Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CJ0477

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Europese Unie — Instellingen — Recht van toegang van publiek tot documenten — Verordening nr. 1049/2001 — Uitzonderingen op recht van toegang tot documenten — Draagwijdte — Toepassing op administratieve dossiers inzake procedures van controle op concentraties — Documenten uitgewisseld tussen Commissie en aanmeldende partijen of derden

(Art. 15 VWEU; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2; verordening nr. 139/2004 van de Raad)

2. Europese Unie — Instellingen — Recht van toegang van publiek tot documenten — Verordening nr. 1049/2001 — Uitzonderingen op recht van toegang tot documenten — Bescherming van besluitvormingsproces — Interne documenten van Commissie inzake procedure van controle op concentraties — Definitief geworden beslissing tot beëindiging van procedure — Weigering van toegang — Motiveringsplicht — Omvang

(Art. 15 VWEU; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 3)

3. Europese Unie — Instellingen — Recht van toegang van publiek tot documenten — Verordening nr. 1049/2001 — Uitzonderingen op recht van toegang tot documenten — Bescherming van juridische adviezen — Interne documenten van Commissie inzake procedure van controle op concentraties — Definitief geworden beslissing tot beëindiging van procedure — Weigering van toegang — Motiveringsplicht — Omvang

(Art. 15 VWEU; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2; verordening nr. 139/2004 van de Raad)

Samenvatting

1. Verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie heeft weliswaar tot doel het publiek een zo ruim mogelijk recht van toegang tot documenten van de instellingen te geven, maar dit recht op toegang is in het licht van de uitzonderingsregeling van artikel 4 van deze verordening onderworpen aan bepaalde beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen.

Ter rechtvaardiging van de weigering om toegang te verlenen tot een document volstaat het in beginsel niet dat het document een in artikel 4, lid 2, van verordening nr. 1049/2001 genoemde activiteit of een aldaar genoemd belang — zoals de bescherming van het doel van onderzoeken — betreft. De betrokken instelling moet tevens uitleggen in welk opzicht de toegang tot dat document een concrete en daadwerkelijke ondermijning zou vormen van het belang dat wordt beschermd door een van de in dat artikel neergelegde uitzonderingen. Die instelling mag zich evenwel in dit verband baseren op algemene vermoedens die gelden voor bepaalde categorieën van documenten, daar vergelijkbare overwegingen van algemene aard kunnen gelden voor verzoeken om openbaarmaking met betrekking tot documenten van gelijke aard.

Dergelijke algemene vermoedens zijn van toepassing in de context van de procedure van controle op concentraties van ondernemingen, daar de regeling van deze procedure, met name verordening nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen, eveneens voorziet in strikte regels met betrekking tot de behandeling van informatie die in het kader van een dergelijke procedure is verkregen of opgesteld. Het bij die regeling verleende recht om in het kader van een procedure van controle op concentraties het administratieve dossier in te zien en het recht op toegang tot documenten uit hoofde van verordening nr. 1049/2001 zijn weliswaar juridisch verschillend, doch dit neemt niet weg dat zij uit functioneel oogpunt tot een vergelijkbare situatie leiden, voor zover zij voorzien in de toegang tot het dossier waardoor de belanghebbenden de bij de Commissie ingediende opmerkingen en documenten kunnen verkrijgen.

Derhalve zou een algemene toegang, op basis van verordening nr. 1049/2001, tot documenten die in het kader van een dergelijke procedure tussen de Commissie en de aanmeldende partijen of derden worden uitgewisseld, het evenwicht in gevaar kunnen brengen dat de Uniewetgever in de concentratieverordening heeft willen verzekeren tussen de verplichting voor de betrokken ondernemingen om de Commissie commerciële informatie mee te delen die mogelijkerwijs gevoelig is, teneinde de Commissie in staat te stellen de verenigbaarheid van de voorgenomen concentratie met de gemeenschappelijke markt te beoordelen enerzijds, en het waarborgen van een verhoogde bescherming met betrekking tot de aldus aan de Commissie overgelegde documenten op grond van de geheimhoudingsplicht en het zakengeheim anderzijds.

Indien andere personen dan die welke op grond van de regeling inzake controle op concentraties recht hebben op toegang tot het dossier, of personen die als betrokkenen konden worden beschouwd maar geen gebruik hebben gemaakt van hun recht op toegang tot de informatie of een dergelijk recht geweigerd zagen, toegang tot de documenten zouden kunnen verkrijgen op grond van verordening nr. 1049/2001, zou het door die regeling vastgestelde systeem op losse schroeven worden gezet.

Een dergelijk algemeen vermoeden dat de weigering van toegang tot die documenten rechtvaardigt, geldt los van de vraag of het verzoek om toegang een controleprocedure betreft die reeds is afgesloten of nog hangende is.

Dat algemene vermoeden sluit evenwel niet uit dat kan worden aangetoond dat een bepaald document waarvan openbaarmaking is gevraagd, niet onder dat vermoeden valt of dat er een hoger openbaar belang is dat openbaarmaking van dit document gebiedt krachtens artikel 4, lid 2, van verordening nr. 1049/2001.

(cf. punten 53, 57, 59, 61-63, 66, 68, 84)

2. In de zin van artikel 4, lid 3, tweede alinea, van verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie dient de Commissie, in een situatie waarin een verzoek om toegang tot interne documenten van de Commissie inzake een procedure van controle op concentraties werd ingediend nadat de beschikking van deze instelling waarmee deze procedure werd afgesloten bij gebreke van een beroep in rechte tegen die beschikking definitief was geworden, in de weigeringsbeschikking de specifieke redenen — gestaafd met uitvoerige informatie over de concrete inhoud van de verschillende gevraagde documenten — uiteen te zetten op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat de openbaarmaking van elk van deze documenten het besluitvormingsproces van deze instelling ernstig zou ondermijnen.

(cf. punten 75-77)

3. Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 78)

Top

Zaak C-477/10 P

Europese Commissie

tegen

Agrofert Holding a.s.

„Hogere voorziening — Toegang tot documenten van instellingen — Verordening (EG) nr. 1049/2001 — Documenten betreffende procedure van controle op concentratie van ondernemingen — Verordening (EG) nr. 139/2004 — Weigering van toegang — Uitzonderingen met betrekking tot bescherming van doel van onderzoeken, van commerciële belangen, van juridisch advies en van besluitvormingsproces van instellingen”

Samenvatting van het arrest

  1. Europese Unie – Instellingen – Recht van toegang van publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op recht van toegang tot documenten – Draagwijdte – Toepassing op administratieve dossiers inzake procedures van controle op concentraties – Documenten uitgewisseld tussen Commissie en aanmeldende partijen of derden

    (Art. 15 VWEU; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2; verordening nr. 139/2004 van de Raad)

  2. Europese Unie – Instellingen – Recht van toegang van publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op recht van toegang tot documenten – Bescherming van besluitvormingsproces – Interne documenten van Commissie inzake procedure van controle op concentraties – Definitief geworden beslissing tot beëindiging van procedure – Weigering van toegang – Motiveringsplicht – Omvang

    (Art. 15 VWEU; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 3)

  3. Europese Unie – Instellingen – Recht van toegang van publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op recht van toegang tot documenten – Bescherming van juridische adviezen – Interne documenten van Commissie inzake procedure van controle op concentraties – Definitief geworden beslissing tot beëindiging van procedure – Weigering van toegang – Motiveringsplicht – Omvang

    (Art. 15 VWEU; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2; verordening nr. 139/2004 van de Raad)

  1.  Verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie heeft weliswaar tot doel het publiek een zo ruim mogelijk recht van toegang tot documenten van de instellingen te geven, maar dit recht op toegang is in het licht van de uitzonderingsregeling van artikel 4 van deze verordening onderworpen aan bepaalde beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen.

    Ter rechtvaardiging van de weigering om toegang te verlenen tot een document volstaat het in beginsel niet dat het document een in artikel 4, lid 2, van verordening nr. 1049/2001 genoemde activiteit of een aldaar genoemd belang — zoals de bescherming van het doel van onderzoeken — betreft. De betrokken instelling moet tevens uitleggen in welk opzicht de toegang tot dat document een concrete en daadwerkelijke ondermijning zou vormen van het belang dat wordt beschermd door een van de in dat artikel neergelegde uitzonderingen. Die instelling mag zich evenwel in dit verband baseren op algemene vermoedens die gelden voor bepaalde categorieën van documenten, daar vergelijkbare overwegingen van algemene aard kunnen gelden voor verzoeken om openbaarmaking met betrekking tot documenten van gelijke aard.

    Dergelijke algemene vermoedens zijn van toepassing in de context van de procedure van controle op concentraties van ondernemingen, daar de regeling van deze procedure, met name verordening nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen, eveneens voorziet in strikte regels met betrekking tot de behandeling van informatie die in het kader van een dergelijke procedure is verkregen of opgesteld. Het bij die regeling verleende recht om in het kader van een procedure van controle op concentraties het administratieve dossier in te zien en het recht op toegang tot documenten uit hoofde van verordening nr. 1049/2001 zijn weliswaar juridisch verschillend, doch dit neemt niet weg dat zij uit functioneel oogpunt tot een vergelijkbare situatie leiden, voor zover zij voorzien in de toegang tot het dossier waardoor de belanghebbenden de bij de Commissie ingediende opmerkingen en documenten kunnen verkrijgen.

    Derhalve zou een algemene toegang, op basis van verordening nr. 1049/2001, tot documenten die in het kader van een dergelijke procedure tussen de Commissie en de aanmeldende partijen of derden worden uitgewisseld, het evenwicht in gevaar kunnen brengen dat de Uniewetgever in de concentratieverordening heeft willen verzekeren tussen de verplichting voor de betrokken ondernemingen om de Commissie commerciële informatie mee te delen die mogelijkerwijs gevoelig is, teneinde de Commissie in staat te stellen de verenigbaarheid van de voorgenomen concentratie met de gemeenschappelijke markt te beoordelen enerzijds, en het waarborgen van een verhoogde bescherming met betrekking tot de aldus aan de Commissie overgelegde documenten op grond van de geheimhoudingsplicht en het zakengeheim anderzijds.

    Indien andere personen dan die welke op grond van de regeling inzake controle op concentraties recht hebben op toegang tot het dossier, of personen die als betrokkenen konden worden beschouwd maar geen gebruik hebben gemaakt van hun recht op toegang tot de informatie of een dergelijk recht geweigerd zagen, toegang tot de documenten zouden kunnen verkrijgen op grond van verordening nr. 1049/2001, zou het door die regeling vastgestelde systeem op losse schroeven worden gezet.

    Een dergelijk algemeen vermoeden dat de weigering van toegang tot die documenten rechtvaardigt, geldt los van de vraag of het verzoek om toegang een controleprocedure betreft die reeds is afgesloten of nog hangende is.

    Dat algemene vermoeden sluit evenwel niet uit dat kan worden aangetoond dat een bepaald document waarvan openbaarmaking is gevraagd, niet onder dat vermoeden valt of dat er een hoger openbaar belang is dat openbaarmaking van dit document gebiedt krachtens artikel 4, lid 2, van verordening nr. 1049/2001.

    (cf. punten 53, 57, 59, 61-63, 66, 68, 84)

  2.  In de zin van artikel 4, lid 3, tweede alinea, van verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie dient de Commissie, in een situatie waarin een verzoek om toegang tot interne documenten van de Commissie inzake een procedure van controle op concentraties werd ingediend nadat de beschikking van deze instelling waarmee deze procedure werd afgesloten bij gebreke van een beroep in rechte tegen die beschikking definitief was geworden, in de weigeringsbeschikking de specifieke redenen — gestaafd met uitvoerige informatie over de concrete inhoud van de verschillende gevraagde documenten — uiteen te zetten op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat de openbaarmaking van elk van deze documenten het besluitvormingsproces van deze instelling ernstig zou ondermijnen.

    (cf. punten 75-77)

  3.  Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punt 78)

Top