This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011CJ0410
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
Zaak C-410/11
Pedro Espada Sánchez e.a.
tegen
Iberia Líneas Aéreas de España SA
(verzoek van de Audiencia Provincial de Barcelona om een prejudiciële beslissing)
„Luchtvervoer — Verdrag van Montreal — Artikel 22, lid 2 — Aansprakelijkheid van vervoerders voor bagage — Beperkingen bij vernieling, verlies, beschadiging of vertraging van bagage — Gemeenschappelijke bagage van meerdere passagiers — Registratie door slechts één van hen”
Samenvatting – Arrest van het Hof (Derde kamer) van 22 november 2012
Internationale overeenkomsten – Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer – Bevoegdheid van het Hof tot uitlegging van bepalingen daarvan
(Verdrag van Montreal van 1999)
Vervoer – Luchtvervoer – Verordening nr. 2027/97 – Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer – Aansprakelijkheid van vervoerders voor geregistreerde bagage – Beperking bij vernieling, verlies, beschadiging of vertraging van bagage – Draagwijdte – Gemeenschappelijke bagage van meerdere passagiers die op naam van één van hen is geregistreerd – Individueel recht op schadevergoeding van iedere passagier
(Verordening nr. 2027/97 van de Raad; verdrag van Montreal van 1999, art. 3, lid 3, 17, lid 2, en 22, lid 2)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punten 20-22)
Artikel 22, lid 2, van het op 28 mei 1999 te Montreal gesloten Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer, gelezen in samenhang met artikel 3, lid 3, van dit verdrag, moet aldus worden uitgelegd dat het recht op schadevergoeding en de beperking van de aansprakelijkheid van de vervoerder in geval van verlies van bagage eveneens gelden voor de passagier die deze schadevergoeding vordert voor verlies van bagage die is geregistreerd op naam van een andere passagier wanneer deze verloren bagage daadwerkelijk voorwerpen van eerstgenoemde passagier bevatte.
Bijgevolg heeft volgens het verdrag van Montreal niet alleen de passagier die zijn eigen bagage persoonlijk heeft geregistreerd, maar ook degene wiens voorwerpen zich bevonden in bagage die een andere passagier van dezelfde vlucht heeft aangegeven, in geval van verlies van deze voorwerpen een individueel recht op schadevergoeding overeenkomstig de regels van artikel 17, lid 2, eerste zin, van dit verdrag en binnen de grenzen van artikel 22, lid 2, ervan.
Voor de toekenning van de in dat artikel 22, lid 2, bedoelde vergoeding staat het echter aan de betrokken passagiers om onder toezicht van de nationale rechter rechtens genoegzaam het bewijs te leveren van de inhoud van de verloren bagage en van het feit dat de op naam van een andere passagier geregistreerde bagage effectief voorwerpen bevatte van een andere passagier van diezelfde vlucht. In dit verband kan de nationale rechter rekening houden met het feit dat deze passagiers tot hetzelfde gezin behoren, hun tickets samen hebben gekocht of op hetzelfde moment hebben ingecheckt.
(cf. punten 27, 35, 36 en dictum)
Zaak C-410/11
Pedro Espada Sánchez e.a.
tegen
Iberia Líneas Aéreas de España SA
(verzoek van de Audiencia Provincial de Barcelona om een prejudiciële beslissing)
„Luchtvervoer — Verdrag van Montreal — Artikel 22, lid 2 — Aansprakelijkheid van vervoerders voor bagage — Beperkingen bij vernieling, verlies, beschadiging of vertraging van bagage — Gemeenschappelijke bagage van meerdere passagiers — Registratie door slechts één van hen”
Samenvatting – Arrest van het Hof (Derde kamer) van 22 november 2012
Internationale overeenkomsten — Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer — Bevoegdheid van het Hof tot uitlegging van bepalingen daarvan
(Verdrag van Montreal van 1999)
Vervoer — Luchtvervoer — Verordening nr. 2027/97 — Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer — Aansprakelijkheid van vervoerders voor geregistreerde bagage — Beperking bij vernieling, verlies, beschadiging of vertraging van bagage — Draagwijdte — Gemeenschappelijke bagage van meerdere passagiers die op naam van één van hen is geregistreerd — Individueel recht op schadevergoeding van iedere passagier
(Verordening nr. 2027/97 van de Raad; verdrag van Montreal van 1999, art. 3, lid 3, 17, lid 2, en 22, lid 2)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punten 20-22)
Artikel 22, lid 2, van het op 28 mei 1999 te Montreal gesloten Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer, gelezen in samenhang met artikel 3, lid 3, van dit verdrag, moet aldus worden uitgelegd dat het recht op schadevergoeding en de beperking van de aansprakelijkheid van de vervoerder in geval van verlies van bagage eveneens gelden voor de passagier die deze schadevergoeding vordert voor verlies van bagage die is geregistreerd op naam van een andere passagier wanneer deze verloren bagage daadwerkelijk voorwerpen van eerstgenoemde passagier bevatte.
Bijgevolg heeft volgens het verdrag van Montreal niet alleen de passagier die zijn eigen bagage persoonlijk heeft geregistreerd, maar ook degene wiens voorwerpen zich bevonden in bagage die een andere passagier van dezelfde vlucht heeft aangegeven, in geval van verlies van deze voorwerpen een individueel recht op schadevergoeding overeenkomstig de regels van artikel 17, lid 2, eerste zin, van dit verdrag en binnen de grenzen van artikel 22, lid 2, ervan.
Voor de toekenning van de in dat artikel 22, lid 2, bedoelde vergoeding staat het echter aan de betrokken passagiers om onder toezicht van de nationale rechter rechtens genoegzaam het bewijs te leveren van de inhoud van de verloren bagage en van het feit dat de op naam van een andere passagier geregistreerde bagage effectief voorwerpen bevatte van een andere passagier van diezelfde vlucht. In dit verband kan de nationale rechter rekening houden met het feit dat deze passagiers tot hetzelfde gezin behoren, hun tickets samen hebben gekocht of op hetzelfde moment hebben ingecheckt.
(cf. punten 27, 35, 36 en dictum)