Valige katsefunktsioonid, mida soovite proovida

See dokument on väljavõte EUR-Lexi veebisaidilt.

Dokument 62014CJ0132

    Arrest van het Hof (Grote kamer) van 15 december 2015.
    Europees Parlement en Europese Commissie tegen Raad van de Europese Unie.
    Beroep tot nietigverklaring – Verordening (EU) nr. 1385/2013 – Richtlijn 2013/62/EU – Richtlijn 2013/64/EU – Rechtsgrondslag – Artikel 349 VWEU – Ultraperifere gebieden van de Europese Unie – Wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie.
    Gevoegde zaken C-132/14–C-136/14.

    Kohtulahendite kogumik – Üldkohus

    Gevoegde zaken C‑132/14 tot en met C‑136/14

    Europees Parlement en Europese Commissie

    tegen

    Raad van de Europese Unie

    „Beroep tot nietigverklaring — Verordening (EU) nr. 1385/2013 — Richtlijn 2013/62/EU — Richtlijn 2013/64/EU — Rechtsgrondslag — Artikel 349 VWEU — Ultraperifere gebieden van de Europese Unie — Wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Grote kamer) van 15 december 2015

    Verdragen van de Unie — Territoriale werkingssfeer — Ultraperifere gebieden — Bevoegdheid van de Raad om de voorwaarden voor toepassing van de Verdragen vast te stellen — Grenzen — Vaststelling van de voorwaarden voor toepassing van handelingen van afgeleid recht — Toelaatbaarheid — Uitstel van de toepasselijkheid van bepalingen van het Unierecht tot een later tijdstip — Toelaatbaarheid

    (Art. 52 VEU; art. 349 VWEU en 355 VWEU; besluit 2012/419 van de Raad, art. 2)

    Uit de bewoordingen van artikel 349 VWEU volgt dat de Raad op grond daarvan „specifieke maatregelen” kan vaststellen teneinde rekening te houden met de structurele economische en sociale situatie van de ultraperifere gebieden. Evenwel moet de Raad overeenkomstig de derde alinea van dit artikel in staat zijn gegevens aan te voeren die een band aantonen tussen de voorgenomen specifieke maatregel en de bijzondere kenmerken en beperkingen van het betrokken ultraperifere gebied. Voor zover voorts artikel 349, eerste alinea, VWEU, zoals gewijzigd bij artikel 2 van besluit 2012/419 tot wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie, bepaalt dat de Raad specifieke maatregelen aanneemt die er met name op gericht zijn de voorwaarden voor de toepassing van de Verdragen, met inbegrip van gemeenschappelijk beleid, op deze gebieden vast te stellen, moeten de „voorwaarden voor de toepassing van de Verdragen” in de zin van dit artikel aldus worden begrepen dat zij zowel de voorwaarden voor toepassing van het primaire recht van de Unie als de voorwaarden voor toepassing van de op basis van dat primaire recht vastgestelde handelingen van afgeleid recht omvatten. In deze context moet de werkingssfeer van een handeling van afgeleid recht, bij het ontbreken van preciseringen daarover, op basis van artikel 52 VEU en artikel 355 VWEU worden bepaald. Bijgevolg volgt uit de bewoordingen en de doelen van artikel 349 VWEU alsmede uit de opzet van de Verdragen dat met betrekking tot de ultraperifere gebieden van de Unie het territoriale toepassingsgebied van het gehele acquis van het Unierecht met name door artikel 52 VEU gelezen in samenhang met artikel 355, lid 1, VWEU alsmede door de uit hoofde van artikel 349 VWEU vastgestelde maatregelen wordt bepaald.

    Bovendien beperkt artikel 349 VWEU de beslissingsbevoegdheid van de Raad niet tot een bijzondere categorie maatregelen. Naast het feit dat het woord „maatregel” elk mogelijk type optreden van de Raad bestrijkt, impliceert het gebruik van de term „met name” in artikel 349 VWEU immers dat de auteurs van het VWEU niet hebben bedoeld een uitputtende lijst te geven van de typen maatregelen die op grondslag van dit artikel kunnen worden genomen. In dit verband zou een beperking van de mogelijkheid voor de Raad om de toepasselijkheid van een maatregel uit te stellen tot een later tijdstip, indruisen tegen de doelen van artikel 349 VWEU, omdat er geen enkele reden is om uit te sluiten dat uitstel van de volle toepasselijkheid van een bepaling van het Unierecht tot een later tijdstip de meest geschikte maatregel zou kunnen blijken te zijn om rekening te houden met de structurele economische en sociale situatie van een ultraperifeer gebied.

    (cf. punten 66, 69, 71, 72, 75, 76, 78, 81, 82, 84)

    Üles