Scegli le funzioni sperimentali da provare

Questo documento è un estratto del sito web EUR-Lex.

Documento 62009CJ0065

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Harmonisatie van wetgevingen – Bescherming van consument – Verkoop van en garanties voor consumptiegoederen – Rechten van consument – Gebrek aan overeenstemming van geleverd goed – Goed dat slechts door vervanging in overeenstemming kan worden gebracht

(Richtlijn 1999/44 van het Europees Parlement en de Raad, punt 1 van de considerans en art. 3, leden 2 en 3)

2. Harmonisatie van wetgevingen – Bescherming van consument – Verkoop van en garanties voor consumptiegoederen – Rechten van consument – Gebrek aan overeenstemming van geleverd goed – Goed dat slechts door vervanging in overeenstemming kan worden gebracht

(Richtlijn 1999/44 van het Europees Parlement en de Raad, art. 3, leden 3 en 5, laatste streepje)

Samenvatting

1. Artikel 3, leden 2 en 3, van richtlijn 1999/44 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen moet aldus worden uitgelegd dat, wanneer een niet-conform consumptiegoed dat de consument vóór de ontdekking van het gebrek overeenkomstig de aard en het gewenste gebruik ervan te goeder trouw had geïnstalleerd, door vervanging in overeenstemming wordt gebracht, de verkoper verplicht is dit goed zelf te verwijderen van de plaats waar het is geïnstalleerd en er een vervangend goed te installeren, dan wel de kosten voor deze verwijdering en installatie van het vervangend goed te vergoeden. Of de verkoper zich in de verkoopovereenkomst ertoe had verbonden het aanvankelijk aangekochte consumptiegoed te installeren, speelt hierbij geen rol.

Een dergelijke uitlegging strookt met de doelstelling van de richtlijn, die, zoals punt 1 van de considerans ervan aangeeft, erop gericht is een hoog niveau van consumentenbescherming te verzekeren. Wanneer geen van beide contractpartijen foutief heeft gehandeld, is het gerechtvaardigd om de kosten van de verwijdering van het niet-conforme goed en de installatie van het vervangend goed ten laste van de verkoper te leggen, aangezien deze bijkomende kosten zouden zijn vermeden indien de verkoper zijn contractuele verbintenissen meteen correct had uitgevoerd en zij thans noodzakelijk zijn om het goed in overeenstemming te brengen.

Wanneer de verkoper niet zelf het niet-conforme goed verwijdert en het vervangend goed installeert, staat het aan de nationale rechter om de kosten van de verwijdering en installatie, waarvan de consument vergoeding kan vorderen, vast te stellen.

(cf. punten 55, 57, 61‑62, dictum 1)

2. Artikel 3, lid 3, van richtlijn 1999/44 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat een nationale wettelijke regeling aan de verkoper het recht verleent om de enig mogelijke vorm van genoegdoening, namelijk de vervanging van het niet-conforme goed, te weigeren op grond dat deze vervanging hem, gelet op de ernst van het gebrek aan overeenstemming en de waarde die het goed zonder gebreken zou hebben, onevenredig veel zou kosten, doordat hij zou verplicht zijn dit goed te verwijderen van de plaats waar het is geïnstalleerd en er een vervangend goed te installeren. Deze bepaling verzet zich er evenwel niet tegen dat het recht van de consument op vergoeding van de kosten voor verwijdering van het gebrekkige goed en installatie van een vervangend goed in een dergelijk geval in die mate wordt beperkt dat de verkoper slechts een evenredig gedeelte van de kosten moet dragen.

De verwijzende rechter moet, wanneer hij onderzoekt of het recht van de consument op vergoeding van deze kosten moet worden beperkt, enerzijds rekening houden met de waarde die het goed zonder gebreken zou hebben en met de ernst van het gebrek aan overeenstemming, en anderzijds met de doelstelling van de richtlijn, namelijk een hoog niveau van consumentenbescherming verwezenlijken.

Wanneer het recht van de consument op vergoeding van deze kosten wordt beperkt, moet hem bovendien de mogelijkheid worden geboden om in plaats van de vervanging van het niet-conforme goed, te kiezen voor een passende prijsvermindering of voor ontbinding van de overeenkomst, overeenkomstig artikel 3, lid 5, laatste streepje, van de richtlijn, aangezien het voor de consument een ernstig inconveniënt is dat hij een gedeelte van de kosten om het gebrekkige goed in overeenstemming te brengen, zelf moet dragen.

(cf. punten 76‑78, dictum 2)

In alto