Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62002TJ0115

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Gemeenschapsmerk – Beroepsprocedure – Beroep bij gemeenschapsrechter – Inleidend verzoekschrift – Memorie van antwoord van interveniënt – Vormvereisten – Summiere uiteenzetting van aangevoerde middelen – Middelen rechtens niet uiteengezet in verzoekschrift en in memorie – Algemene verwijzing naar andere stukken – Niet-ontvankelijkheid

    (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, 46, 130, lid 1, 132, lid 1, en 135, lid 1, tweede alinea)

    2. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van zelfde of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar van verwarring met ouder merk – Beeldmerken die letter „a” voorstellen

    (Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

    Samenvatting

    1. Volgens artikel 44, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, dat krachtens artikel 130, lid 1, en artikel 132, lid 1, van dit reglement van toepassing is op intellectuele-eigendomsrechten, moet het verzoekschrift dat in het kader van een beroep tegen het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) wordt ingediend, het voorwerp van het geschil en een summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen bevatten. Ofschoon dienaangaande het verzoekschrift als zodanig op specifieke punten kan worden gestaafd en aangevuld door verwijzingen naar bepaalde passages uit bijgevoegde stukken, kan een algemene verwijzing naar andere geschriften geen alternatief zijn voor de vermelding van de essentiële elementen van het betoog rechtens, die volgens bovengenoemde bepalingen in het verzoekschrift zelf moeten worden vermeld.

    Aangezien ingevolge artikel 46 van het Reglement voor de procesvoering, dat krachtens artikel 135, lid 1, tweede alinea, van dit reglement van toepassing is op intellectuele-eigendomsrechten, deze uitlegging ook geldt voor de memorie van antwoord van de andere partij in een oppositieprocedure voor de kamer van beroep van het Bureau die tussenkomt voor het Gerecht, zijn de memorie van antwoord en het verzoekschrift, voorzover zij verwijzen naar geschriften die door interveniënt respectievelijk verzoeker voor het Bureau zijn neergelegd, dus niet-ontvankelijk, voorzover de erin vervatte algemene verwijzing niet in verband kan worden gebracht met de middelen en argumenten die in de memorie van antwoord respectievelijk in het verzoekschrift worden ontwikkeld.

    (cf. punt 11)

    2. Bij de eindverbruikers in de Europese Gemeenschap bestaat er gevaar van verwarring van het beeldmerk met als dominerend bestanddeel de kleine letter „a”, in het wit op een zwarte achtergrond geschreven in een eenvoudig lettertype, waarvan de inschrijving als gemeenschapsmerk wordt gevraagd voor kledingstukken, schoeisel en hoofddeksels van klasse 25 in de zin van de Overeenkomst van Nice, met het merk dat de letter „a” voorstelt met dezelfde dominerende kenmerken en dat eerder als gemeenschapsmerk is ingeschreven ter aanduiding van kledingstukken van dezelfde klasse, aangezien er sprake is van een sterke overeenstemming tussen de totaalindrukken die door elk van de conflicterende tekens worden opgeroepen, en de betrokken waren soortgelijk moeten worden geacht in de zin van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94, ook al gaat het om een zwakke soortgelijkheid in het geval van schoenen en kleding. Met betrekking tot dit laatste geval kan het relevante publiek immers in het bijzonder denken dat de schoenen waarop het aangevraagde merk is aangebracht, dezelfde commerciële herkomst hebben als de kleding waarop het oudere merk staat.

    (cf. punten 18, 23, 26‑27)

    Top