Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CJ0449

    CA Consumer Finance

    Zaak C‑449/13

    CA Consumer Finance SA

    tegen

    Ingrid Bakkaus e.a.

    (verzoek van het Tribunal d’instance d’Orléans om een prejudiciële beslissing)

    „Prejudiciële verwijzing — Bescherming van de consument — Consumentenkrediet — Richtlijn 2008/48/EG — Verplichting tot het verstrekken van precontractuele informatie — Verplichting tot het beoordelen van de kredietwaardigheid van de kredietnemer — Bewijslast — Bewijsmiddelen”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 december 2014

    1. Bescherming van de consument – Kredietovereenkomsten voor consumenten – Richtlijn 2008/48 – Precontractuele verplichtingen – Informatieplicht en plicht tot beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument – Vereisten en bewijslast betreffende de nakoming van deze verplichtingen – Toepassing van het nationale recht – Grenzen – Eerbiediging van het gelijkwaardigheidsbeginsel en van het doeltreffendheidsbeginsel – Beoordeling door de nationale rechter

      (Richtlijn 2008/48 van het Europees Parlement en de Raad)

    2. Bescherming van de consument – Kredietovereenkomsten voor consumenten – Richtlijn 2008/48 – Precontractuele verplichtingen – Informatieplicht en plicht tot beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument – Nationale regeling volgens welke de bewijslast op de consument rust – Ontoelaatbaarheid – Standaardbeding dat in de kredietovereenkomst is opgenomen en waarbij de consument erkent dat die precontractuele verplichtingen zijn nagekomen – Standaardbeding dat ertoe leidt dat de bewijslast wordt omgekeerd – Ontoelaatbaarheid

      (Richtlijn 2008/48 van het Europees Parlement en de Raad, art. 5 en 8)

    3. Bescherming van de consument – Kredietovereenkomsten voor consumenten – Richtlijn 2008/48 – Precontractuele verplichtingen – Verplichting van de kredietgever om de kredietwaardigheid van de consument te verifiëren – Bewijsvoering met betrekking tot de nakoming van deze verplichting – Beoordeling door de kredietgever – Grenzen

      (Richtlijn 2008/48 van het Europees Parlement en de Raad, art. 8, lid 1)

    4. Bescherming van de consument – Kredietovereenkomsten voor consumenten – Richtlijn 2008/48 – Precontractuele verplichtingen – Passende toelichting door de kredietgever verstrekt vóór de beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument – Toelaatbaarheid – Grenzen – Vormvoorwaarden betreffende die toelichting – Geen

      (Richtlijn 2008/48 van het Europees Parlement en de Raad, art. 5, lid 6)

    1.  Zie de tekst van de beslissing.

      (cf. punten 23‑26)

    2.  De bepalingen van richtlijn 2008/48 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102 moeten aldus worden uitgelegd dat:

      deze richtlijn zich verzet tegen een nationale regeling volgens welke de bewijslast betreffende de niet-nakoming van de bij de artikelen 5 en 8 van richtlijn 2008/48 opgelegde verplichtingen op de consument rust, en

      deze richtlijn zich ook ertegen verzet dat de rechter wegens een standaardbeding ervan moet uitgaan dat de consument heeft erkend dat de op de kredietgever rustende precontractuele verplichtingen volledig en naar behoren zijn nagekomen, waardoor de bewijslast betreffende de nakoming van deze verplichtingen wordt omgekeerd, met als gevolg dat afbreuk kan worden gedaan aan de doeltreffendheid van de rechten die bij richtlijn 2008/48 zijn toegekend.

      (cf. punt 32, dictum 1)

    3.  Artikel 8, lid 1, van richtlijn 2008/48 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102 moet aldus worden uitgelegd dat het zich enerzijds niet ertegen verzet dat de kredietwaardigheid van de consument alleen op basis van door deze laatste verstrekte informatie wordt beoordeeld, op voorwaarde dat het toereikende informatie betreft en gewone verklaringen van de consument vergezeld gaan van bewijsstukken, en het anderzijds de kredietgever niet de verplichting oplegt om de door de consument verstrekte informatie systematisch te controleren.

      (cf. punt 39, dictum 2)

    4.  Artikel 5, lid 6, van richtlijn 2008/48 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102 moet aldus worden uitgelegd dat het zich weliswaar niet ertegen verzet dat de kredietgever een passende toelichting aan de consument verstrekt voordat hij de financiële situatie en de behoeften van deze laatste heeft beoordeeld, maar dat uit de beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument kan blijken dat de verstrekte passende toelichting dient te worden aangepast, waarbij deze toelichting steeds tijdig aan de consument moet worden verstrekt, vóórdat de kredietovereenkomst wordt ondertekend, zonder dat daarvoor evenwel een specifiek document dient te worden opgesteld.

      (cf. punt 49, dictum 3)

    Top

    Zaak C‑449/13

    CA Consumer Finance SA

    tegen

    Ingrid Bakkaus e.a.

    (verzoek van het Tribunal d’instance d’Orléans om een prejudiciële beslissing)

    „Prejudiciële verwijzing — Bescherming van de consument — Consumentenkrediet — Richtlijn 2008/48/EG — Verplichting tot het verstrekken van precontractuele informatie — Verplichting tot het beoordelen van de kredietwaardigheid van de kredietnemer — Bewijslast — Bewijsmiddelen”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 december 2014

    1. Bescherming van de consument — Kredietovereenkomsten voor consumenten — Richtlijn 2008/48 — Precontractuele verplichtingen — Informatieplicht en plicht tot beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument — Vereisten en bewijslast betreffende de nakoming van deze verplichtingen — Toepassing van het nationale recht — Grenzen — Eerbiediging van het gelijkwaardigheidsbeginsel en van het doeltreffendheidsbeginsel — Beoordeling door de nationale rechter

      (Richtlijn 2008/48 van het Europees Parlement en de Raad)

    2. Bescherming van de consument — Kredietovereenkomsten voor consumenten — Richtlijn 2008/48 — Precontractuele verplichtingen — Informatieplicht en plicht tot beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument — Nationale regeling volgens welke de bewijslast op de consument rust — Ontoelaatbaarheid — Standaardbeding dat in de kredietovereenkomst is opgenomen en waarbij de consument erkent dat die precontractuele verplichtingen zijn nagekomen — Standaardbeding dat ertoe leidt dat de bewijslast wordt omgekeerd — Ontoelaatbaarheid

      (Richtlijn 2008/48 van het Europees Parlement en de Raad, art. 5 en 8)

    3. Bescherming van de consument — Kredietovereenkomsten voor consumenten — Richtlijn 2008/48 — Precontractuele verplichtingen — Verplichting van de kredietgever om de kredietwaardigheid van de consument te verifiëren — Bewijsvoering met betrekking tot de nakoming van deze verplichting — Beoordeling door de kredietgever — Grenzen

      (Richtlijn 2008/48 van het Europees Parlement en de Raad, art. 8, lid 1)

    4. Bescherming van de consument — Kredietovereenkomsten voor consumenten — Richtlijn 2008/48 — Precontractuele verplichtingen — Passende toelichting door de kredietgever verstrekt vóór de beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument — Toelaatbaarheid — Grenzen — Vormvoorwaarden betreffende die toelichting — Geen

      (Richtlijn 2008/48 van het Europees Parlement en de Raad, art. 5, lid 6)

    1.  Zie de tekst van de beslissing.

      (cf. punten 23‑26)

    2.  De bepalingen van richtlijn 2008/48 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102 moeten aldus worden uitgelegd dat:

      deze richtlijn zich verzet tegen een nationale regeling volgens welke de bewijslast betreffende de niet-nakoming van de bij de artikelen 5 en 8 van richtlijn 2008/48 opgelegde verplichtingen op de consument rust, en

      deze richtlijn zich ook ertegen verzet dat de rechter wegens een standaardbeding ervan moet uitgaan dat de consument heeft erkend dat de op de kredietgever rustende precontractuele verplichtingen volledig en naar behoren zijn nagekomen, waardoor de bewijslast betreffende de nakoming van deze verplichtingen wordt omgekeerd, met als gevolg dat afbreuk kan worden gedaan aan de doeltreffendheid van de rechten die bij richtlijn 2008/48 zijn toegekend.

      (cf. punt 32, dictum 1)

    3.  Artikel 8, lid 1, van richtlijn 2008/48 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102 moet aldus worden uitgelegd dat het zich enerzijds niet ertegen verzet dat de kredietwaardigheid van de consument alleen op basis van door deze laatste verstrekte informatie wordt beoordeeld, op voorwaarde dat het toereikende informatie betreft en gewone verklaringen van de consument vergezeld gaan van bewijsstukken, en het anderzijds de kredietgever niet de verplichting oplegt om de door de consument verstrekte informatie systematisch te controleren.

      (cf. punt 39, dictum 2)

    4.  Artikel 5, lid 6, van richtlijn 2008/48 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102 moet aldus worden uitgelegd dat het zich weliswaar niet ertegen verzet dat de kredietgever een passende toelichting aan de consument verstrekt voordat hij de financiële situatie en de behoeften van deze laatste heeft beoordeeld, maar dat uit de beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument kan blijken dat de verstrekte passende toelichting dient te worden aangepast, waarbij deze toelichting steeds tijdig aan de consument moet worden verstrekt, vóórdat de kredietovereenkomst wordt ondertekend, zonder dat daarvoor evenwel een specifiek document dient te worden opgesteld.

      (cf. punt 49, dictum 3)

    Top