Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CJ0493

    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 21 juli 2016.
    Dilly’s Wellnesshotel GmbH tegen Finanzamt Linz.
    Prejudiciële verwijzing – Staatssteun – Steunregeling in de vorm van verlagingen van milieubelastingen – Verordening (EG) nr. 800/2008 – Categorieën steun die als verenigbaar met de interne markt en als vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting kunnen worden beschouwd – Dwingende karakter van de vrijstellingsvoorwaarden – Artikel 3, lid 1 – Uitdrukkelijke verwijzing naar die verordening in de steunregeling.
    Zaak C-493/14.

    Court reports – general

    Zaak C‑493/14

    Dilly’s Wellnesshotel GmbH

    tegen

    Finanzamt Linz

    (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Bundesfinanzgericht)

    „Prejudiciële verwijzing — Staatssteun — Steunregeling in de vorm van verlagingen van milieubelastingen — Verordening (EG) nr. 800/2008 — Categorieën steun die als verenigbaar met de interne markt en als vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting kunnen worden beschouwd — Dwingende karakter van de vrijstellingsvoorwaarden — Artikel 3, lid 1 — Uitdrukkelijke verwijzing naar die verordening in de steunregeling”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 21 juli 2016

    1. Steunmaatregelen van de staten – Voorgenomen steunmaatregelen – Verplichting tot voorafgaande aanmelding en voorlopige opschorting van uitvoering van de steunmaatregel – Omvang

      (Art. 107, lid 1, VWEU en 108, lid 3, VWEU)

    2. Steunmaatregelen van de staten – Verbod – Afwijkingen – Categorieën steunmaatregelen, omschreven bij een verordening, die als verenigbaar met de interne markt kunnen worden beschouwd – Verordening nr. 800/2008 – Voorwaarden voor vrijstelling van de aanmeldingsplicht – Noodzaak van een uitdrukkelijke verwijzing naar de verordening in de steunregeling – Dwingend voorgeschreven

      (Art. 108, lid 3, VWEU; verordening nr. 800/2008 van de Commissie, overweging 7 en art. 3, lid 1, en 25, lid 1)

    1.  Zie de tekst van de beslissing.

      (cf. punt 31)

    2.  Artikel 3, lid 1, van verordening nr. 800/2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard, moet aldus worden uitgelegd dat, indien een steunregeling in de vorm van verlagingen van milieubelastingen geen uitdrukkelijke verwijzing naar die verordening bevat waarbij de titel ervan en de vindplaats in het Publicatieblad van de Europese Unie worden aangehaald, dit in de weg staat aan het oordeel dat die regeling voldoet aan de voorwaarden om op grond van artikel 25, lid 1, van die verordening te worden vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, VWEU.

      Een lidstaat kan immers gebruik maken van de mogelijkheid van vrijstelling van zijn aanmeldingsverplichting indien een door die lidstaat vastgestelde steunmaatregel voldoet aan de relevante voorwaarden van verordening nr. 800/2008, een en ander niettegenstaande de verplichting om elke maatregel tot invoering of wijziging van nieuwe steun vooraf aan te melden, welke verplichting krachtens de Verdragen op de lidstaten rust en die een van de fundamentele elementen van het controlesysteem voor staatssteun vormt. Omgekeerd volgt uit overweging 7 van verordening nr. 800/2008 dat staatssteun die niet onder die verordening valt, aan de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, VWEU onderworpen blijft. Dit betekent dat verordening nr. 800/2008 en de daarin vervatte voorwaarden, als versoepeling van de als algemene regel geldende aanmeldingsverplichting, strikt moeten worden uitgelegd. In dit verband is de in artikel 3, lid 1, van verordening nr. 800/2008 vervatte voorwaarde dat een steunregeling een uitdrukkelijke verwijzing naar deze verordening dient te bevatten om te worden vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting bedoeld in artikel 108, lid 3, VWEU, niet louter een formaliteit, maar heeft zij een dwingend karakter, zodat de niet-vervulling ervan zich ertegen verzet dat op grond van die verordening vrijstelling van deze verplichting wordt verleend.

      (cf. punten 36, 37, 51, 52 en dictum)

    Top