This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008CJ0304
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
Zaak C-304/08
Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs eV
tegen
Plus Warenhandelsgesellschaft mbH
(verzoek van het Bundesgerichtshof om een prejudiciële beslissing)
„Richtlijn 2005/29/EG — Oneerlijke handelspraktijken — Nationale regeling volgens welke handelspraktijken waarbij deelneming van consumenten aan spel afhankelijk wordt gesteld van aankoop van goed of dienst, in beginsel verboden zijn”
Conclusie van advocaat-generaal V. Trstenjak van 3 september 2009 I ‐ 219
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 14 januari 2010 I ‐ 254
Samenvatting van het arrest
Harmonisatie van wetgevingen – Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Richtlijn 2005/29
(Richtlijn 2005/29 van het Europees Parlement en de Raad)
Richtlijn 2005/29 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt moet aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een nationale regeling die handelspraktijken waarbij de deelneming van de consument aan een prijsvraag of spel afhankelijk wordt gesteld van de aankoop van een goed of een dienst, in beginsel verbiedt, zonder rekening te houden met de specifieke omstandigheden van het concrete geval.
Richtlijn 2005/29 bevat namelijk in bijlage I een uitputtende lijst van 31 handelspraktijken die volgens artikel 5, lid 5, van deze richtlijn „onder alle omstandigheden” als oneerlijk worden beschouwd. Bijgevolg kunnen enkel deze handelspraktijken oneerlijk worden geacht zonder een individuele toetsing aan het bepaalde in de artikelen 5 tot en met 9 van de richtlijn, zoals uitdrukkelijk is gepreciseerd in punt 17 van de considerans van de richtlijn. Een nationale regeling die praktijken waarbij de deelneming van de consument aan een spel of een prijsvraag afhankelijk wordt gesteld van de aankoop van goederen of diensten, in beginsel verbiedt, voldoet dus niet aan de door deze richtlijn gestelde eisen.
Ten slotte druist deze regeling in tegen artikel 4 van richtlijn 2005/29, dat de lidstaten uitdrukkelijk verbiedt, strengere nationale maatregelen vast te stellen of te handhaven, zelfs wanneer deze maatregelen een hoger niveau van consumentenbescherming beogen te verzekeren.
(cf. punten 45, 47, 50, 54 en dictum)