Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CJ0145

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Burgerschap van Europese Unie – Recht om vrij op grondgebied van lidstaten te reizen en te verblijven – Richtlijn 2004/38 – Beperking van recht van toegang en verblijf om redenen van openbare orde of openbare veiligheid – Bescherming tegen verwijdering – Voorwaarde

    (Richtlijn 2004/38 van het Europees Parlement en de Raad, art. 28, lid 3, sub a)

    2. Burgerschap van Europese Unie – Recht om vrij op grondgebied van lidstaten te reizen en te verblijven – Richtlijn 2004/38 – Beperking van recht van toegang en verblijf om redenen van openbare orde of openbare veiligheid – Besluit tot verwijdering – In aanmerking te nemen factoren – Beoordeling door nationale rechter

    (Richtlijn 2004/38 van het Europees Parlement en de Raad, art. 27 en 28)

    3. Burgerschap van Europese Unie – Recht om vrij op grondgebied van lidstaten te reizen en te verblijven – Richtlijn 2004/38 – Beperking van recht van toegang en verblijf om redenen van openbare orde of openbare veiligheid – Bescherming tegen verwijdering – Afwijkingen

    (Richtlijn 2004/38 van het Europees Parlement en de Raad, art. 28, leden 2 en 3)

    Samenvatting

    1. Artikel 28, lid 3, sub a, van richtlijn 2004/38 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden moet aldus worden uitgelegd dat om te bepalen of een burger van de Unie gedurende de tien jaar voorafgaand aan het verwijderingsbesluit in de gastlidstaat heeft verbleven – het beslissende criterium voor de toekenning van de door deze bepaling verleende verhoogde verwijderingsbescherming –, per geval rekening moet worden gehouden met alle relevante aspecten, met name de duur van alle afwezigheden van de belanghebbende uit de gastlidstaat, de gecumuleerde duur en de frequentie van deze afwezigheden, alsook de beweegredenen van de belanghebbende toen hij deze lidstaat verliet, waaruit kan worden afgeleid of door deze afwezigheden het centrum van zijn persoonlijke, beroeps-, bedrijfs- of familiebelangen is verplaatst.

    (cf. punt 38, dictum 1)

    2. Bij de toepassing van richtlijn 2004/38 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden moet een afweging plaatsvinden tussen enerzijds het uitzonderlijke karakter van de dreiging van aantasting van de openbare veiligheid wegens het persoonlijke gedrag van de betrokkene, zo nodig beoordeeld ten tijde van het verwijderingsbesluit, afgemeten aan met name de opgelegde en de ten uitvoer gelegde straffen, de mate van betrokkenheid bij de criminele activiteiten, de omvang van de schade en eventueel het recidivegevaar, en anderzijds het risico dat de sociale herintegratie van de burger van de Unie in de lidstaat waar hij daadwerkelijk is geïntegreerd, in gevaar wordt gebracht, terwijl deze herintegratie niet alleen in het belang van die burger is, maar ook in dat van de Europese Unie in het algemeen.

    De opgelegde straf moet in aanmerking worden genomen als een van de factoren in dit geheel. Een veroordeling tot een gevangenisstraf van vijf jaar kan niet automatisch leiden tot een verwijderingsbesluit, zonder dat de hierboven beschreven factoren worden afgewogen, hetgeen door de nationale rechter dient te worden gedaan. In het kader van die beoordeling moet rekening worden gehouden met de fundamentele rechten waarvan het Hof de eerbiediging verzekert, aangezien redenen van algemeen belang slechts dan kunnen worden aangevoerd ter rechtvaardiging van een nationale maatregel die de gebruikmaking van het vrije personenverkeer belemmert, wanneer de betrokken maatregel rekening houdt met dergelijke rechten, in het bijzonder het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven dat is neergelegd in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de individuele vrijheden.

    (cf. punten 50‑52)

    3. Artikel 28, lid 3, van richtlijn 2004/38 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden moet aldus worden uitgelegd dat de bestrijding van de georganiseerde drugscriminaliteit kan vallen onder het begrip „dwingende redenen van openbare veiligheid”, die een maatregel van verwijdering van een burger van de Unie die de voorgaande tien jaar in de gastlidstaat heeft verbleven, kunnen rechtvaardigen.

    Artikel 28, lid 2, van richtlijn 2004/38 moet aldus worden uitgelegd dat de bestrijding van de georganiseerde drugscriminaliteit onder het begrip „ernstige redenen van openbare orde of openbare veiligheid” valt.

    (cf. punt 56, dictum 2)

    Top