Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CJ0325

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Burgerschap van Europese Unie – Recht om vrij op grondgebied van lidstaten te reizen en te verblijven – Richtlijn 2004/38 – Duurzaam verblijfsrecht van burgers van Unie – Verkrijging na ononderbroken periode van verblijf van vijf jaar in gastlidstaat – Perioden die rechtmatig zijn vervuld vóór datum van omzetting van richtlijn in nationaal recht – Daaronder begrepen

    (Richtlijn 2004/38 van het Europees Parlement en de Raad, art. 16, lid 1)

    2. Vrij verkeer van personen – Recht van toegang en verblijf van onderdanen van lidstaten – Afgifte van verblijfstitel – Declaratoir en niet rechtscheppend van aard – Gevolgen

    (Richtlijnen 68/360 en 90/364 van de Raad)

    3. Burgerschap van Europese Unie – Recht om vrij op grondgebied van lidstaten te reizen en te verblijven – Richtlijn 2004/38 – Duurzaam verblijfsrecht van burgers van Unie – Verkrijging na ononderbroken periode van verblijf van vijf jaar in gastlidstaat – Perioden die uitsluitend op basis van geldig krachtens richtlijn 68/360 afgegeven verblijfskaart rechtmatig zijn vervuld vóór datum van omzetting van richtlijn in nationaal recht – Daarvan uitgesloten

    (Richtlijn 2004/38 van het Europees Parlement en de Raad, art. 16, leden 1 en 4; richtlijn 68/360 van de Raad)

    Samenvatting

    1. De perioden van ononderbroken verblijf gedurende vijf jaar die vóór de datum van omzetting in nationaal recht van richtlijn 2004/38 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, te weten 30 april 2006, overeenkomstig de aan die datum voorafgaande rechtsinstrumenten van de Unie zijn vervuld, moeten in aanmerking worden genomen voor de verkrijging van een duurzaam verblijfsrecht op grond van artikel 16, lid 1, van die richtlijn. Daarnaast kunnen afwezigheden uit de gastlidstaat die na een ononderbroken legaal verblijf gedurende vijf jaar maar vóór 30 april 2006 hebben plaatsgevonden en minder dan twee achtereenvolgende jaren hebben geduurd, de verkrijging van het recht van duurzaam verblijf op grond van artikel 16, lid 1, niet aantasten.

    (cf. punt 35)

    2. Het recht van de onderdanen van een lidstaat om het grondgebied van een andere lidstaat binnen te komen en er te verblijven met de in het Verdrag bedoelde oogmerken, wordt rechtstreeks toegekend door het Verdrag of, al naargelang het geval, door de ter uitvoering daarvan vastgestelde bepalingen. De afgifte van een verblijfstitel aan een onderdaan van een lidstaat is niet te beschouwen als een rechtscheppende handeling, maar als een handeling waarbij een lidstaat de individuele positie van een onderdaan van een andere lidstaat ten opzichte van de bepalingen van het recht van de Unie vaststelt. De declaratoire aard van de verblijfskaarten brengt met zich mee dat deze kaarten slechts een reeds bestaand recht bevestigen. Net zoals deze aard er dus aan in de weg staat dat het verblijf van een burger als illegaal in de zin van het recht van de Unie wordt aangemerkt uitsluitend op grond van de omstandigheid dat hij niet over een verblijfskaart beschikt, zo staat deze tevens eraan in de weg dat het verblijf van een burger als legaal in de zin van het recht van de Unie wordt aangemerkt uitsluitend op grond van het feit dat een dergelijke kaart hem geldig is afgegeven.

    (cf. punten 48, 54)

    3. Artikel 16, leden 1 en 4, van richtlijn 2004/38 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, moet aldus worden uitgelegd dat:

    - vóór 30 april 2006 vervulde perioden van verblijf die uitsluitend zijn gebaseerd op het feit dat geldig een verblijfskaart uit hoofde van richtlijn 68/360 inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van de werknemers der lidstaten en van hun familie binnen de Gemeenschap is afgegeven, zonder dat was voldaan aan de voorwaarden om voor enig verblijfsrecht in aanmerking te komen, niet als legaal vervuld kunnen worden beschouwd met het oog op de verkrijging van het duurzame verblijfsrecht uit hoofde van artikel 16, lid 1, van richtlijn 2004/38, en

    - perioden van verblijf van minder dan twee opeenvolgende jaren die uitsluitend zijn gebaseerd op het feit dat geldig een verblijfskaart uit hoofde van richtlijn 68/360 is afgegeven, zonder dat was voldaan aan de voorwaarden om voor een verblijfsrecht in aanmerking te komen, en die zijn vervuld vóór 30 april 2006 en na een ononderbroken legaal verblijf van vijf jaar dat vóór die datum is afgesloten, de verkrijging van het duurzame verblijfsrecht uit hoofde van genoemd artikel 16, lid 1, niet aantasten.

    Hoewel artikel 16, lid 4, van richtlijn 2004/38 enkel verwijst naar de afwezigheden uit de gastlidstaat, wordt de integratie van de betrokkene in die lidstaat immers ook op losse schroeven gezet indien een burger, nadat hij een ononderbroken legaal verblijf van vijf jaar heeft gehad, besluit om in die lidstaat te blijven zonder dat hij een verblijfsrecht heeft. In dat verband stoelt de integratiegedachte die aan de verkrijging van het duurzame verblijfsrecht als voorzien in artikel 16, lid 1, van de richtlijn ten grondslag ligt, niet alleen op territoriale en temporele aspecten, maar ook op kwalitatieve aspecten, die betrekking hebben op de mate van integratie in de gastlidstaat.

    (cf. punten 63, 64, 67 en dictum)

    Top