Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62001TJ0006

    Samenvatting van het arrest

    Zaak T-6/01

    Matratzen Concord GmbH

    tegen

    Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

    „Gemeenschapsmerk — Oppositie — Relatieve weigeringsgronden — Overeenstemming tussen twee merken — Gevaar van verwarring — Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 — Aanvraag tot inschrijving van beeldmerk met woord ‚Matratzen’ als gemeenschapsmerk — Ouder woordmerk MATRATZEN”

    Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 23 oktober 2002   II-4339

    Samenvatting van het arrest

    1. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar van verwarring met ouder merk – Beoordelingscriteria

      (Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b, en 2, sub a-ii)

    2. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenscbapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Overeenstemming tussen betrokken merken – Beoordelingscriteria – Samengesteld merk

      (Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

    3. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar van verwarring met ouder merk – „Matratzen Markt Concord” en „Matratzen”

      (Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

    4. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Ouder merk bestaande uit beschrijvend woord in andere taal dan die van lidstaat van inschrijving – Schending van beginsel van vrij verkeer van goederen – Geen

      (Art. 28 EG en 30 EG; verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

    1.  Zoals uit artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk blijkt, wordt inschrijving van een merk geweigerd wanneer het gelijk is aan of overeenstemt met een ouder merk en betrekking heeft op dezelfde of soortgelijke waren of diensten, indien daardoor verwarring bij het publiek kan ontstaan op het grondgebied waarop het oudere merk beschermd wordt. Overigens worden oudere merken in artikel 8, lid 2, sub a-ii, van verordening nr. 40/94 gedefinieerd als in een lidstaat ingeschreven merken waarvan de datum van de aanvrage om inschrijving voorafgaat aan de datum van de aanvrage om een gemeenschapsmerk.

      In dit verband is er sprake van verwarringsgevaar wanneer het publiek kan menen dat de betrokken waren of diensten van dezelfde onderneming of, in voorkomend geval, van economisch verbonden ondernemingen afkomstig zijn, waarbij dit gevaar globaal moet worden beoordeeld, met inachtneming van alle relevante omstandigheden van het concrete geval. Deze globale beoordeling veronderstelt een zekere onderlinge samenhang tussen de in aanmerking te nemen factoren, met name tussen de overeenstemming van de merken en de soortgelijkheid van de waren of diensten waarop zij betrekking hebben, waarbij een geringe mate van soortgelijkheid van de betrokken waren of diensten kan worden gecompenseerd door een hoge mate van overeenstemming tussen de merken, en omgekeerd.

      (cf. punten 22-25)

    2.  Twee merken stemmen overeen in de zin van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk, wanneer zij in de ogen van het relevante publiek ten minste voor een deel gelijk zijn wat één of meer relevante aspecten betreft. De visuele, auditieve of begripsmatige aspecten zijn doorslaggevend, waarbij de beoordeling van de overeenstemming moet berusten op de totaalindruk die door de merken wordt opgeroepen, waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met hun onderscheidende en dominerende bestanddelen.

      Daarom kan een samengesteld merk slechts worden geacht overeen te stemmen met een ander merk, dat gelijk is aan of overeenstemt met een van de bestanddelen van het samengestelde merk, indien dit het dominerende bestanddeel is in de totaalindruk die door het samengestelde merk wordt opgeroepen. Dit is het geval wanneer dit bestanddeel op zichzelf het beeld van dit merk dat bij het relevante publiek in herinnering blijft, kan domineren, zodat alle andere bestanddelen verwaarloosbaar zijn voor de totaalindruk die door het merk wordt opgeroepen.

      (cf. punten 30, 32-33)

    3.  Voor het Spaanse publiek is er een visuele en auditieve overeenstemming tussen het beeldmerk „Matratzen Markt Concord” waarvan de inschrijving als gemeenschapsmerk is aangevraagd voor bepaalde producten die behoren tot de klassen 10 (kussens, hoofdkussens, enz.), 20 (matrassen e.a.) en 24 (beddedekens e.a.) in de zin van de Overeenkomst van Nice, en het woordmerk bestaande uit het woord „Matratzen”, dat reeds in Spanje is ingeschreven voor producten die behoren tot klasse 20 (alle soorten meubelen, met inbegrip van matrassen) in de zin van genoemde overeenkomst.

      Aangezien de mate van overeenstemming van de betrokken merken en de mate van gelijksoortigheid van de door deze merken aangeduide waren tezamen genomen hoog genoeg zijn, bestaat er een gevaar van verwarring tussen de betrokken merken, zodat het aangevraagde merk onder artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk valt.

      (cf. punten 44, 48, 50)

    4.  Het is niet in strijd met het beginsel van het vrije verkeer van goederen (artikel 28 EG) dat een nationaal merk dat bestaat uit een beschrijvend woord in een andere taal dan die van de lidstaat van inschrijving, op grond van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk kan worden tegengeworpen aan een aanvraag van een overeenstemmend gemeenschapsmerk.

      In de eerste plaats blijkt namelijk nergens uit dat het beginsel van het vrije verkeer van goederen een lidstaat verbiedt om een dergelijk teken als nationaal merk in te schrijven, en in de tweede plaats heeft de gemeenschapswetgever niet in strijd met de artikelen 28 EG en 30 EG gehandeld door te bepalen dat inschrijving van het aangevraagde merk wordt geweigerd wanneer er verwarring kan ontstaan tussen dat merk en een ouder merk dat in een lidstaat is ingeschreven, ongeacht of het oudere merk beschrijvend is in een andere taal dan die van de lidstaat van inschrijving.

      (cf. punten 54, 56)

    Top