EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CJ0362

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

Steunmaatregelen van de staten – Onderzoek van klachten – Verplichtingen van Commissie – Inleidende fase van onderzoek – Verplichting om die fase af te sluiten met beschikking – Intrekking van besluit om klacht betreffende beweerdelijk onrechtmatige steun niet verder te behandelen – Voorwaarden

(Art. 88 EG; verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 4, leden 2, 3 en 4, art. 13, lid 1, en art. 20, lid 2)

Samenvatting

Artikel 13, lid 1, van verordening nr. 659/1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 88 EG legt de Commissie de verplichting op om, wanneer de – in voorkomend geval – door de belanghebbenden gemaakte aanvullende opmerkingen eenmaal zijn ingediend of de redelijke termijn is verstreken, de inleidende fase van het onderzoek af te sluiten met een beschikking overeenkomstig artikel 4, leden 2, 3 of 4, van deze verordening, te weten hetzij een beschikking waarin wordt vastgesteld dat van staatssteun geen sprake is, hetzij een beschikking om geen bezwaar te maken, hetzij een beschikking om de formele onderzoeksprocedure in te leiden.

Indien de Commissie, na een besluit om een klacht betreffende beweerdelijk onrechtmatige staatssteun niet verder te behandelen, een dergelijke handeling kon intrekken, zou zij in strijd met de krachtens de artikelen 13, lid 1, en 20, lid 2, van verordening nr. 659/1999 op haar rustende verplichtingen in een passieve houding kunnen volharden tijdens de inleidende fase van het onderzoek en aan elk rechterlijk toezicht kunnen ontsnappen. Indien die mogelijkheid bestond, zou dat indruisen tegen de rechtszekerheid, die verordening nr. 659/1999 blijkens de punten 3, 7 en 11 van de considerans ervan juist beoogt te vergroten.

Gelet op de vereisten van behoorlijk bestuur en rechtszekerheid en het beginsel van effectieve rechterlijke bescherming moet dan ook worden geoordeeld dat de Commissie een besluit om een klacht betreffende beweerdelijk onrechtmatige staatssteun niet verder te behandelen, alleen kan intrekken om een dit besluit betreffende onrechtmatigheid te verhelpen, en dat zij na een dergelijke intrekking de procedure niet kan voortzetten in het stadium dat juist voorafgaat aan het punt waarop de onrechtmatigheid is vastgesteld.

(cf. punten 63, 68‑70)

Top