Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62001CJ0005

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. EGKS - Steun aan ijzer- en staalindustrie - Begrip - Financiering uit openbare middelen van loonsupplement ter compensatie van inkomstendaling ten gevolge van verkorting van arbeidsduur - Daaronder begrepen

    (Art. 4, sub c, KS)

    2. EGKS - Steun aan ijzer- en staalindustrie - Termijn in artikel 6, lid 5, van zesde staalsteuncode bepaald voor vaststelling van beschikking van Commissie inzake verenigbaarheid van steun - Termijn niet voorgeschreven op straffe van onbevoegdheid

    (Algemene beschikking nr. 2496/96, art. 6, lid 5)

    3. Handelingen van de instellingen - Motivering - Verplichting - Omvang - EGKS-beschikking

    (Art. 4, sub c, KS en 15 KS)

    4. EGKS - Steun aan ijzer- en staalindustrie - Goedkeuring door Commissie - Goedkeuring bij individuele beschikking - Voorwaarde - Voorafgaand verzoek van betrokken lidstaat

    (Art. 95 KS)

    Samenvatting

    $$1. De uitdrukking hulp" in artikel 4, sub c, KS houdt noodzakelijkerwijze voordelen in die rechtstreeks of indirect met staatsmiddelen worden bekostigd of die een extra last voor de staat of voor daartoe aangewezen of ingestelde instanties meebrengen. Dit is het geval met een uit openbare middelen gefinancierd loonsupplement ter compensatie van een verkorting van de wekelijkse arbeidsduur voor de werknemers van een onderneming, op grond van deze hoedanigheid en ter vergoeding van de voor deze onderneming gepresteerde werkuren. Een dergelijk supplement vormt immers, ongeacht of het al dan niet uit wettelijke verplichtingen of collectieve arbeidsovereenkomsten voortvloeit, een extra salarisbestanddeel en maakt dus deel uit van de loonkosten die de onderneming normaliter draagt. Het sociale karakter van de overheidstegemoetkoming volstaat niet om ze niet als steunmaatregelen te kunnen aanmerken, aangezien voor de vraag of sprake is van staatssteun, niet de oorzaken of doeleinden van de maatregelen beslissend zijn, maar wel de gevolgen ervan.

    ( cf. punten 33, 36-37, 39, 45-46 )

    2. Gelet op artikel 6, lid 5, van de zesde staalsteuncode, mag een lidstaat een steunmaatregel slechts ten uitvoer leggen op grond van een uitdrukkelijke beschikking in die zin van de Commissie. Indien een dergelijke beschikking achterwege blijft, houdt het verstrijken van de termijn van drie maanden waarover de Commissie beschikt om haar standpunt te bepalen, voor de lidstaat dus geen stilzwijgende toelating in om de voorgenomen steunmaatregel ten uitvoer te leggen. Zou deze termijn van drie maanden aldus worden uitgelegd dat het verstrijken ervan onbevoegdheid meebrengt, dan zou het achterwege blijven van een beschikking van de Commissie binnen deze termijn betekenen dat de betrokken lidstaat, enerzijds, de steunmaatregel niet ten uitvoer mag leggen, en, anderzijds, van de Commissie geen goedkeuringsbeschikking kan verkrijgen binnen het kader van de door deze laatste geopende procedure, hetgeen de goede werking van de regels inzake staatssteun zou beletten. Het verstrijken van de termijn brengt dus geen onbevoegdheid mee om een beschikking vast te stellen. De Commissie moet weliswaar een voorwaarde die zij zichzelf heeft opgelegd, in haar relaties met de lidstaten naleven, maar de niet-naleving van een dergelijke voorwaarde kan slechts onrechtmatig zijn indien daardoor een procedurele waarborg die de lidstaten genieten, wordt uitgehold. Aangezien die termijn van drie maanden is vastgesteld ter bescherming van de rechtszekerheid en garandeert dat de Commissie snel een beschikking vaststelt, leidt de niet-naleving ervan niet tot onbevoegdheid van de Commissie. Onbevoegdheid zou er alleen maar toe leiden dat de Commissie eerst later, na afloop van een nieuwe procedure, kan beslissen, zonder dat dit voor de betrokken lidstaat een bijkomende garantie oplevert. Dit doet echter niet af aan de mogelijkheid een beroep tot schadevergoeding in te stellen indien de te late vaststelling van de beschikking van de Commissie aan een van de betrokken partijen schade heeft berokkend.

    ( cf. punten 57-64 )

    3. De door artikel 15 KS vereiste motivering moet beantwoorden aan de aard van de betrokken handeling en moet de redenering van de instelling die de handeling heeft verricht, duidelijk en ondubbelzinnig tot uitdrukking doen komen, zodat de belanghebbenden kennis kunnen nemen van de rechtvaardigingsgronden van de genomen maatregel en de bevoegde rechter zijn toezicht kan uitoefenen. Het is niet noodzakelijk dat alle relevante gegevens, feitelijk of rechtens, in de motivering worden gespecificeerd, aangezien bij de vraag of de motivering van een handeling aan de vereisten van artikel 15 KS voldoet, niet alleen acht moet worden geslagen op de bewoordingen ervan, doch ook op de context en op het geheel van rechtsregels die de betrokken materie beheersen. Met name moet de Commissie geen standpunt innemen over een gegeven dat kennelijk niet ter zake doet, noch, wat de toepassing van artikel 4, sub c, KS op de litigieuze maatregelen betreft, de beschikking motiveren op het vlak van de gevolgen van deze maatregelen en hun economische invloed op de gemeenschappelijke markt en de vrije mededinging. Om onder voornoemd artikel te vallen, moet een steunmaatregel immers niet noodzakelijkerwijs het handelsverkeer tussen de lidstaten of de mededinging beïnvloeden.

    ( cf. punten 68, 71, 75 )

    4. Het stelsel van goedkeuring, bij wijze van uitzondering, van steun die noodzakelijk is voor de goede werking van de gemeenschappelijke markt voor kolen en staal, houdt - wat individuele beschikkingen van de Commissie betreft - logischerwijze in dat de betrokken lidstaat de Commissie verzoekt de procedure van artikel 95 KS in te leiden, en dat de Commissie dan onderzoekt of de steun noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag.

    ( cf. punten 82, 85 )

    Top