Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CJ0428

    Samenvatting van het arrest

    Zaak C-428/11

    Purely Creative Ltd e.a.

    tegen

    Office of Fair Trading

    [verzoek van de Court of Appeal (England and Wales) (Civil Division) om een prejudiciële beslissing]

    „Richtlijn 2005/29/EG — Oneerlijke handelspraktijken — Praktijk die erin bestaat consument mee te delen dat hij prijs heeft gewonnen, waarbij hij verplicht wordt kosten te maken om prijs te ontvangen”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 18 oktober 2012

    Bescherming van consument – Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Richtlijn 2005/29 – Agressieve handelspraktijk waarbij consument wordt meegedeeld dat hij prijs heeft gewonnen, maar kosten zijn verbonden aan opeising ervan – Handelspraktijk die onder alle omstandigheden als oneerlijk wordt beschouwd – Verplichting om consument duidelijke en passende informatie te verstrekken over gewonnen prijs – Beoordeling door nationale rechter – Criteria

    (Richtlijn 2005/29 van het Europees Parlement en de Raad, punten 18 en 19 van de considerans, art. 5, lid 2, sub b, en bijlage I, punt 31)

    Punt 31, tweede streepje, van bijlage I bij richtlijn 2005/29 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijnen 84/450, 97/7, 98/27 en 2002/65 en van verordening nr. 2006/2004, dient aldus te worden uitgelegd dat het een verbod stelt op agressieve praktijken waarmee handelaars de bedrieglijke indruk wekken dat de consument al een prijs heeft gewonnen, terwijl het ondernemen van stappen om in aanmerking te kunnen komen voor de prijs, of het nu gaat om een verzoek om informatie over de aard van de prijs of om de inontvangstneming ervan, afhankelijk is van de betaling van een geldsom of het dragen van kosten door de consument.

    Het is niet van belang dat de kosten die de consument worden opgelegd, zoals de kostprijs van een postzegel, slechts minimaal zijn ten opzichte van de waarde van de prijs of de handelaar geen enkele winst opleveren.

    Het is evenmin van belang dat een prijs kan worden opgeëist op verschillende door de handelaar aan de consument voorgestelde wijzen, waarvan er minstens één gratis is, wanneer verschillende van de voorgestelde methoden impliceren dat de consument kosten maakt om informatie te verkrijgen over de prijs of over de wijze waarop deze kan worden ontvangen.

    Het staat aan de nationale rechterlijke instanties om de aan de consument verstrekte informatie te beoordelen tegen de achtergrond van de punten 18 en 19 van de considerans van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken en van artikel 5, lid 2, sub b, van deze richtlijn, dat wil zeggen rekening houdend met de vraag of deze informatie duidelijk en begrijpelijk is voor het publiek waarop de toegepaste praktijk is gericht.

    (cf. punt 57 en dictum)

    Top

    Zaak C-428/11

    Purely Creative Ltd e.a.

    tegen

    Office of Fair Trading

    [verzoek van de Court of Appeal (England and Wales) (Civil Division) om een prejudiciële beslissing]

    „Richtlijn 2005/29/EG — Oneerlijke handelspraktijken — Praktijk die erin bestaat consument mee te delen dat hij prijs heeft gewonnen, waarbij hij verplicht wordt kosten te maken om prijs te ontvangen”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 18 oktober 2012

    Bescherming van consument — Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten — Richtlijn 2005/29 — Agressieve handelspraktijk waarbij consument wordt meegedeeld dat hij prijs heeft gewonnen, maar kosten zijn verbonden aan opeising ervan — Handelspraktijk die onder alle omstandigheden als oneerlijk wordt beschouwd — Verplichting om consument duidelijke en passende informatie te verstrekken over gewonnen prijs — Beoordeling door nationale rechter — Criteria

    (Richtlijn 2005/29 van het Europees Parlement en de Raad, punten 18 en 19 van de considerans, art. 5, lid 2, sub b, en bijlage I, punt 31)

    Punt 31, tweede streepje, van bijlage I bij richtlijn 2005/29 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijnen 84/450, 97/7, 98/27 en 2002/65 en van verordening nr. 2006/2004, dient aldus te worden uitgelegd dat het een verbod stelt op agressieve praktijken waarmee handelaars de bedrieglijke indruk wekken dat de consument al een prijs heeft gewonnen, terwijl het ondernemen van stappen om in aanmerking te kunnen komen voor de prijs, of het nu gaat om een verzoek om informatie over de aard van de prijs of om de inontvangstneming ervan, afhankelijk is van de betaling van een geldsom of het dragen van kosten door de consument.

    Het is niet van belang dat de kosten die de consument worden opgelegd, zoals de kostprijs van een postzegel, slechts minimaal zijn ten opzichte van de waarde van de prijs of de handelaar geen enkele winst opleveren.

    Het is evenmin van belang dat een prijs kan worden opgeëist op verschillende door de handelaar aan de consument voorgestelde wijzen, waarvan er minstens één gratis is, wanneer verschillende van de voorgestelde methoden impliceren dat de consument kosten maakt om informatie te verkrijgen over de prijs of over de wijze waarop deze kan worden ontvangen.

    Het staat aan de nationale rechterlijke instanties om de aan de consument verstrekte informatie te beoordelen tegen de achtergrond van de punten 18 en 19 van de considerans van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken en van artikel 5, lid 2, sub b, van deze richtlijn, dat wil zeggen rekening houdend met de vraag of deze informatie duidelijk en begrijpelijk is voor het publiek waarop de toegepaste praktijk is gericht.

    (cf. punt 57 en dictum)

    Top