EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62003TJ0333

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Geen onrechtmatige gedraging van gemeenschapsinstellingen – Verzoek om terugvordering van onverschuldigd betaalde op grond van ongerechtvaardigde verrijking of zaakwaarneming

(Art. 288, tweede alinea, EG)

2. Gemeenschapsrecht – Beginselen – Bescherming van gewettigd vertrouwen

3. Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Voldoende gekwalificeerde schending van gemeenschapsrecht

(Art. 288, tweede alinea, EG)

Samenvatting

1. Artikel 288, tweede alinea, EG, betreffende de aan de Gemeenschap opgelegde verplichting tot vergoeding van de schade die door haar instellingen is veroorzaakt, beperkt de regeling inzake de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap niet enkel tot haar aansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad. Wanneer een handeling of een gedraging, zelfs rechtmatig, van een instelling van de Gemeenschap een abnormale en bijzondere schade veroorzaakt, is de Gemeenschap dus verplicht die te vergoeden.

Volgens de algemene beginselen die de rechtsstelsels van de lidstaten gemeen hebben, waarop de vergoedingsplicht van de Gemeenschap is gebaseerd, kunnen evenwel de acties uit ongerechtvaardigde verrijking of uit zaakwaarneming die strekken tot terugvordering van het onverschuldigd betaalde, niet worden ingesteld wanneer het voordeel van de verrijkte of de belanghebbende zijn rechtvaardiging vindt in een contract of een wettelijke verplichting. Bovendien kunnen volgens dezelfde beginselen dergelijke acties doorgaans enkel subsidiair worden ingesteld, dat wil zeggen in het geval dat de benadeelde persoon over geen enkele andere actie kan beschikken om het hem verschuldigde te verkrijgen.

Wanneer sprake is van een contractuele betrekking tussen de Commissie en de verzoeker, kan derhalve een eventuele verrijking van de Commissie of de verarming van verzoeker, aangezien deze voortvloeit uit de contractuele context, niet als ongerechtvaardigd worden aangemerkt. Een soortgelijke redenering kan ook worden gevolgd om de toepassing uit te sluiten van de beginselen van de civiele actie uit zaakwaarneming, die zich volgens de algemene beginselen die de rechtsstelsels van de lidstaten gemeen hebben, enkel bij hoge uitzondering kan lenen voor de aansprakelijkstelling van de overheid.

(cf. punten 93, 97, 99‑100)

2. Het recht om zich op bescherming van het gewettigd vertrouwen te beroepen, dat een van de fundamentele beginselen van de Gemeenschap is, komt toe aan iedere particulier die zich in een situatie bevindt waaruit blijkt dat een gemeenschapsinstantie, door hem nauwkeurige toezeggingen te doen, bij hem gegronde verwachtingen heeft gewekt. Nauwkeurige, onvoorwaardelijke, onderling overeenstemmende en van bevoegde en betrouwbare bronnen afkomstige inlichtingen zijn aan te merken als dergelijke toezeggingen, ongeacht de vorm waarin zij worden meegedeeld. Schending van dat beginsel kan dus tot aansprakelijkheid van de Gemeenschap leiden. Dat neemt niet weg dat de marktdeelnemers de economische risico’s moeten dragen die, gelet op de specifieke omstandigheden van elke zaak, inherent zijn aan hun activiteiten.

Dat is met name het geval met een marktdeelnemer wiens gestelde verwachtingen betrekking hadden op de betaling door de Commissie van contractueel aan een derde geleverde diensten, en die er niet in slaagt het bewijs te leveren dat de Commissie hem nauwkeurige toezeggingen heeft gedaan dat zij zich verplichtte om die diensten te belonen, waardoor bij die marktdeelnemer gegronde verwachtingen zijn gewekt.

(cf. punten 119‑120)

3. Voor de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap in de zin van artikel 288, tweede alinea, EG wegens een onrechtmatige gedraging van haar organen moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan: onrechtmatigheid van de aan de instellingen verweten gedraging, het bestaan van schade, en een causaal verband tussen die gedraging en de gestelde schade. Om te voldoen aan de voorwaarde dat de aan de instelling verweten gedraging onrechtmatig is, eist de rechtspraak een voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die ertoe strekt aan particulieren rechten toe te kennen.

Wanneer de aan de Commissie verweten gedraging een gebrek aan een redelijke inspanning is om ervoor te zorgen dat zij, wanneer zij overgaat tot de opschorting van de betalingen voor diensten die de verzoeker in het kader van met die instelling gesloten contracten heeft verricht, derden geen schade toebrengt, en om in voorkomend geval de derden de aldus geleden schade te vergoeden, kan aan de hand van een in de schadevordering in zeer vage bewoordingen geformuleerde verwijzing naar de in de burgerrechtelijke stelsels geldende algemene beginselen van niet-contractuele aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en het in de Angelsaksische systemen geldende beginsel van aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad wegens nalatigheid, niet het bestaan worden aangetoond van een dergelijke verplichting om rekening te houden met de belangen van derden en dus van een voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel.

(cf. punten 59, 61, 140‑141)

Top