Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CJ0140

    Commissie/Slovenië

    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 16 juli 2015 – Commissie/Slovenië

    (Zaak C‑140/14) ( 1 )

    „Niet-nakoming — Richtlijnen 2008/98/EG en 1999/31/EG — Preventie en verwijdering de opslag van afgegraven grond en ander afval — Storten van afval — Uitblijven van maatregelen tot verwijdering en opslag van dergelijk afval — Bewandeling van rechtswegen”

    1. 

    Beroep wegens niet-nakoming — Bewijs van de niet-nakoming — Bewijslast rustend op de Commissie — Elementen die de niet-nakoming aantonen — Weerlegging taak van de betrokken lidstaat (Art. 258 VWEU) (cf. punt 42)

    2. 

    Lidstaten — Verplichtingen — Toezichthoudende taak van de Commissie — Plicht van de lidstaten — Medewerking bij het onderzoek naar de toepassing van de richtlijnen — Verplichting tot verificatie en informatie (cf. punt 43)

    3. 

    Beroep wegens niet-nakoming — Onderzoek van de gegrondheid door het Hof — Situatie die in aanmerking moet worden genomen — Situatie bij het verstrijken van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn (Art. 258 VWEU) (cf. punt 63)

    4. 

    Milieu — Afvalstoffen — Richtlijn 2008/98 — Verplichting van de lidstaten om te zorgen voor de nuttige toepassing of de verwijdering van de afvalstoffen — Omvang — Toepasselijkheid op tijdelijke opslag — Noodzakelijkheid van te nemen maatregelen (Richtlijn 2008/98 van het Europees Parlement en de Raad, art. 13 en 36, lid 1) (cf. punt 66)

    5. 

    Milieu — Afvalstoffen — Richtlijn 2008/98 — Verplichting van de lidstaten om te zorgen voor de nuttige toepassing of de verwijdering van de afvalstoffen — Resultaatsverplichting — Beoordelingsmarge van de lidstaten ter zake van de te treffen maatregelen — Grenzen — Voortduren van een niet-conforme situatie gedurende een langere tijd met als gevolg een significante verslechtering van het milieu — Niet-nakoming (Richtlijn 2008/98 van het Europees Parlement en de Raad, art. 13) (cf. punten 68, 69, 75)

    6. 

    Milieu — Afvalstoffen — Richtlijn 2008/98 — Begrip afvalstof — Stof waarvan men zich ontdoet — Afgegraven grond — Daaronder begrepen (Richtlijn 2008/98 van het Europees Parlement en de Raad, art. 3, punt 1) (cf. punten 70, 71)

    7. 

    Lidstaten — Verplichtingen — Uitvoering van de richtlijnen — Niet-nakoming — Rechtvaardiging op basis van de interne orde — Ontoelaatbaarheid (Art. 258 VWEU) (cf. punt 77)

    8. 

    Handelingen van de instellingen — Richtlijnen — Uitvoering door de lidstaten — Noodzaak de doeltreffendheid van de richtlijnen te verzekeren — Verplichting, voor elke autoriteit van een lidstaat, om alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om het door de richtlijn voorgeschreven resultaat te bereiken — Eventuele vaststelling van voorlopige maatregelen (Art. 288, derde alinea, VWEU; richtlijn 2008/98 van het Europees Parlement en de Raad) (cf. punten 78, 79)

    9. 

    Milieu — Afvalstoffen — Storten van afvalstoffen — Richtlijn 1999/31 — Werkingssfeer — Begrip stortplaats — Terrein voor tijdelijke opslag — Opslag gedurende meer dan een jaar — Daaronder begrepen — Illegale stortplaatsen — Daaronder begrepen [Richtlijn 1999/31 van de Raad, art. 2, g)] (cf. punten 116, 117)

    Dictum

    1) 

    De Republiek Slovenië is,

    – 

    door toe te staan dat afgegraven grond wordt gestort op perceel nr. 115/1 van de gemeente Teharje (Bukovžlak), zonder zich ervan te vergewissen dat geen enkele andere afvalstof voorheen of tegelijk op dat perceel was toegelaten, en doordat dat perceel, aangezien geen enkele maatregel is genomen tot verwijdering van niet door de afgegeven vergunning gedekt afval, moest worden beschouwd als een illegale stortplaats die niet voldeed aan de voorwaarden en eisen neergelegd in, enerzijds, de artikelen 13 en 36, lid 1, van richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen, en anderzijds, de artikelen 5, lid 3, onder e), 6, gelezen in samenhang met beschikking 2003/33/EG van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van criteria en procedures voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen overeenkomstig artikel 16 van en bijlage II bij richtlijn 1999/31/EG, 7 tot en met 9, 11 en 12 van richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen, alsook de bijlagen I tot en met III bij deze laatste richtlijn, en

    – 

    door sinds april 2009 geen voldoende maatregelen te hebben genomen om te voorkomen dat afgegraven grond van de afvalindelingscodes 17 05 06 (niet onder 17 05 05 vallende baggerspecie) en 17 05 05 (baggerspecie die gevaarlijke stoffen bevat), op een gemeentelijk bouwperceel van de commerciële zone van Gaberje-sud wordt gestort, en om deze vervolgens te verwijderen, zodat dat perceel ook moet worden beschouwd als een illegale stortplaats die niet voldoet aan die voorwaarden van de richtlijnen 1999/31 en 2008/98 alsook aan de artikelen 12, 15 en 17 van deze laatste richtlijn,

    de krachtens al deze bepalingen op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2) 

    De Republiek Slovenië wordt verwezen in de kosten.


    ( 1 ) PB C 184 van 16.6.2014.

    Top