EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CJ0309

Samenvatting van het arrest

Court reports – general

Zaak C‑309/12

Maria Albertina Gomes Viana Novo e.a.

tegen

Fundo de Garantia Salarial IP

(verzoek van het Tribunal Central Administrativo Norte om een prejudiciële beslissing)

„Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 80/987/EEG — Richtlijn 2002/74/EG — Bescherming van werknemers bij insolventie van werkgever — Waarborgfondsen — Beperking van betalingsverplichting van waarborgfondsen — Loonaanspraken die opeisbaar zijn geworden meer dan zes maanden vóór indiening van rechtsvordering tot insolventverklaring van werkgever”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 28 november 2013

Sociale politiek – Harmonisatie van wetgevingen – Bescherming van werknemers bij insolventie van werkgever – Richtlijn 80/987 – Beperking van betalingsverplichting van waarborgfondsen – Nationale regeling die loonaanspraken uitsluit die meer dan zes maanden vóór indiening van verzoek tot insolventverklaring van werkgever opeisbaar zijn geworden – Toelaatbaarheid

(Richtlijn 80/987 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2002/74 van het Europees Parlement en de Raad)

Richtlijn 80/987 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever, zoals gewijzigd bij richtlijn 2002/74, moet aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale regeling die geen loonaanspraken waarborgt die meer dan zes maanden vóór de indiening van een verzoek tot insolventverklaring van de werkgever opeisbaar zijn geworden, ook al hebben de werknemers vóór het begin van die periode een gerechtelijke procedure tegen hun werkgever ingesteld met het oog op de vaststelling en de gedwongen invordering van die aanspraken.

Zowel richtlijn 80/987, in de oorspronkelijke versie ervan, als de gewijzigde richtlijn 80/987 geven de lidstaten immers de bevoegdheid om de betalingsverplichting te beperken door de vaststelling van een referentieperiode of een waarborgperiode en/of van plafonds voor de betalingen. Derhalve staat de gewijzigde richtlijn 80/987 er niet aan in de weg dat een lidstaat als beginpunt van de referentieperiode de datum van de indiening van het verzoek tot insolventverklaring van de werkgever kiest. Evenzo mag een lidstaat die besluit gebruik te maken van de bevoegdheid om de waarborg te beperken door een referentieperiode vast te stellen, ervoor kiezen om die referentieperiode tot zes maanden te beperken, zolang hij de betaling van het loon over de laatste drie maanden van de arbeidsverhouding waarborgt.

Voorts beoogt de gewijzigde richtlijn 80/987 slechts een minimumbescherming van werknemers bij insolventie van hun werkgever. Dienaangaande blijkt uit de bepalingen betreffende de bevoegdheid van de lidstaten om hun waarborg te beperken, dat de bij die richtlijn ingestelde regeling rekening houdt met de financiële capaciteit van de lidstaten en het financiële evenwicht van hun waarborgfondsen beoogt te waarborgen. Derhalve moeten de gevallen waarin de verplichting van de waarborgfondsen tot betaling van de loonaanspraken mag worden beperkt, weliswaar strikt worden uitgelegd, maar mag die uitlegging niet elke betekenis ontnemen aan de uitdrukkelijk aan de lidstaten voorbehouden bevoegdheid om die betalingsverplichting te beperken.

(cf. punten 22, 27, 29, 31, 32, 37 en dictum)

Top

Zaak C‑309/12

Maria Albertina Gomes Viana Novo e.a.

tegen

Fundo de Garantia Salarial IP

(verzoek van het Tribunal Central Administrativo Norte om een prejudiciële beslissing)

„Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 80/987/EEG — Richtlijn 2002/74/EG — Bescherming van werknemers bij insolventie van werkgever — Waarborgfondsen — Beperking van betalingsverplichting van waarborgfondsen — Loonaanspraken die opeisbaar zijn geworden meer dan zes maanden vóór indiening van rechtsvordering tot insolventverklaring van werkgever”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 28 november 2013

Sociale politiek — Harmonisatie van wetgevingen — Bescherming van werknemers bij insolventie van werkgever — Richtlijn 80/987 — Beperking van betalingsverplichting van waarborgfondsen — Nationale regeling die loonaanspraken uitsluit die meer dan zes maanden vóór indiening van verzoek tot insolventverklaring van werkgever opeisbaar zijn geworden — Toelaatbaarheid

(Richtlijn 80/987 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2002/74 van het Europees Parlement en de Raad)

Richtlijn 80/987 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever, zoals gewijzigd bij richtlijn 2002/74, moet aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale regeling die geen loonaanspraken waarborgt die meer dan zes maanden vóór de indiening van een verzoek tot insolventverklaring van de werkgever opeisbaar zijn geworden, ook al hebben de werknemers vóór het begin van die periode een gerechtelijke procedure tegen hun werkgever ingesteld met het oog op de vaststelling en de gedwongen invordering van die aanspraken.

Zowel richtlijn 80/987, in de oorspronkelijke versie ervan, als de gewijzigde richtlijn 80/987 geven de lidstaten immers de bevoegdheid om de betalingsverplichting te beperken door de vaststelling van een referentieperiode of een waarborgperiode en/of van plafonds voor de betalingen. Derhalve staat de gewijzigde richtlijn 80/987 er niet aan in de weg dat een lidstaat als beginpunt van de referentieperiode de datum van de indiening van het verzoek tot insolventverklaring van de werkgever kiest. Evenzo mag een lidstaat die besluit gebruik te maken van de bevoegdheid om de waarborg te beperken door een referentieperiode vast te stellen, ervoor kiezen om die referentieperiode tot zes maanden te beperken, zolang hij de betaling van het loon over de laatste drie maanden van de arbeidsverhouding waarborgt.

Voorts beoogt de gewijzigde richtlijn 80/987 slechts een minimumbescherming van werknemers bij insolventie van hun werkgever. Dienaangaande blijkt uit de bepalingen betreffende de bevoegdheid van de lidstaten om hun waarborg te beperken, dat de bij die richtlijn ingestelde regeling rekening houdt met de financiële capaciteit van de lidstaten en het financiële evenwicht van hun waarborgfondsen beoogt te waarborgen. Derhalve moeten de gevallen waarin de verplichting van de waarborgfondsen tot betaling van de loonaanspraken mag worden beperkt, weliswaar strikt worden uitgelegd, maar mag die uitlegging niet elke betekenis ontnemen aan de uitdrukkelijk aan de lidstaten voorbehouden bevoegdheid om die betalingsverplichting te beperken.

(cf. punten 22, 27, 29, 31, 32, 37 en dictum)

Top