This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62002TJ0357(01)
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
1. Steunmaatregelen van de staten – Ongunstige beïnvloeding van handelsverkeer tussen lidstaten – Aantasting van mededinging – Beoordelingscriteria – Steunregeling
(Art. 87, lid 1, EG; verordening nr. 70/2001 van de Commissie, art. 5)
2. Steunmaatregelen van de staten – Verbod – Afwijkingen – Categorieën van steunmaatregelen, omschreven in verordening, die als verenigbaar met gemeenschappelijke markt kunnen worden aangemerkt – Verordening nr. 70/2001 betreffende steun voor kleine en middelgrote ondernemingen – Mogelijkheid om steunmaatregel te toetsen aan criteria van artikel 87, lid 3, EG
(Art. 87, lid 3, EG en 88, lid 3, EG; verordening nr. 70/2001 van de Commissie)
3. Steunmaatregelen van de staten – Verbod – Afwijkingen – Steunmaatregelen die als verenigbaar met gemeenschappelijke markt kunnen worden aangemerkt – Beoordelingsvrijheid van Commissie – Mogelijkheid om richtsnoeren vast te stellen – Individuele beoordeling los van kaderregelingen – Toelaatbaarheid
(Art. 87, lid 3, EG)
4. Steunmaatregelen van de staten – Verbod – Afwijkingen – Steunmaatregelen die als verenigbaar met gemeenschappelijke markt kunnen worden aangemerkt – Beoordelingsvrijheid van Commissie – Rechterlijke toetsing – Grenzen
(Art. 87, lid 3, sub c, EG)
5. Steunmaatregelen van de staten – Verbod – Afwijkingen – Steun voor streken die nadeel ondervinden van deling van Duitsland – Draagwijdte van afwijking – Strikte uitlegging
(Art. 87, leden 1 en 2, sub c,EG)
6. Steunmaatregelen van de staten – Verbod – Afwijkingen – Steunmaatregelen die als verenigbaar met gemeenschappelijke markt kunnen worden aangemerkt – Exploitatiesteun – Daarvan uitgesloten
1. Om een nationale maatregel als staatssteun te kunnen kwalificeren, hoeft niet te worden vastgesteld of de steun het handelsverkeer tussen lidstaten werkelijk beïnvloedt en de mededinging daadwerkelijk vervalst, maar behoeft enkel te worden onderzocht of de steun dat handelsverkeer ongunstig kan beïnvloeden en de mededinging kan vervalsen. Meer bepaald behoeft de Commissie in het geval van een steunprogramma slechts de kenmerken van dit programma te onderzoeken om te kunnen oordelen of dit programma wegens de hoge steunbedragen of steunpercentages, de kenmerken van de gesteunde investeringen of andere modaliteiten van het programma, de begunstigden een merkbaar voordeel verschaft ten opzichte van hun concurrenten en naar zijn aard voornamelijk ten goede komt aan ondernemingen die deelnemen aan het handelsverkeer tussen lidstaten.
Het is vanzelfsprekend dat steun voor kleine en middelgrote ondernemingen waarvan de intensiteit tussen 50 % en 80 % ligt naargelang het deelprogramma en het gebied waarin de begunstigde onderneming is gevestigd, de intracommunautaire mededinging kan vervalsen. Volgens artikel 5 van verordening nr. 70/2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen is steun voor kleine en middelgrote ondernemingen namelijk verenigbaar met de gemeenschappelijke markt als de steun niet meer dan 50 % van de kosten van de ontvangen diensten bedraagt.
(cf. punten 30‑32)
2. Verordening nr. 70/2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen strekt ertoe alle individuele steun en steunregelingen voor kleine en middelgrote ondernemingen die voldoen aan haar voorwaarden, overeenkomstig artikel 87, lid 3, EG verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren en aldus vrij te stellen van de aanmeldingsverplichting van artikel 88, lid 3, EG. Dit betekent niet dat geen andere steun voor kleine en middelgrote ondernemingen verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kan worden verklaard aan het einde van een door de Commissie op grond van de criteria van artikel 87, lid 3, EG, verricht onderzoek naar aanleiding van een aanmelding door een lidstaat overeenkomstig artikel 88, lid 3, EG. In punt 4 van de considerans van verordening nr. 70/2001 wordt immers in herinnering gebracht dat „[d]eze verordening de mogelijkheid voor de lidstaten om steun voor kleine en middelgrote ondernemingen aan te melden onverlet laat” en dat „dergelijke aanmeldingen door [d]e Commissie in het bijzonder aan de in deze verordening vastgestelde criteria zullen worden getoetst”.
(cf. punten 42‑43)
3. De Commissie kan algemene uitvoeringsregels vaststellen die de leidraad vormen bij de uitoefening van de haar bij artikel 87, lid 3, EG toegekende beoordelingsbevoegdheid. Zij kan evenwel niet volledig afzien van die beoordelingsbevoegdheid wanneer zij een specifiek geval moet beoordelen, in het bijzonder wanneer het een geval betreft dat zij in die algemene uitvoeringsregels niet uitdrukkelijk of zelfs helemaal niet heeft geregeld. Bijgevolg is deze beoordelingsbevoegdheid niet uitgeput door de vaststelling van dergelijke algemene regels en staat in principe niets een eventuele individuele beoordeling los van deze regels in de weg, op voorwaarde evenwel dat de Commissie de hogere rechtsregels, zoals de verdragsbepalingen en de algemene beginselen van het gemeenschapsrecht, eerbiedigt.
(cf. punt 44)
4. De Commissie moet zich bij de beoordeling van een steunprogramma baseren op de feiten, economische analyses en bewijzen die verzoeker heeft aangevoerd tijdens de administratieve procedure die voorafgaat aan de vaststelling van de bestreden beschikking. De toetsing door de gemeenschapsrechter van de ingewikkelde economische analyse door de Commissie moet zich noodzakelijkerwijs beperken tot de vraag of de procedurevoorschriften en het motiveringsvereiste in acht zijn genomen, of de feiten juist zijn weergegeven en of er geen sprake is van een kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten dan wel van misbruik van bevoegdheid.
(cf. punt 55)
5. Artikel 87, lid 2, sub c, EG, dat ziet op steunmaatregelen aan de economie van bepaalde streken van de Bondsrepubliek Duitsland die nadeel ondervinden van de deling van Duitsland, moet restrictief worden uitgelegd, in die zin dat met de door de deling van Duitsland berokkende economische nadelen alleen die economische nadelen worden bedoeld, die in bepaalde gebieden in Duitsland zijn veroorzaakt door het isolement dat de instelling van een materiële grens heeft teweeggebracht, zoals de onderbreking van verkeerswegen of het verlies van afzetmarkten door het afbreken van de handelsbetrekkingen tussen de twee delen van het Duitse grondgebied. De algemene verwijzingen naar de economische gevolgen van de deling van Duitsland kunnen dus niet worden ingeroepen ten betoge dat steunmaatregelen waarvan de intensiteit die van verordening nr. 70/2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen te boven gaat, verenigbaar zijn met artikel 87, lid 3, EG.
(cf. punten 78‑79)
6. De verovering van nieuwe markten alsmede inspanningen om zich op de markt te handhaven zijn onderdeel van de normale strategie van elke onderneming die duurzaam op de markt wil aanwezig blijven. Maar om deze onafgebroken en ruime aanwezigheid op de markt mogelijk te maken, zijn uitgaven noodzakelijk en de omwille van die doelstellingen toegekende staatssteun vermindert noodzakelijkerwijs de lopende uitgaven van de kleine en middelgrote ondernemingen. Deze bijdragen vallen dus onder de categorie exploitatiesteun, welke steun onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.
(cf. punten 102, 105)