Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CJ0060

    Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 13 juli 2017.
    Saint-Gobain Glass Deutschland GmbH tegen Europese Commissie.
    Hogere voorziening – Recht van toegang tot documenten in het bezit van de instellingen van de Europese Unie – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang – Artikel 4, lid 3, eerste alinea – Bescherming van het besluitvormingsproces van deze instellingen – Milieu – Verdrag van Aarhus – Verordening (EG) nr. 1367/2006 – Artikel 6, lid 1 – Openbaar belang van de openbaarmaking van milieu-informatie – Gegevens die door de Duitse overheid aan de Europese Commissie zijn verstrekt en betrekking hebben op installaties op Duits grondgebied die onder de Uniewetgeving inzake de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten vallen – Gedeeltelijke weigering van toegang.
    Zaak C-60/15 P.

    Court reports – general

    Zaak C‑60/15 P

    Saint-Gobain Glass Deutschland GmbH

    tegen

    Europese Commissie

    „Hogere voorziening – Recht van toegang tot documenten in het bezit van de instellingen van de Europese Unie – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang – Artikel 4, lid 3, eerste alinea – Bescherming van het besluitvormingsproces van deze instellingen – Milieu – Verdrag van Aarhus – Verordening (EG) nr. 1367/2006 – Artikel 6, lid 1 – Openbaar belang van de openbaarmaking van milieu-informatie – Gegevens die door de Duitse overheid aan de Europese Commissie zijn verstrekt en betrekking hebben op installaties op Duits grondgebied die onder de Uniewetgeving inzake de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten vallen – Gedeeltelijke weigering van toegang”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 13 juli 2017

    1. Hogere voorziening–Middelen–Middel dat voor het eerst wordt aangevoerd in hogere voorziening–Niet-ontvankelijkheid–Argumenten die slechts een aanvulling van een in het verzoekschrift aangevoerd middel zijn–Ontvankelijkheid

      (Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 170, lid 1)

    2. Instellingen van de Europese Unie–Recht van toegang van het publiek tot documenten–Verordening nr. 1049/2001–Verzoek om toegang tot milieu-informatie–Verordening nr. 1367/2006–Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten–Bescherming van het besluitvormingsproces–Voorwaarden–Strikte uitlegging en toepassing–Onderscheid tussen het begrip besluitvormingsproces en de daarmee samenhangende administratieve procedure

      (Verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 1049/2001, overweging 11 en art. 4, en nr. 1367/2006, art. 6)

    3. Instellingen van de Europese Unie–Recht van toegang van het publiek tot documenten–Verordening nr. 1049/2001–Werkingssfeer–Administratieve werkzaamheden van de Commissie–Daaronder begrepen

      (Verordening van het Europees Parlement en de Raad nr. 1049/2001, art. 2, lid 3)

    1.  Zie de tekst van de beslissing.

      (zie punten 49‑55)

    2.  Het recht van toegang van het publiek tot documenten van de instellingen dat is verleend bij verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, is onderworpen aan bepaalde beperkingen die zijn gebaseerd op het openbaar of het particulier belang. Meer in het bijzonder, en in overeenstemming met overweging 11 van verordening nr. 1049/2001, is in artikel 4 van deze verordening een uitzonderingsregeling vastgesteld waarbij de instellingen de toegang tot een document kunnen weigeren wanneer de openbaarmaking ervan zou leiden tot de ondermijning van een van de in dat artikel beschermde belangen. Aangezien dergelijke uitzonderingen afwijken van het beginsel van de ruimst mogelijke toegang van het publiek tot documenten, moeten zij evenwel restrictief worden uitgelegd en toegepast.

      Het in artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening nr. 1049/2001 bedoelde begrip „besluitvormingsproces” moet aldus worden begrepen dat het betrekking heeft op het nemen van een besluit zonder de hele administratieve procedure te omvatten die tot dit besluit heeft geleid. Deze uitlegging vloeit voort uit de tekst zelf van deze bepaling en beantwoordt aan het vereiste om deze bepaling restrictief uit te leggen.

      Met betrekking tot het recht van toegang tot milieu-informatie waarover de instellingen en organen van de Unie beschikken, geldt deze uitlegging van artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening nr. 1049/2001 eveneens voor dergelijke informatie gelet op de doelstelling van verordening nr. 1367/2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen. Artikel 6 van deze verordening geeft inderdaad alleen aan dat de uitzondering van artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening nr. 1049/2001 strikt moet worden uitgelegd, zonder het begrip „besluitvormingsproces” in de zin van deze bepaling nader te verklaren. Artikel 4, lid 4, onder a), van het Verdrag van Aarhus bepaalt echter dat een verzoek om milieu-informatie kan worden geweigerd indien de bekendmaking een nadelige invloed zou hebben op de vertrouwelijkheid van het handelen van overheidsinstanties, wanneer in dergelijke vertrouwelijkheid is voorzien naar nationaal recht, en niet op de administratieve procedure in haar geheel op grond waarvan deze autoriteiten handelen.

      (zie punten 62‑64, 76‑81)

    3.  Het feit dat de administratieve werkzaamheden van de Commissie geen even ruime toegang tot documenten vergt als de wetgevende werkzaamheden van een instelling van de Unie, betekent geenszins dat de administratieve werkzaamheden niet onder de werkingssfeer van verordening nr. 1049/2001 vallen, die overeenkomstig artikel 2, lid 3, ervan van toepassing is op alle bij een instelling berustende documenten, dit wil zeggen alle documenten die door de instelling zijn opgesteld of ontvangen en zich in haar bezit bevinden, op alle werkterreinen van de Unie.

      (zie punt 85)

    Top