EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CO0020

Samenvatting van de beschikking

Trefwoorden
Onderwerp
Dictum

Trefwoorden

Sociale politiek – Raamovereenkomst EVV, UNICE en EGEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd – Richtlijn 1999/70 – Verbod van verlaging van algemeen niveau van bescherming van werknemers op door die raamovereenkomst bestreken gebied (Richtlijn 1999/70 van de Raad, bijlage, clausule 8, punt 3) (cf. punt 48)

2. Sociale politiek – Raamovereenkomst EVV, UNICE en EGEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd – Richtlijn 1999/70 – Werkingssfeer – Verschillen in behandeling van bepaalde categorieën van werknemers voor bepaalde tijd – Daarvan uitgesloten (Richtlijn 1999/70 van de Raad, bijlage, clausule 4) (cf. punten 55‑57)

3. Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van Hof – Grenzen – Raamovereenkomst EVV, UNICE en EGEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd – Richtlijn 1999/70 – Doel – Vaststelling van algemene beginselen en minimumvoorschriften betreffende beperkt aantal aspecten van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd – Ontbreken van harmonisatie van alle nationale regels betreffende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (Art. 267 VWEU) (cf. punten 50, 54, 63-65)

4. Prejudiciële vragen – Ontvankelijkheid – Noodzaak om Hof voldoende preciseringen van feitelijk en juridisch kader te verstrekken – Omvang van die verplichting op gebied van mededinging (Art. 267 VWEU) (cf. punten 76‑77, 79)

Onderwerp

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Tribunale di Trani – Uitlegging van clausules 3 en 8, punt 3, van de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (PB L 175, blz. 43) – Verenigbaarheid van een nationale regeling op grond waarvan in de nationale rechtsorde geldig is een clausule waarin de reden voor een indienstneming voor bepaalde tijd van werknemers door SPA Poste Italiane niet is vermeld

Dictum

Dictum

1) Clausule 8, punt 3, van de op 18 maart 1999 gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, moet aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staat aan een nationale regeling als die van artikel 2, lid 1 bis, van decreto legislativo n. 368, attuazione della direttiva 1999/70/EG relativa all’accordo quadro sul lavoro a tempo determinato concluso dall’UNICE, dal CEEP e dal CES (wetsbesluit nr. 368 betreffende de uitvoering van richtlijn 1999/70/CE betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd), van 6 september 2001, die, anders dan de wettelijke regeling die vóór de inwerkingtreding van dit decreto legislativo van toepassing was, een onderneming als Poste Italiane SpA in staat stelt om, onder bepaalde voorwaarden, een eerste of enige arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd te sluiten met een werknemer, zoals de heer Vino, zonder de objectieve redenen te moeten aangeven die de gebruikmaking van een voor een dergelijke tijdsduur gesloten overeenkomst rechtvaardigen, wanneer die regeling geen verband houdt met de uitvoering van die raamovereenkomst. Het is in dit opzicht niet relevant dat het met die regeling nagestreefde doel geen bescherming verdient die minstens gelijkwaardig is aan de bescherming van werknemers voor bepaalde tijd zoals bedoeld in die raamovereenkomst.

2) Het Hof van Justitie van de Europese Unie is kennelijk onbevoegd is om de vierde door het Tribunale di Trani (Italië) gestelde vraag te beantwoorden.

3) De vijfde door het Tribunale di Trani gestelde prejudiciële vraag is kennelijk niet-ontvankelijk.

Top