This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008CJ0103
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
Zaak C-103/08
Arthur Gottwald
tegen
Bezirkshauptmannschaft Bregenz
(verzoek van de Unabhängige Verwaltungssenat des Landes Vorarlberg om een prejudiciële beslissing)
„Vrij verkeer van personen — Burgerschap van Unie — Artikel 12 EG — Terbeschikkingstelling van gratis jaarlijks wegenvignet aan gehandicapten — Bepalingen die toekenning van dit vignet beperken tot gehandicapten die hun woonplaats of hun gewone verblijfplaats op nationaal grondgebied hebben”
Conclusie van advocaat-generaal J. Mazák van 30 april 2009 I ‐ 9119
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 1 oktober 2009 I ‐ 9134
Samenvatting van het arrest
Gemeenschapsrecht – Beginselen – Gelijke behandeling – Discriminatie op grond van nationaliteit – Verbod
(Art. 12 EG)
Artikel 12 EG moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale regeling die de gratis toekenning van een jaarlijks wegenvignet aan gehandicapten voorbehoudt aan personen die hun woonplaats of hun gewone verblijfplaats op het grondgebied van de betrokken lidstaat hebben, en daartoe ook die gehandicapten rekent die zich om professionele of persoonlijke redenen regelmatig naar dat land begeven.
Zowel de ondersteuning van de mobiliteit en de integratie van gehandicapten als de wens om het bestaan te verzekeren van een band tussen de samenleving van de betrokken lidstaat en de ontvanger van de betrokken prestatie, kunnen immers worden aangemerkt als objectieve overwegingen van algemeen belang die kunnen rechtvaardigen dat de voorwaarden voor toekenning van een dergelijke prestatie de vrijheid van verkeer van de burgers van de Unie aantasten.
Wat de genoemde maatregel betreft, die is bedoeld om regelmatige verplaatsingen door gehandicapten op het nationale grondgebied te vergemakkelijken met het oog op de integratie van deze personen in de nationale samenleving, lijken de woonplaats of de gewone verblijfplaats geschikte criteria te zijn om het bestaan van een band tussen deze personen en de samenleving van de betrokken lidstaat aan te tonen. Door deze band onderscheiden deze personen zich van andere categorieën van gebruikers die het wegennet van die lidstaat waarschijnlijk slechts eenmalig of tijdelijk gebruiken. Aangaande de vraag of de voorwaarden met betrekking tot woonplaats en gewone verblijfplaats evenredig zijn aan de doelen die met de aan de orde zijnde nationale regeling worden nagestreefd, moet voorts worden vastgesteld dat deze voorwaarden ruim worden uitgelegd, zodat ook andere aanknopingsfactoren een voldoende band met de nationale samenleving kunnen aantonen met het oog op de toekenning van het gratis vignet. In deze omstandigheden moet worden vastgesteld dat een dergelijke nationale regeling niet verder gaat dan nodig is om de door deze regeling nagestreefde doelstellingen te bereiken.
(cf. punten 32, 36, 38, 40-41 en dictum)