Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CJ0259

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van Hof – Grenzen – Kennelijk irrelevante vragen en hypothetische vragen gesteld in context waarin nuttig antwoord is uitgesloten – Vragen zonder verband met voorwerp van hoofdgeding

    (Art. 267 VWEU)

    2. Lidstaten – Voorbehouden bevoegdheden – Gebied van sancties inzake belasting over de toegevoegde waarde – Verplichting deze bevoegdheid uit te oefenen met inachtneming van Unierecht en algemene beginselen daarvan

    3. Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Beginsel van fiscale neutraliteit – Draagwijdte – Vertragingsboete door lidstaat ingevoerd voor belastingplichtige die zijn boekhoudplicht niet is nagekomen – Herstel van verzuim – Betaling van belasting – Toelaatbaarheid – Toetsing, door nationale rechterlijke instantie, van bepaalde omstandigheden aan de artikelen 242 en 273 van richtlijn 2006/112 en aan het evenredigheidsbeginsel

    (Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 242 en 273)

    Samenvatting

    1. Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punt 27)

    2. Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punt 31)

    3. Het beginsel van fiscale neutraliteit verzet zich niet ertegen dat de belastingdienst van een lidstaat een belastingplichtige die niet binnen de door de nationale wetgeving gestelde termijn zijn verplichting is nagekomen om gegevens te boeken en aan te geven die de berekening van de door hem verschuldigde belasting over de toegevoegde waarde beïnvloeden, een geldboete ten belope van deze niet binnen die termijn betaalde belasting oplegt, wanneer deze belastingplichtige het verzuim vervolgens heeft hersteld en de verschuldigde belasting met rente volledig heeft voldaan. Het staat aan de nationale rechterlijke instantie om, rekening houdend met de artikelen 242 en 273 van richtlijn 2006/112 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, te beoordelen of het bedrag van de opgelegde geldboete, gelet op de omstandigheden van het hoofdgeding, met name de termijn waarin de onregelmatigheid is rechtgezet, de ernst van deze onregelmatigheid en de eventueel aan de belastingplichtige toerekenbare fraude of omzeiling van de toepasselijke wetgeving, niet verder gaat dan nodig is ter waarborging van de juiste inning van de belasting en ter voorkoming van fraude.

    De justitiabelen kunnen in geval van fraude of misbruik namelijk geen beroep doen op het Unierecht. Te late betaling van de belasting kan op zich echter niet worden gelijkgesteld met fraude.

    (cf. punten 41-43 en dictum)

    Top

    Zaak C-259/12

    Teritorialna direktsia na Natsionalnata agentsia za prihodite – Plovdiv

    tegen

    Rodopi-M 91 OOD

    (verzoek van de Administrativen sad Plovdiv om een prejudiciële beslissing)

    „Fiscale bepalingen — Btw — Richtlijn 2006/112/EG — Beginsel van fiscale neutraliteit en evenredigheidsbeginsel — Tardieve boeking en tardieve aangifte van annulering van factuur — Herstel van verzuim — Betaling van belasting — Staatsbegroting — Geen schade — Administratieve sanctie”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 20 juni 2013

    1. Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van Hof – Grenzen – Kennelijk irrelevante vragen en hypothetische vragen gesteld in context waarin nuttig antwoord is uitgesloten – Vragen zonder verband met voorwerp van hoofdgeding

      (Art. 267 VWEU)

    2. Lidstaten – Voorbehouden bevoegdheden – Gebied van sancties inzake belasting over de toegevoegde waarde – Verplichting deze bevoegdheid uit te oefenen met inachtneming van Unierecht en algemene beginselen daarvan

    3. Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Beginsel van fiscale neutraliteit – Draagwijdte – Vertragingsboete door lidstaat ingevoerd voor belastingplichtige die zijn boekhoudplicht niet is nagekomen – Herstel van verzuim – Betaling van belasting – Toelaatbaarheid – Toetsing, door nationale rechterlijke instantie, van bepaalde omstandigheden aan de artikelen 242 en 273 van richtlijn 2006/112 en aan het evenredigheidsbeginsel

      (Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 242 en 273)

    1.  Zie de tekst van de beslissing.

      (cf. punt 27)

    2.  Zie de tekst van de beslissing.

      (cf. punt 31)

    3.  Het beginsel van fiscale neutraliteit verzet zich niet ertegen dat de belastingdienst van een lidstaat een belastingplichtige die niet binnen de door de nationale wetgeving gestelde termijn zijn verplichting is nagekomen om gegevens te boeken en aan te geven die de berekening van de door hem verschuldigde belasting over de toegevoegde waarde beïnvloeden, een geldboete ten belope van deze niet binnen die termijn betaalde belasting oplegt, wanneer deze belastingplichtige het verzuim vervolgens heeft hersteld en de verschuldigde belasting met rente volledig heeft voldaan. Het staat aan de nationale rechterlijke instantie om, rekening houdend met de artikelen 242 en 273 van richtlijn 2006/112 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, te beoordelen of het bedrag van de opgelegde geldboete, gelet op de omstandigheden van het hoofdgeding, met name de termijn waarin de onregelmatigheid is rechtgezet, de ernst van deze onregelmatigheid en de eventueel aan de belastingplichtige toerekenbare fraude of omzeiling van de toepasselijke wetgeving, niet verder gaat dan nodig is ter waarborging van de juiste inning van de belasting en ter voorkoming van fraude.

      De justitiabelen kunnen in geval van fraude of misbruik namelijk geen beroep doen op het Unierecht. Te late betaling van de belasting kan op zich echter niet worden gelijkgesteld met fraude.

      (cf. punten 41-43 en dictum)

    Top