Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62005CJ0441

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Exceptie van onwettigheid – Incident – Betwisting voor nationale rechter van rechtmatigheid van bepalingen die productiequota voor isoglucose regelen

    (Art. 230 EG en 241 EG)

    2. Landbouw – Gemeenschappelijke ordening van markten – Suiker – Isoglucose – Productiequota

    (Verordening nr. 1111/77 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 387/81, art. 9, lid 1; verordening nr. 1471/77 van de Commissie, art. 1)

    Samenvatting

    1. In artikel 241 EG komt een algemeen rechtsbeginsel tot uitdrukking dat de verzoekende partij, in het kader van een naar nationaal recht tegen de afwijzing van haar verzoek ingesteld beroep, de onrechtmatigheid moet kunnen inroepen van een gemeenschapshandeling die als grondslag dient voor het jegens haar genomen nationale besluit, en dat daartoe de vraag inzake de geldigheid van die gemeenschapshandeling in het kader van een prejudiciële procedure naar het Hof kan worden verwezen.

    Dit algemene beginsel, dat beoogt te waarborgen dat elke persoon een gemeenschapshandeling die ten grondslag ligt aan een voor hem bezwarend besluit, kan aanvechten of heeft kunnen aanvechten, belet echter geenszins dat een verordening definitief wordt voor een particulier, ten aanzien van wie zij moet worden beschouwd als een individuele beschikking waarvan die particulier ongetwijfeld nietigverklaring had kunnen vorderen krachtens artikel 230 EG. In dat geval kan die particulier zich voor de nationale rechter niet op onrechtmatigheid van die verordening beroepen.

    In dit verband wordt een isoglucose producerende onderneming niet rechtstreeks geraakt in de zin van artikel 230, vierde alinea, EG door de toekenning van de basishoeveelheden voor de isoglucoseproductie aan de lidstaten, zoals dit op communautair niveau in het kader van de gemeenschappelijke ordening van markten in de sector suiker is geschied.

    In een systeem waarbij de lidstaten de hun toegewezen basishoeveelheden over de producerende ondernemingen verdelen, met de mogelijkheid van overdracht van quota tussen deze ondernemingen, worden de quota van elke producent immers rechtstreeks en definitief vastgesteld door de lidstaat waartoe hij behoort.

    Derhalve leed het geen twijfel dat een producent niet krachtens artikel 230 EG een beroep tot nietigverklaring van de litigieuze bepalingen kan instellen. Bijgevolg kan hij in het kader van een naar nationaal recht ingesteld beroep de onrechtmatigheid van deze bepalingen inroepen, ook al heeft hij niet binnen de in artikel 230 EG gestelde termijn een beroep tot nietigverklaring van deze bepalingen ingesteld voor de communautaire rechterlijke instanties.

    (cf. punten 39‑40, 43, 45, 47‑48, dictum 1)

    2. Het feit dat de Raad in de bepalingen die de toekenning van de basishoeveelheden voor de isoglucoseproductie aan de lidstaten regelen, maximumbasishoeveelheden voor de isoglucoseproductie voor een lidstaat heeft vastgesteld op basis van de aanvankelijke quota, zonder rekening te houden met de isoglucose die in deze lidstaat in de referentieperiode van 1 november 1978 tot en met 30 april 1979 is vervaardigd als tussenproduct voor de bereiding van andere voor verkoop bestemde producten, heeft op zich niet tot gevolg dat deze bepalingen ongeldig zijn.

    De aanvankelijke quota voor de periode van 1 juli 1979 tot en met 30 juni 1980 waren overeenkomstig artikel 9, lid 1, van verordening nr. 1111/77 tot vaststelling van de gemeenschappelijke bepalingen voor isoglucose, zoals gewijzigd bij verordening nr. 387/81, immers vastgesteld op basis van de tijdens de referentieperiode geconstateerde productie van de producerende ondernemingen, welke constatering berustte op de gegevens die deze ondernemingen zelf hadden doen toekomen aan de lidstaten, die, na deze gegevens te hebben genoteerd en eventuele verificaties te hebben verricht, ze aan de Commissie hadden meegedeeld overeenkomstig artikel 1 van verordening nr. 1471/77 betreffende de mededelingen van de lidstaten over isoglucose. Aangezien de Raad had besloten om zich op deze quota te baseren, hoefde hij die gegevens niet opnieuw in te zamelen bij de vaststelling van de bestreden verordeningen.

    (cf. punten 57‑58, dictum 2)

    Top