Zaak C-599/10

SAG ELV Slovensko a.s. e.a.

tegen

Úrad pre verejné obstarávanie

(verzoek van de Najvyšší súd Slovenskej republiky om een prejudiciële beslissing)

„Overheidsopdrachten — Richtlijn 2004/18/EG — Gunning van opdrachten — Niet-openbare aanbesteding — Beoordeling van offerte — Verzoeken van aanbestedende dienst om nadere toelichting bij offerte — Voorwaarden”

Samenvatting van het arrest

Harmonisatie van wetgevingen — Procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten — Richtlijn 2004/18 — Niet-openbare aanbesteding — Abnormaal lage offerte — Verplichting van aanbestedende dienst om preciseringen te verzoeken over prijsvoorstel zodat gegadigden samenstelling van hun offerte kunnen toelichten — Toetsing door nationale rechter

(Richtlijn 2004/18 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2 en 55)

Artikel 55 van richtlijn 2004/18 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten moet aldus worden uitgelegd dat het vereist dat de nationale wettelijke regeling een bepaling bevat die in wezen voorschrijft dat wanneer de gegadigde een abnormaal lage prijs voorstelt, de aanbestedende dienst hem schriftelijk verzoekt om zijn prijsvoorstel nader toe te lichten. Het staat aan de nationale rechter om, op basis van alle hem overgelegde dossierstukken, te onderzoeken of het verzoek om nadere toelichting de betrokken gegadigde in staat heeft gesteld om zijn offerte afdoende toe te lichten.

Dezelfde bepaling verzet zich tegen het standpunt van een aanbestedende dienst die van mening zou zijn dat het niet aan hem staat om de gegadigde om uitleg over een abnormaal lage prijs te verzoeken.

Artikel 2 van richtlijn 2004/18 verzet zich niet tegen een bepaling van nationaal recht volgens welke de aanbestedende dienst in wezen de gegadigden schriftelijk kan verzoeken om hun offerte nader toe te lichten zonder evenwel een wijziging van de offerte te vragen of te aanvaarden. In de uitoefening van deze beoordelingsbevoegdheid dient de aanbestedende dienst de verschillende gegadigden gelijk en op loyale wijze te behandelen, zodat het verzoek om nadere toelichting aan het einde van de procedure van selectie van de offertes en in het licht van de uitkomst daarvan niet overkomt als ten onrechte in het voordeel of nadeel van de gegadigde of gegadigden tot wie dit verzoek was gericht.

(cf. punt 45 en dictum)

Zaak C-599/10

SAG ELV Slovensko a.s. e.a.

tegen

Úrad pre verejné obstarávanie

(verzoek van de Najvyšší súd Slovenskej republiky om een prejudiciële beslissing)

„Overheidsopdrachten — Richtlijn 2004/18/EG — Gunning van opdrachten — Niet-openbare aanbesteding — Beoordeling van offerte — Verzoeken van aanbestedende dienst om nadere toelichting bij offerte — Voorwaarden”

Samenvatting van het arrest

Harmonisatie van wetgevingen – Procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten – Richtlijn 2004/18 – Niet-openbare aanbesteding – Abnormaal lage offerte – Verplichting van aanbestedende dienst om preciseringen te verzoeken over prijsvoorstel zodat gegadigden samenstelling van hun offerte kunnen toelichten – Toetsing door nationale rechter

(Richtlijn 2004/18 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2 en 55)

Artikel 55 van richtlijn 2004/18 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten moet aldus worden uitgelegd dat het vereist dat de nationale wettelijke regeling een bepaling bevat die in wezen voorschrijft dat wanneer de gegadigde een abnormaal lage prijs voorstelt, de aanbestedende dienst hem schriftelijk verzoekt om zijn prijsvoorstel nader toe te lichten. Het staat aan de nationale rechter om, op basis van alle hem overgelegde dossierstukken, te onderzoeken of het verzoek om nadere toelichting de betrokken gegadigde in staat heeft gesteld om zijn offerte afdoende toe te lichten.

Dezelfde bepaling verzet zich tegen het standpunt van een aanbestedende dienst die van mening zou zijn dat het niet aan hem staat om de gegadigde om uitleg over een abnormaal lage prijs te verzoeken.

Artikel 2 van richtlijn 2004/18 verzet zich niet tegen een bepaling van nationaal recht volgens welke de aanbestedende dienst in wezen de gegadigden schriftelijk kan verzoeken om hun offerte nader toe te lichten zonder evenwel een wijziging van de offerte te vragen of te aanvaarden. In de uitoefening van deze beoordelingsbevoegdheid dient de aanbestedende dienst de verschillende gegadigden gelijk en op loyale wijze te behandelen, zodat het verzoek om nadere toelichting aan het einde van de procedure van selectie van de offertes en in het licht van de uitkomst daarvan niet overkomt als ten onrechte in het voordeel of nadeel van de gegadigde of gegadigden tot wie dit verzoek was gericht.

(cf. punt 45 en dictum)