Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62001CJ0305

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Fiscale bepalingen — Harmonisatie van wetgevingen — Omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde — Economische activiteiten in zin van Zesde richtlijn — Begrip — Koop van schuldvorderingen met opneming van debiteurenrisico — Daaronder begrepen — (Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 2, 4 en 17)

    2. Fiscale bepalingen — Harmonisatie van wetgevingen — Omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde — Vrijstellingen voorzien in Zesde richtlijn — Bankverrichtingen bedoeld in artikel 13, B, sub d, punt 3 — Uitsluiting van invordering van schuldvorderingen — Begrip — Koop van schuldvorderingen met opneming van debiteurenrisico — Daaronder begrepen — (Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 13, B, sub d, punt 3)

    Samenvatting

    1. De Zesde richtlijn (77/388) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting moet aldus worden uitgelegd dat een marktdeelnemer die schuldvorderingen koopt en daarbij het debiteurenrisico op zich neemt en die zijn klanten in ruil daarvoor een vergoeding aanrekent (eigenlijke factoring), een economische activiteit uitoefent in de zin van de artikelen 2 en 4 van die richtlijn, zodat hij belastingplichtige is en dus recht heeft op aftrek overeenkomstig artikel 17 van die richtlijn.

    Immers, de factor verricht ontegensprekelijk een dienst voor de klant, die er in wezen in bestaat dat hij deze laatste ontlast van het innen van de vorderingen en van het risico dat die vorderingen niet worden gehonoreerd. In ruil voor die dienst is de klant de factor een vergoeding verschuldigd die bestaat uit het verschil tussen de nominale waarde van de vorderingen die hij aan de factor heeft overgedragen en het bedrag dat de factor hem voor die vorderingen betaalt.

    cf. punten 49, 59, dictum 1

    2. Een economische activiteit waarbij een marktdeelnemer schuldvorderingen koopt en daarbij het debiteurenrisico op zich neemt en die zijn klanten in ruil daarvoor een vergoeding aanrekent (eigenlijke factoring), is "invordering van schuldvorderingen" in de zin van artikel 13, B, sub d, punt 3, in fine, van de Zesde richtlijn (77/388) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting, en is derhalve uitgesloten van de bij die bepaling ingevoerde vrijstelling.

    Naar haar objectieve aard heeft factoring namelijk tot wezenlijk doel, schuldvorderingen van een derde in te vorderen en te innen. Factoring moet dan ook slechts worden beschouwd als een variant van het meer algemene begrip "invordering van schuldvorderingen" , ongeacht de wijze waarop zij wordt verricht.

    cf. punten 77, 80, dictum 2

    Top