This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62005CJ0398
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
Zaak C-398/05
AGST Draht- und Biegetechnik GmbH
tegen
Hauptzollamt Aachen
(verzoek van het Finanzgericht Düsseldorf om een prejudiciële beslissing)
„Gemeenschappelijke handelspolitiek — Compenserende rechten — Bescherming tegen subsidiepraktijken — Verordening (EG) nr. 1599/1999 — Roestvrij staaldraad — Schade toegebracht aan bedrijfstak van Gemeenschap — Causaal verband”
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 28 februari 2008 I - 1059
Samenvatting van het arrest
Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen subsidiepraktijken van derde staten – Schade – Vaststelling van causaal verband – Verplichtingen van instellingen – Inaanmerkingneming van factoren die niets te maken hebben met subsidie
(Verordening nr. 2026/97 van de Raad, art. 8, lid 7)
Bij de vaststelling, in het kader van een antisubsidieprocedure, van de schade die aan de bedrijfstak van de Gemeenschap werd toegebracht, moeten de Raad en de Commissie onderzoeken of de vastgestelde schade wel degelijk door de invoer met subsidie is veroorzaakt, en moeten zij alle schade die door andere factoren is veroorzaakt, buiten beschouwing laten, met name schade die haar oorzaak vindt in de eigen gedragingen van de producenten in de Gemeenschap.
Wanneer de instellingen deze verplichting hebben nageleefd en hebben geconcludeerd dat een factor die zijn oorzaak vindt in het de mededinging beperkende gedrag van de producenten in de Gemeenschap, slechts een klein percentage van de eindprijs van het betrokken product vertegenwoordigde, zodat deze prijs kon worden beschouwd als een betrouwbare indicator voor de vaststelling van de door de bedrijfstak van de Gemeenschap geleden schade, staat het aan de partijen die zich op de ongeldigheid van de verordening tot instelling van het compenserende recht beroepen, om het bewijs over te leggen dat deze factor dermate grote gevolgen heeft kunnen hebben dat de eindprijzen van het product niet konden worden gebruikt voor de vaststelling van die schade en van het bestaan van een causaal verband tussen die schade en de gesubsidieerde invoer.
(cf. punten 35, 51, 54)