Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CJ0651

    Samenvatting van het arrest

    Zaak C-651/11

    Staatssecretaris van Financiën

    tegen

    X BV

    (verzoek van de Hoge Raad der Nederlanden om een prejudiciële beslissing)

    „Btw — Zesde richtlijn (77/388/EEG) — Artikel 5, lid 8 — Begrip ‚overgang van geheel of gedeelte van algemeenheid van goederen’ — Overdracht van 30 % van aandelen in vennootschap waarvoor overdrager aan btw onderworpen diensten verricht”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Negende kamer) van 30 mei 2013

    Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Zesde richtlijn – Overgang van geheel of gedeelte van algemeenheid van goederen – Begrip – Overdracht van 30 % van aandelen in vennootschap door aandeelhouder die aan belasting onderworpen diensten verricht voor deze vennootschap – Daarvan uitgesloten – Gelijktijdige overdracht van alle andere aandelen door de overige aandeelhouders aan zelfde overnemer – Overdracht die nauw samenhangt met voor vennootschap verrichte managementwerkzaamheden – Geen invloed

    (Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 5, lid 8, en 6, lid 5)

    De artikelen 5, lid 8, en/of 6, lid 5, van de Zesde richtlijn (77/388) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting moeten aldus worden uitgelegd dat de overdracht van 30 % van de aandelen in een vennootschap waarvoor de overdrager aan de belasting over de toegevoegde waarde onderworpen diensten verricht, geen overgang van het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen of diensten in de zin van deze bepalingen vormt, ongeacht of de overige aandeelhouders nagenoeg tegelijkertijd aan dezelfde persoon alle andere aandelen in deze vennootschap overdragen en deze overdracht nauw samenhangt met de voor dezelfde vennootschap verrichte managementwerkzaamheden.

    Het begrip overgang van het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen omvat immers de overdracht van een handelszaak of van een autonoom bedrijfsonderdeel met lichamelijke en eventueel ook onlichamelijke zaken, welke tezamen een onderneming of een gedeelte van een onderneming vormen waarmee een autonome economische activiteit kan worden uitgeoefend. De enkele aankoop, het enkele bezit en de enkele verkoop van aandelen vormen op zich echter geen economische activiteit in de zin van de Zesde richtlijn, aangezien de financiële deelneming in andere ondernemingen als zodanig niet is aan te merken als de exploitatie van een zaak om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen. Bijgevolg kan de overdracht van aandelen in een vennootschap, ongeacht de omvang van de deelneming, slechts worden gelijkgesteld met de overgang van het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen wanneer de deelneming deel is van een zelfstandige eenheid waarmee een autonome economische activiteit kan worden uitgeoefend, en deze activiteit door de verkrijger wordt voortgezet. Een aandelenoverdracht zonder meer die niet gepaard gaat met de overdracht van activa, maakt het de verkrijger evenwel niet mogelijk een autonome economische activiteit voort te zetten als rechtsverkrijgende van de overdrager. De aandeelhouders zijn geen eigenaar van de activa van de onderneming waarin zij een deelneming bezitten, maar zij zijn eigenaar van hun deelneming en in die hoedanigheid hebben zij recht op een dividend.

    Bovendien is volgens het fundamentele beginsel van het stelsel van belasting over de toegevoegde waarde bij elke transactie inzake productie of distributie belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd, onder aftrek van de belasting waarmee de onderscheiden elementen van de prijs rechtstreeks zijn belast. In de tekst van artikel 5, lid 8, van de Zesde richtlijn komt de term „overdrager” in het enkelvoud voor, hetgeen impliceert dat deze bepaling geen toepassing vindt wanneer verschillende verkopers hun deelneming aan éénzelfde verkrijger verkopen. Daaruit volgt dat elke handeling individueel en autonoom moet worden beoordeeld.

    (cf. punten 32, 36, 38, 39, 45-47, 58 en dictum)

    Top

    Zaak C-651/11

    Staatssecretaris van Financiën

    tegen

    X BV

    (verzoek van de Hoge Raad der Nederlanden om een prejudiciële beslissing)

    „Btw — Zesde richtlijn (77/388/EEG) — Artikel 5, lid 8 — Begrip ‚overgang van geheel of gedeelte van algemeenheid van goederen’ — Overdracht van 30 % van aandelen in vennootschap waarvoor overdrager aan btw onderworpen diensten verricht”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Negende kamer) van 30 mei 2013

    Harmonisatie van de belastingwetgeving — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde — Zesde richtlijn — Overgang van geheel of gedeelte van algemeenheid van goederen — Begrip — Overdracht van 30 % van aandelen in vennootschap door aandeelhouder die aan belasting onderworpen diensten verricht voor deze vennootschap — Daarvan uitgesloten — Gelijktijdige overdracht van alle andere aandelen door de overige aandeelhouders aan zelfde overnemer — Overdracht die nauw samenhangt met voor vennootschap verrichte managementwerkzaamheden — Geen invloed

    (Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 5, lid 8, en 6, lid 5)

    De artikelen 5, lid 8, en/of 6, lid 5, van de Zesde richtlijn (77/388) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting moeten aldus worden uitgelegd dat de overdracht van 30 % van de aandelen in een vennootschap waarvoor de overdrager aan de belasting over de toegevoegde waarde onderworpen diensten verricht, geen overgang van het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen of diensten in de zin van deze bepalingen vormt, ongeacht of de overige aandeelhouders nagenoeg tegelijkertijd aan dezelfde persoon alle andere aandelen in deze vennootschap overdragen en deze overdracht nauw samenhangt met de voor dezelfde vennootschap verrichte managementwerkzaamheden.

    Het begrip overgang van het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen omvat immers de overdracht van een handelszaak of van een autonoom bedrijfsonderdeel met lichamelijke en eventueel ook onlichamelijke zaken, welke tezamen een onderneming of een gedeelte van een onderneming vormen waarmee een autonome economische activiteit kan worden uitgeoefend. De enkele aankoop, het enkele bezit en de enkele verkoop van aandelen vormen op zich echter geen economische activiteit in de zin van de Zesde richtlijn, aangezien de financiële deelneming in andere ondernemingen als zodanig niet is aan te merken als de exploitatie van een zaak om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen. Bijgevolg kan de overdracht van aandelen in een vennootschap, ongeacht de omvang van de deelneming, slechts worden gelijkgesteld met de overgang van het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen wanneer de deelneming deel is van een zelfstandige eenheid waarmee een autonome economische activiteit kan worden uitgeoefend, en deze activiteit door de verkrijger wordt voortgezet. Een aandelenoverdracht zonder meer die niet gepaard gaat met de overdracht van activa, maakt het de verkrijger evenwel niet mogelijk een autonome economische activiteit voort te zetten als rechtsverkrijgende van de overdrager. De aandeelhouders zijn geen eigenaar van de activa van de onderneming waarin zij een deelneming bezitten, maar zij zijn eigenaar van hun deelneming en in die hoedanigheid hebben zij recht op een dividend.

    Bovendien is volgens het fundamentele beginsel van het stelsel van belasting over de toegevoegde waarde bij elke transactie inzake productie of distributie belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd, onder aftrek van de belasting waarmee de onderscheiden elementen van de prijs rechtstreeks zijn belast. In de tekst van artikel 5, lid 8, van de Zesde richtlijn komt de term „overdrager” in het enkelvoud voor, hetgeen impliceert dat deze bepaling geen toepassing vindt wanneer verschillende verkopers hun deelneming aan éénzelfde verkrijger verkopen. Daaruit volgt dat elke handeling individueel en autonoom moet worden beoordeeld.

    (cf. punten 32, 36, 38, 39, 45-47, 58 en dictum)

    Top