EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62003TJ0320

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Gemeenschapsmerk – Beslissingen van Bureau – Eerbiediging van rechten van verdediging

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 73)

2. Gemeenschapsmerk – Beroepsprocedure – Beroep bij gemeenschapsrechter – Aanvraag tot inschrijving van teken voor verscheidene categorieën van waren of diensten – Erkenning door verzoeker dat voorwerp van geschil is beperkt tot één categorie – Afstand de facto van middel dat betrekking heeft op andere categorie

3. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Ontbreken van onderscheidend vermogen – Teken dat verschillende betekenissen kan hebben, dat woordspeling kan zijn, en dat ironisch, verrassend en onverwacht kan overkomen – Voorwaarde voor inschrijving – Geschiktheid om als aanduiding van commerciële herkomst van betrokken waren of diensten te worden opgevat

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 7, lid 1, sub b)

4. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Merken zonder onderscheidend vermogen – Woordteken LIVE RICHLY

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 7, lid 1, sub b)

5. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Ontbreken van onderscheidend vermogen van teken – Ontoereikendheid van vaststelling van ontbreken van aanvullend fantasie‑element of van minimaal verbeeldingselement om gebrek aan onderscheidend vermogen van teken vast te stellen

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 7, lid 1, sub b)

Samenvatting

1. Volgens artikel 73, tweede zin, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk kunnen de beslissingen van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) slechts worden genomen op gronden waartegen de partijen verweer hebben kunnen voeren. Deze bepaling bevestigt in het kader van het communautaire merkenrecht het algemene beginsel van bescherming van de rechten van de verdediging, volgens hetwelk de adressaten van overheidsbeslissingen die aanmerkelijk in hun belangen worden getroffen, in staat moeten worden gesteld hun standpunt behoorlijk kenbaar te maken.

(cf. punten 21‑22)

2. In het kader van een beroep tegen de beslissing van een kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), waarbij een merkaanvraag is afgewezen voor verscheidene categorieën van waren of diensten, behoeft het Gerecht geen uitspraak te doen over een middel dat alleen betrekking heeft op één categorie van waren of diensten, wanneer verzoeker de facto afstand heeft gedaan van zijn middel door uitdrukkelijk te erkennen dat het voorwerp van het geschil was beperkt tot een andere categorie.

(cf. punt 48)

3. Een niet-beschrijvend teken verkrijgt geen onderscheidend vermogen in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk door het feit dat het meerdere betekenissen kan hebben, dat het een woordspeling kan zijn, en dat het ironisch, verrassend en onverwacht kan worden geacht. Door deze verschillende elementen verkrijgt dit teken slechts onderscheidend vermogen wanneer het door het in aanmerking komende publiek meteen wordt opgevat als een aanduiding van de commerciële herkomst van de betrokken waren of diensten, zodat dit publiek de waren of diensten van de merkaanvrager zonder gevaar van verwarring kan onderscheiden van die met een andere commerciële herkomst.

(cf. punt 84)

4. Het woordteken LIVE RICHLY, waarvan de inschrijving als gemeenschapsmerk is gevraagd voor financiële en monetaire diensten van klasse 36 in de zin van de Overeenkomst van Nice, mist voor de betrokken diensten elk onderscheidend vermogen in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk, aangezien het in aanmerking komende publiek, te weten een normaal geïnformeerde en oplettende gemiddelde consument – nu mogelijkerwijs vrij weinig aandacht wordt geschonken aan verkoopbevorderende aanduidingen, die niet doorslaggevend zijn voor een oplettend Engelstalig publiek, of zelfs niet-Engelstalig publiek dat de Engelse taal voldoende beheerst –, dit teken in het kader van financiële en monetaire diensten allereerst zal opvatten als een verkoopbevorderende formulering, en niet als een aanduiding van de commerciële herkomst van de betrokken diensten. Het betrokken teken bevat, naast een duidelijke verkoopbevorderende betekenis, geen elementen die het in aanmerking komende publiek in staat zouden kunnen stellen om het teken gemakkelijk en onmiddellijk te memoriseren als een voor de aangeduide diensten onderscheidend merk. Zelfs indien het betrokken teken zelfstandig wordt gebruikt, zonder ander teken of merk, zal het in aanmerking komende publiek dit teken zonder desbetreffende voorkennis niet anders kunnen opvatten dan in de verkoopbevorderende betekenis.

(cf. punten 70, 74, 76, 85)

5. Het gebrek aan onderscheidend vermogen van een merk in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk kan niet worden afgeleid uit het ontbreken van een aanvullend verbeeldingselement of van een minimaal verbeeldingselement. Een gemeenschapsmerk hoeft namelijk niet noodzakelijkerwijs het resultaat van een creatieve daad te zijn en berust ook niet op een element van originaliteit of verbeelding, maar op de geschiktheid om waren of diensten op de markt te onderscheiden van soortgelijke waren of diensten die door concurrenten worden aangeboden.

(cf. punt 91)

Top