijst, aldus te worden uitgelegd dat zij uitsluitend ziet op de salarissen en de kosten van degenen die daadwerkelijk betrokken zijn bij de uitvoering van officiële controles. Overigens worden deze controles normaal gesproken uitgevoerd door officiële dierenartsen, die daarbij enkel mogen worden bijgestaan door officiële assistenten of – in bepaalde specifieke gevallen – door het personeel van het slachthuis, en blijkt uit geen enkele bepaling van verordening nr. 854/2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong dat personen die de verplichte basisopleiding tot officieel assistent volgen, tijdens die opleiding mogen deelnemen aan de uitvoering van officiële controles.

    (cf. punten 39‑42 en dictum)

Top