Zaak C‑476/12

Österreichischer Gewerkschaftsbund

tegen

Verband Österreichischer Banken und Bankiers

(verzoek van het Oberste Gerichtshof om een prejudiciële beslissing)

„Prejudiciële verwijzing — Sociale politiek — Raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid — Discriminatieverbod — Collectieve overeenkomst die voorziet in een kindertoelage — Berekening van de toelage ten voordele van deeltijdwerkers volgens het pro-rata-temporisbeginsel”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 5 november 2014

Sociale politiek — Raamovereenkomst EVV, UNICE en CEEP inzake deeltijdarbeid — Richtlijn 97/81 — Verbod op discriminatie van deeltijdwerkers — Pro-rata-temporisbeginsel — Kindertoelage door de werkgever ter uitvoering van een collectieve overeenkomst betaald — Berekening van de toelage voor de deeltijdwerkers volgens het pro-rata-temporisbeginsel

(Richtlijn 97/81 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 98/23, bijlage, clausule 4)

Clausule 4, punt 2, van de raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 97/81 betreffende de door de Unice, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid, zoals gewijzigd bij richtlijn 98/23, moet aldus worden uitgelegd dat het pro-rata-temporisbeginsel van toepassing is op de berekening van het bedrag van een kindertoelage die door de werkgever van een deeltijdwerker ter uitvoering van een collectieve overeenkomst wordt uitgekeerd.

Aangezien de door de werkgever ter uitvoering van een collectieve overeenkomst betaalde kindertoelage deel uitmaakt van de beloning van de werknemer, wordt zij immers bepaald door de tussen laatstgenoemde en zijn werkgever overeengekomen arbeidsvoorwaarden.

Daaruit volgt dat, indien de werknemer volgens deze arbeidsvoorwaarden op deeltijdbasis is tewerkgesteld, de berekening van de kindertoelage op basis van het pro-rata-temporisbeginsel objectief gerechtvaardigd is in de zin van clausule 4, punt 1, van de raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid, en passend is in de zin van clausule 4, punt 2, van deze raamovereenkomst.

(cf. punten 19, 20, 25 en dictum)