Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CJ0360

    Duitsland/Commissie

    Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 9 juli 2015 – Duitsland/Commissie

    (Zaak C‑360/14 P) 1 ( 1 )

    „Hogere voorziening — Harmonisatie van de wetgevingen — Richtlijn 2009/48/EG — Veiligheid van speelgoed — Grenswaarden voor lood, barium, arseen, antimoon, kwik, nitrosamines en nitroseerbare stoffen in speelgoed — Weigering van de Commissie om de door de Duitse autoriteiten aangemelde nationale bepalingen tot handhaving van de grenswaarden voor deze stoffen volledig goed te keuren — Bewijs dat de nationale bepalingen een hoger beschermingsniveau voor de gezondheid van de mens bieden”

    1. 

    Harmonisatie van de wetgevingen — Artikel 114 VWEU — Procedure voor goedkeuring van afwijkende nationale bepalingen — Verzoek tot handhaving van bestaande nationale bepalingen — Mogelijkheid voor de verzoekende lidstaat om zijn verzoek te baseren op een andere beoordeling van het risico voor de volksgezondheid dan die van de Uniewetgever — Verplichting om het bewijs te leveren dat de volksgezondheid daardoor beter wordt beschermd dan door de harmonisatiemaatregel van de Unie — Verplichting tot eerbiediging van evenredigheidsbeginsel (Art. 114, lid 4, VWEU) (cf. punten 33, 34)

    2. 

    Harmonisatie van de wetgevingen — Artikel 114 VWEU — Procedure voor goedkeuring van afwijkende nationale bepalingen — Verzoek tot handhaving van bestaande nationale bepalingen — Beoordelingsvrijheid van de Commissie — Rechterlijke toetsing — Omvang (Art. 114, lid 4, VWEU) (cf. punten 35‑42)

    3. 

    Hogere voorziening — Middelen — Onjuiste beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal — Niet-ontvankelijkheid — Toetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal — Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting (Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (cf. punten 55, 56, 68)

    4. 

    Hogere voorziening — Middelen — Ontoereikende of tegenstrijdige motivering — Omvang van de motiveringsplicht — Impliciete motivering door het Gerecht — Toelaatbaarheid — Voorwaarden (Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 36 en 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 81) (cf. punten 69‑71)

    Dictum

    1) 

    De hogere voorziening wordt afgewezen.

    2) 

    De Bondsrepubliek Duitsland wordt verwezen in de kosten.


    ( 1 ) PB C 315 van 15.9.2014.

    Top