Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TJ0705

    Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 12 december 2018.
    Unichem Laboratories Ltd tegen Europese Commissie.
    Mededinging – Mededingingsregelingen – Markt van perindopril, een geneesmiddel ter behandeling van cardiovasculaire ziekten, in de oorspronkelijke en de generieke versie – Besluit waarbij een inbreuk op artikel 101 VWEU wordt vastgesteld – Schikkingsovereenkomst inzake octrooigeschillen – Territoriale bevoegdheid van de Commissie – Toerekening van het inbreukmakend gedrag – Administratieve procedure – Bescherming van de vertrouwelijkheid van de communicatie tussen advocaten en cliënten – Potentiële mededinging – Mededingingsbeperkende strekking – Objectieve noodzaak van de beperking – Evenwicht tussen mededingingsrecht en octrooirecht – Uitzonderingsvoorwaarden van artikel 101, lid 3, VWEU – Geldboeten.
    Zaak T-705/14.

    Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 12 december 2018 –
    Unichem Laboratories/Commissie

    (Zaak T‑705/14)

    „Mededinging – Mededingingsregelingen – Markt van perindopril, een geneesmiddel ter behandeling van cardiovasculaire ziekten, in de oorspronkelijke en de generieke versie – Besluit waarbij een inbreuk op artikel 101 VWEU wordt vastgesteld – Schikkingsovereenkomst inzake octrooigeschillen – Territoriale bevoegdheid van de Commissie – Toerekening van het inbreukmakend gedrag – Administratieve procedure – Bescherming van de vertrouwelijkheid van de communicatie tussen advocaten en cliënten – Potentiële mededinging – Mededingingsbeperkende strekking – Objectieve noodzaak van de beperking – Evenwicht tussen mededingingsrecht en octrooirecht – Uitzonderingsvoorwaarden van artikel 101, lid 3, VWEU – Geldboeten”

    1. 

    Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Verweerschrift – Vormvereisten – Handgeschreven ondertekening – Neerlegging en betekening van processtukken langs elektronische weg

    [Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (1991), art. 43]

    (zie punten 44‑46)

    2. 

    Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Toerekening – Moedermaatschappij en dochterondernemingen – Economische eenheid – Beoordelingscriteria – Uitoefening van beslissende invloed op het gedrag van de dochteronderneming die kan worden afgeleid uit een bundel aanwijzingen in verband met de economische, organisatorische en juridische banden met de moedermaatschappij – Omstandigheden die het bestaan van beslissende invloed kunnen aantonen – Daadwerkelijke controle over de raad van bestuur van de dochteronderneming – Vetorechten die aanleiding geven tot zeggenschap van de moedermaatschappij over haar dochteronderneming – Uitwisseling van informatie tussen de moedermaatschappij en haar dochteronderneming

    (Art. 101, lid 1, VWEU)

    (zie punten 62‑65, 69‑89)

    3. 

    Mededinging – Regels van de Unie – Territoriale werkingssfeer – Bevoegdheid van de Commissie – Toelaatbaarheid krachtens internationaal publiekrecht – Uitvoering of gekwalificeerde gevolgen van de misbruikpraktijken in de EER – Alternatieve wegen – Criterium van de uitvoering

    (Art. 101 VWEU)

    (zie punten 100‑106)

    4. 

    Mededinging – Administratieve procedure – Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities – Verplichting tot raadpleging – Wezenlijk vormvoorschrift – Omvang

    (Art. 101 en 102 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 14)

    (zie punten 109‑111)

    5. 

    Mededinging – Administratieve procedure – Controlebevoegdheden van de Commissie – Bevoegdheid om de overlegging van een communicatie tussen advocaat en cliënt te vorderen – Grenzen – Bescherming van de vertrouwelijkheid van een dergelijke communicatie – Afstand van vertrouwelijkheid

    (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2, 17 en 19)

    (zie punten 118‑127)

    6. 

    Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Beoordelingscriteria – Kwalificatie van een onderneming als potentiële concurrent – Reële en concrete mogelijkheden voor markttoetreding – Criteria – Wezenlijk element – Capaciteit van de onderneming om de relevante markt te betreden – Voldoende snelle toetreding – Perceptie van de marktdeelnemers

    (Art. 101, lid 1, VWEU)

    (zie punten 133‑147)

    7. 

    Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Middelen rechtens niet uiteengezet in het verzoekschrift – Algemene verwijzing naar andere geschriften die bij het verzoekschrift zijn gevoegd – Niet-ontvankelijkheid

    [Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea, en 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (1991), art. 44, lid 1, c) en d)]

    (zie punten 173‑176)

    8. 

    Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Beoordelingscriteria – Kwalificatie van een onderneming als potentiële concurrent – Criteria – Wezenlijk element – Capaciteit van de onderneming om de relevante markt te betreden – Onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Belemmeringen in verband met octrooien van het initiërend farmaceutisch bedrijf en de technische, bestuursrechtelijke of financiële moeilijkheden van de onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Reële en concrete mogelijkheden om deze moeilijkheden te boven te komen en de relevante markt te betreden

    (Art. 101, lid 1, VWEU)

    (zie punten 177‑243, 250‑258)

    9. 

    Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Beoordelingscriteria – Onderscheid tussen inbreuken naar strekking en inbreuken naar gevolg – Inbreuk naar strekking – Voldoende nadelige beïnvloeding – Beoordeling

    (Art. 101, lid 1, VWEU)

    (zie punten 288, 289, 298‑301)

    10. 

    Mededinging – Regels van de Unie – Materiële werkingssfeer – Schikkingsovereenkomsten op octrooigebied – Daaronder begrepen – Afweging tussen het octrooirecht en de mededingingsregels

    (Art. 101, lid 1, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad)

    (zie punten 302‑320)

    11. 

    Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Schikkingsovereenkomsten op octrooigebied – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Overeenkomst die bedingen betreffende de niet-betwisting van octrooien en het niet in de handel brengen van producten bevat – Betaling in omgekeerde richting als stimulans voor de onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Beperking naar strekking

    (Art. 101, lid 1, VWEU)

    (zie punten 325‑357)

    12. 

    Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Schikkingsovereenkomsten op octrooigebied – Overeenkomst tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Overeenkomst die bedingen betreffende de niet-betwisting van octrooien en het niet in de handel brengen van producten bevat – Betaling die wordt ontvangen door de onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Kwalificatie als betaling in omgekeerde richting die als stimulans moet werken – Voorwaarden

    (Art. 101, lid 1, VWEU)

    (zie punten 361‑371)

    13. 

    Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Nevenrestrictie – Begrip – Beperking die noodzakelijk is voor de uitvoering van een primaire transactie die niet van mededingingsverstorende aard is – Primaire transactie met een mededingingsbeperkende strekking – Niet-toepasselijkheid van de theorie van de nevenrestricties in aanwezigheid van een stimulerende betaling in omgekeerde richting

    (Art. 101, lid 1, VWEU)

    (zie punten 381‑391)

    14. 

    Beroep tot nietigverklaring – Voorwerp – Besluit gebaseerd op meerdere redeneringen, die elk volstaan als grondslag voor het dispositief – Nietigverklaring van een dergelijk besluit – Voorwaarden

    (Art. 263 VWEU)

    (zie punten 394‑398)

    15. 

    Mededingingsregelingen – Verbod – Vrijstelling – Voorwaarden – Verbetering van de productie of de distributie van de producten of bevordering van de technische of economische vooruitgang – Merkbare objectieve voordelen die opwegen tegen de nadelen van de overeenkomst voor de mededinging – Bewijslast – Cumulatief karakter van de vrijstellingsvoorwaarden

    (Art. 101, leden 1 en 3, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2)

    (zie punten 409‑429)

    16. 

    Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vaststelling van het basisbedrag – Niet-toepassing van de methode waarin de richtsnoeren voorzien – Schending van het gelijkheidsbeginsel – Geen

    (Art. 101, lid 1, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punten 13 en 37)

    (zie punten 451‑486)

    17. 

    Grondrechten – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Legaliteitsbeginsel ter zake van strafbare feiten en straffen – Omvang – Voorzienbaarheid van de inbreukmakende aard van het gedrag waarvoor een sanctie is opgelegd – Schikkingsovereenkomst op octrooigebied tussen een initiërend farmaceutisch bedrijf en een onderneming die op het gebied van generieke geneesmiddelen actief is – Overeenkomst in strijd met het mededingingsrecht – Op het gebied van generieke geneesmiddelen actieve onderneming die niet onwetend kan zijn van het mededingingsverstorend karakter van haar gedrag

    (Art. 101, lid 1, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 49, lid 1)

    (zie punten 510‑537)

    18. 

    Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Aanpassing van het basisbedrag – Verzachtende omstandigheden – Deelneming die onder dwang zou zijn geschied – Geen rechtvaardigingsgrond voor onderneming die geen gebruik heeft gemaakt van mogelijkheid van aangifte bij bevoegde autoriteiten

    (Art. 101, lid 1, VWEU; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punt 29)

    (zie punt 545)

    19. 

    Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Verplichting voor de Commissie om zich aan haar vroegere beslissingspraktijk te houden – Geen

    (Art. 101 VWEU)

    (zie punt 546)

    20. 

    Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Aanpassing van het basisbedrag – Verzachtende omstandigheden – Medewerking van de beschuldigde onderneming buiten de mededeling inzake medewerking om – Beoordelingscriteria

    (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punt 29)

    (zie punten 560‑569)

    Voorwerp

    Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot, primair, nietigverklaring van besluit C(2014) 4955 final van de Commissie van 9 juli 2014 inzake een procedure op grond van de artikelen 101 en 102 VWEU [zaak AT.39612 – Perindopril (Servier)], voor zover die op verzoekster betrekking heeft, en, subsidiair, nietigverklaring of verlaging van de haar bij dat besluit opgelegde geldboete

    Dictum

    1) 

    Het beroep wordt verworpen.

    2) 

    Unichem Laboratories Ltd wordt verwezen in de kosten.

    Top