This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62012CJ0533
SNCM/Corsica Ferries France
SNCM/Corsica Ferries France
Gevoegde zaken C‑533/12 P en C‑536/12 P
Société nationale maritime Corse-Méditerranée (SNCM) SA
en
Franse Republiek
tegen
Corsica Ferries France SAS
„Hogere voorziening — Herstructureringssteun — Beoordelingsmarge van de Europese Commissie — Omvang van de rechterlijke toetsing van het Gerecht van de Europese Unie — Toets van de particuliere investeerder in een markteconomie — Vereiste van een sectorale en geografische analyse — Voldoende aangetoonde praktijk — Economische rationaliteit op lange termijn — Betaling van aanvullende ontslagvergoedingen”
Samenvatting – Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 4 september 2014
Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Rechtskarakter – Uitlegging aan de hand van objectieve criteria – Ingewikkelde economische beoordeling – Rechterlijke toetsing – Omvang
(Art. 107, lid 1, VWEU)
Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Toetsing aan het criterium van de particuliere investeerder – Kapitaalinbreng – Staat die aandeelhouder is van een onderneming – Staat die als overheid handelt – Onderscheid voor de toepassing van het criterium van de particuliere investeerder – Beoordelingselementen voor de toepassing van dit criterium
(Art. 107, lid 1, VWEU)
Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Criterium van de particulier investeerder – Kapitaalinbreng – Gelijktijdige inbrengen van particuliere investeerders en van overheidsinvesteerders – Beoordelingscriteria
(Art. 107, lid 1, VWEU)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punt 15)
Uit het beginsel van gelijke behandeling van overheidsondernemingen en particuliere ondernemingen volgt dat wanneer kapitaal onder met normale marktvoorwaarden overeenkomende omstandigheden, al dan niet rechtstreeks, door de staat ter beschikking van een onderneming wordt gesteld, dit niet als staatssteun kan worden aangemerkt.
In dit verband dient onderscheid te worden gemaakt tussen de rol van de lidstaat als aandeelhouder van een onderneming en de rol van de staat als overheid. De toepasbaarheid van het criterium van de particuliere investeerder hangt uiteindelijk ervan af of de betrokken lidstaat een onderneming een economisch voordeel toekent in zijn hoedanigheid van aandeelhouder dan wel als overheid.
In deze context dient te worden nagegaan of de maatregel onder normale marktvoorwaarden zou zijn genomen door een particuliere investeerder die zich in een situatie bevindt die zo dicht mogelijk die van de staat benadert, waarbij alleen rekening dient te worden gehouden met de voordelen en verplichtingen die de staat in zijn hoedanigheid van aandeelhouder heeft, en niet met die welke voortvloeien uit zijn hoedanigheid van overheid. Wanneer het volstrekt onmogelijk is de situatie van een overheidsonderneming te vergelijken met die van een particuliere onderneming, moeten de normale marktvoorwaarden worden beoordeeld aan de hand van de beschikbare objectieve en verifieerbare elementen
Voor de toepassing van de toets van de particuliere investeerder staat het overigens aan de Commissie om de economische activiteiten van de betrokken lidstaat, met name geografisch en sectoraal, af te bakenen om de economische rationaliteit op lange termijn van het gedrag van deze staat te kunnen beoordelen. Alleen een voldoende aangetoonde of vaste praktijk van de particuliere ondernemingen kan voor die toets worden gebruikt.
In die omstandigheden moeten kapitaalinbrengen van een overheidsinvesteerder die ook op lange termijn elk uitzicht op rentabiliteit ontberen, als steun in de zin van artikel 107 VWEU worden aangemerkt en moet de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt uitsluitend aan de in dit artikel genoemde criteria worden getoetst. Summiere verwijzingen naar de reputatie van een lidstaat als algemene markdeelnemer volstaan niet om het ontbreken van staatssteun in de zin van het Unierecht te staven.
(cf. punten 30, 31, 33‑35, 39, 41)
Op het gebied van staatssteun sluit het feit alleen dat een kapitaalinbreng samen en gelijktijdig met een kapitaalinbreng door particuliere investeerders is gedaan, niet automatisch uit dat die kapitaalinbreng als staatsteun kan worden aangemerkt. Andere elementen, in het bijzonder de gelijke behandeling van de overheidsinvesteerders en de particuliere investeerders, moeten eveneens in aanmerking worden genomen.
In dit verband kan een voorwaarde volgens welke een kapitaalinbreng van particuliere overnemers in een overheidsonderneming kan worden ontbonden, zodat de oorspronkelijke aandeelhouder die zijn deelneming aan de overnemer heeft verkocht, de kapitaalinbreng van deze laatste zal moeten terugbetalen en de overnemer dus, anders dan de oorspronkelijke aandeelhouder, zijn kapitaalinbreng kan terugkrijgen indien de ontbindende voorwaarde intreedt, en zich kan terugtrekken uit de betrokken overheidsonderneming, een impact hebben op de voorwaarden voor deze herkapitalisatie en de vergelijkbaarheid ervan aantasten. Deze voorwaarde heeft dus een reële financiële waarde, kan het risicoprofiel van de kapitaalinbreng door de particuliere overnemers wijzigen en kan dus de vergelijkbaarheid van de investeringsvoorwaarden aantasten.
(cf. punten 54, 55, 59, 60)