Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Vrijstellingen voorzien in Zesde richtlijn

(Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 13, B, d, punt 6)

2. Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Vrijstellingen voorzien in Zesde richtlijn

(Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 13, B, d, punt 6)

Samenvatting

1. Het begrip „beheer” van gemeenschappelijke beleggingsfondsen als bedoeld in artikel 13, B, sub d, punt 6, van de Zesde richtlijn (77/388) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting is een autonoom gemeenschapsrechtelijk begrip, waarvan de lidstaten de inhoud niet kunnen wijzigen.

Weliswaar zijn de Engelse en de Nederlandse taalversie van deze bepaling voor meer dan één uitleg vatbaar, waar het de vraag betreft of zij de lidstaten opdraagt om zowel het begrip „gemeenschappelijke beleggingsfondsen” als het begrip „beheer” van die fondsen te omschrijven, maar uit met name de Deense, de Duitse, de Franse en de Italiaanse taalversie blijkt dat deze bepaling uitsluitend doelt op de omschrijving door de lidstaten van het eerste begrip. De beperkte draagwijdte van deze verwijzing naar het nationale recht, zoals die met name blijkt uit de genoemde taalversies, wordt bevestigd door de context waarin deze term voorkomt, door het systeem van de Zesde richtlijn en door het doel, verschillen in de toepassing van het stelsel van de belasting over de toegevoegde waarde tussen de lidstaten te voorkomen.

(cf. punten 40‑43, dictum 1)

2. Artikel 13, B, sub d, punt 6, van de Zesde richtlijn (77/388) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting moet aldus worden uitgelegd dat de door een derde beheerder verleende diensten van administratie en verslaglegging van de fondsen, onder het begrip „beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen” in de zin van deze bepaling vallen, wanneer zij over het geheel genomen een afzonderlijk geheel vormen, en kenmerkend en essentieel zijn voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen.

Niet onder dit begrip vallen daarentegen diensten die overeenkomen met de taken van een bewaarder, zoals die welke zijn genoemd in de artikelen 7, leden 1 en 3, en 14, leden 1 en 3, van richtlijn 85/611 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten. Deze taken behoren immers niet tot het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen, maar tot de controle van en het toezicht op de activiteiten daarvan, waarvan het doel is, te garanderen dat het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen volgens de wet verloopt.

Daar de door een derde beheerder verleende diensten van administratie en verslaglegging van de fondsen, om als vrijgesteld in de zin van artikel 13, B, sub d, punt 6, van de Zesde richtlijn te kunnen worden aangemerkt, over het geheel genomen een afzonderlijk geheel moeten vormen, dat de kenmerkende en essentiële functies van een in punt 6 beschreven dienst vervult, vallen eenvoudige materiële of technische diensten, zoals de terbeschikkingstelling van een systeem van gegevensverwerking, niet onder artikel 13, B, sub d, punt 6, van de Zesde richtlijn.

(cf. punten 65, 70‑71, 74, dictum 2)