This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CO0297
Samenvatting van de beschikking
Samenvatting van de beschikking
1. Steunmaatregelen van de staten — Uitdrukkelijk afzien door Commissie van eis tot terugvordering van met gemeenschappelijke markt onverenigbare steun — Beoordeling van noodzaak om niettemin terugvordering te verlangen wegens niet-aanmelding door betrokken lidstaat — Bevoegdheid van nationale rechter — (Art. 88 EG)
2. Steunmaatregelen van de staten — Nieuwe steunregeling van staat — Begrip — Overgangsregeling die gevolgen van nieuwe regeling handhaaft — Daaronder begrepen — (Art. 87 EG en 88 EG)
3. Prejudiciële vragen — Bevoegdheid van Hof — Grenzen — Onderzoek van verenigbaarheid van steunmaatregel met gemeenschappelijke markt — Daarvan uitgesloten — (Art. 88 EG en 234 EG)
1. Het staat aan de nationale rechter om te beslissen of nieuwe steun die de Commissie als onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt heeft beschouwd, maar waaromtrent zij uitdrukkelijk van terugvordering heeft afgezien, al dan niet moet worden teruggevorderd, wanneer hij niet vooraf is aangemeld. In dit verband moet de nationale rechter rekening houden met de algemene beginselen van zijn rechtsorde, met name met het vertrouwensbeginsel, en met de omstandigheden van het geval.
cf. punten 40-41
2. Een overgangsregeling waarbij de gevolgen van een nieuwe, niet bij de Commissie aangemelde en onverenigbaar met het gemeenschapsrecht verklaarde steunregeling van de staat worden gehandhaafd, vormt zelf een nieuwe steunregeling van de staat in de zin van de artikelen 87 EG en 88 EG.
cf. punt 45, dictum 1
3. De beoordeling van de verenigbaarheid van steunmaatregelen of van een steunregeling met de gemeenschappelijke markt valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Commissie, die daarbij onder toezicht van de gemeenschapsrechter staat. Bijgevolg kan een nationale rechter het Hof in het kader van een prejudiciële verwijzing krachtens artikel 234 EG niet vragen of staatssteun dan wel een steunregeling verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.
cf. punt 47, dictum 2