EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62003CJ0173

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Gemeenschapsrecht – Rechten toegekend aan particulieren – Schending door lidstaat – Verplichting om aan particulieren veroorzaakte schade te vergoeden

2. Gemeenschapsrecht – Rechten toegekend aan particulieren – Schending door lidstaat – Verplichting om aan particulieren veroorzaakte schade te vergoeden

Samenvatting

1. Het gemeenschapsrecht verzet zich tegen een nationale wettelijke regeling die algemeen uitsluit dat een lidstaat aansprakelijk is voor schade die aan particulieren is toegebracht door een schending van het gemeenschapsrecht die kan worden toegerekend aan een nationale rechterlijke instantie die uitspraak doet in laatste aanleg, op grond dat de betrokken schending voortvloeit uit een uitlegging van rechtsvoorschriften of uit een beoordeling van feiten en bewijs door deze rechterlijke instantie.

Indien in dergelijke omstandigheden elke overheidsaansprakelijkheid wordt uitgesloten, zou dit er namelijk op neerkomen dat elke betekenis wordt ontnomen aan het beginsel dat de lidstaten verplicht zijn tot het vergoeden van schade die aan particulieren is toegebracht door kennelijke schendingen van het gemeenschapsrecht door een nationale rechterlijke instantie die uitspraak doet in laatste aanleg, voorzover een dergelijke uitsluiting tot gevolg zou hebben dat voor particulieren niet een effectieve bescherming in rechte met betrekking tot de hun door het gemeenschapsrecht verleende rechten wordt gewaarborgd.

(cf. punten 33, 36, 40, 44, 46 en dictum)

2. De overheid kan voor schade die aan particulieren is toegebracht door een schending van het gemeenschapsrecht die kan worden toegerekend aan een nationale rechterlijke instantie die uitspraak doet in laatste aanleg, aansprakelijk worden gesteld in het uitzonderlijke geval waarin deze rechterlijke instantie het toepasselijke recht kennelijk heeft geschonden. Deze kennelijke schending wordt met name beoordeeld aan de hand van een aantal criteria zoals de mate van duidelijkheid en nauwkeurigheid van de geschonden regel, de al dan niet verschoonbaarheid van de onjuiste rechtsopvatting of van de niet-nakoming door de betrokken rechter van zijn verplichting om op grond van artikel 234, derde alinea, EG een prejudiciële vraag te stellen, en wordt in elk geval vermoed wanneer de betrokken beslissing kennelijk voorbijgaat aan de rechtspraak van het Hof op het betrokken gebied.

Ook al kan niet worden uitgesloten dat in het nationale recht een precisering wordt gegegeven van de criteria inzake de aard of de ernst van de schending waaraan moet zijn voldaan opdat de overheid aansprakelijk kan worden gesteld voor een schending van het gemeenschapsrecht die kan worden toegerekend aan een nationale rechterlijke instantie die uitspraak doet in laatste aanleg, mogen deze criteria in dit verband in geen geval eisen stellen die verder gaan dan een kennelijke schending van het toepasselijke recht, zoals geëxpliciteerd in de punten 53 tot en met 56 van het arrest van 30 september 2003, Köbler, C‑224/01.

Het gemeenschapsrecht verzet zich derhalve tevens tegen een nationale wettelijke regeling die de mogelijkheid van deze aansprakelijkstelling beperkt tot de gevallen van handelen te kwader trouw of grove schuld van de rechter, indien een dergelijke beperking ertoe leidt dat de betrokken lidstaat niet aansprakelijk kan worden gesteld in andere gevallen waarin een kennelijke schending van het toepasselijke recht heeft plaatsgevonden.

(cf. punten 42‑44, 46 en dictum)

Top