Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CJ0097

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Vrij verrichten van diensten – Beperkingen – Belastingwetgeving

    (Art. 49 EG; richtlijnen van de Raad 77/388, art. 24, lid 3, en 28 decies, en 2006/112, art. 283, lid 1, sub c)

    2. Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Bijzondere regeling voor kleine ondernemingen

    (Richtlijnen van de Raad 77/388, art. 24 en 24 bis, en 2006/112, art. 284‑287)

    Samenvatting

    1. Artikel 49 EG staat niet in de weg aan de artikelen 24, lid 3, en 28 decies van de Zesde richtlijn (77/388) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting, zoals gewijzigd bij richtlijn 2006/18, noch aan artikel 283, lid 1, sub c, van richtlijn 2006/112 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, die het de lidstaten mogelijk maken om op hun grondgebied gevestigde kleine ondernemingen een vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde met verlies van het recht op aftrek toe te kennen, maar deze mogelijkheid uitsluiten voor de in andere lidstaten gevestigde kleine ondernemingen.

    De uitsluiting van de buiten het grondgebied van een lidstaat gevestigde kleine ondernemingen van de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde maakt het voor die kleine ondernemingen minder aantrekkelijk om diensten in die lidstaat te verrichten en brengt bijgevolg een beperking van het vrij verrichten van diensten mee.

    In dit stadium van de ontwikkeling van het stelsel van belasting over de toegevoegde waarde rechtvaardigen de doelstelling om de doeltreffendheid van de fiscale controles te waarborgen ter bestrijding van fraude, belastingontwijking en mogelijke misbruiken en de doelstelling van de regeling voor kleine ondernemingen, die ertoe strekt het concurrentievermogen van die ondernemingen te versterken, echter dat de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde enkel van toepassing is op de activiteiten van de kleine ondernemingen die zijn gevestigd op het grondgebied van de lidstaat waar de belasting verschuldigd is. De beperking van de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde tot de kleine ondernemingen die zijn gevestigd op het grondgebied van de lidstaat die deze vrijstelling toepast, is immers geschikt voor het waarborgen van doeltreffende fiscale controles waarmee wordt nagegaan of wel is voldaan aan de voorwaarden om voor die vrijstelling in aanmerking te komen, aangezien de ondernemingen de documenten betreffende al hun economische activiteiten in beginsel bewaren op de plaats waar zij zijn gevestigd. Een doeltreffende controle van de activiteiten die in het kader van het vrij verrichten van diensten worden uitgeoefend door een kleine onderneming die niet op dat grondgebied is gevestigd, behoort niet tot de mogelijkheden van de lidstaat van ontvangst.

    Wat bovendien de noodzaak betreft om die regeling te beperken tot de in de betrokken lidstaat gevestigde kleine ondernemingen, kunnen de regels inzake administratieve bijstand die voortvloeien uit verordening nr. 1798/2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van verordening nr. 218/92 en uit richtlijn 77/799 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen, geen nuttige uitwisseling verzekeren van gegevens met betrekking tot de kleine ondernemingen die activiteiten uitoefenen op het grondgebied van de lidstaat die een vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde toepast. Ingevolge artikel 272, lid 1, sub d, van richtlijn 2006/112 kunnen de lidstaten de kleine ondernemingen immers vrijstellen van alle formaliteiten bedoeld in de artikelen 213 tot en met 271 van die richtlijn, die bedoeld zijn om de belastingautoriteiten van de lidstaten te informeren over de aan belasting over de toegevoegde waarde onderworpen activiteiten op hun grondgebied. Bijgevolg zijn kleine ondernemingen in de regel niet voor de belasting over de toegevoegde waarde geregistreerd in de lidstaat waar zij zijn gevestigd, en beschikt die lidstaat niet over gegevens omtrent hun omzet. Richtlijn 77/799 strekt tot uitwisseling van inlichtingen over de belastingen naar het inkomen en het vermogen en de verzekeringspremies. Hoewel niet kan worden uitgesloten dat inlichtingen over met name het inkomen nuttige aanwijzingen voor in het bijzonder het onderzoek naar eventuele fraude ter zake van de belasting over de toegevoegde waarde kunnen verschaffen, betreffen die inlichtingen echter niet de aan belasting over de toegevoegde waarde onderworpen omzet.

    (cf. punten 51, 53, 59‑61, 64‑67, 71, 76 en dictum 1)

    2. De artikelen 24 en 24 bis van richtlijn 77/388 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting, zoals gewijzigd bij richtlijn 2006/18, alsmede de artikelen 284 tot en met 287 van richtlijn 2006/112 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moeten aldus worden uitgelegd dat het begrip „jaaromzet” respectievelijk „jaarlijkse omzet” doelt op de omzet die een onderneming gedurende een jaar behaalt in de lidstaat waar zij is gevestigd

    (cf. punt 77 en dictum 2)

    Top