This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62000TO0052
Samenvatting van de beschikking
Samenvatting van de beschikking
1. Procedure - Wijzigingen van Reglement voor procesvoering - Onmiddellijke toepassing
(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht)
2. Procedure - Interventie - Indiening van verzoek tot tussenkomst - Termijn - Beslissing om tot mondelinge behandeling over te gaan - Begrip
(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 52, 53, 115, lid 1, en 116, lid 6)
3. Procedure - Interventie - Belanghebbende personen - Beroep tot nietigverklaring van weigering om gevolg te geven aan op mededingingsregels gebaseerde klacht - Partij waartegen klacht is gericht
(Statuut-EG van het Hof van Justitie, art. 37, tweede alinea, en 46)
1. De door het Gerecht vastgestelde wijzigingen van zijn Reglement voor de procesvoering zijn als procedurele bepalingen in beginsel met ingang van de datum waarop zij in werking zijn getreden, van onmiddellijke toepassing.
( cf. punt 23 )
2. Artikel 115, lid 1, gelezen in samenhang met artikel 116, lid 6, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, zoals dat sinds 1 februari 2001 van kracht is, biedt belanghebbenden die hun verzoek tot tussenkomst niet zo tijdig hebben ingediend dat zij aan de schriftelijke behandeling konden deelnemen, de mogelijkheid om tijdens de mondelinge behandeling op basis van het rapport ter terechtzitting te interveniëren, mits zij hun verzoek tot tussenkomst vóór de opening van deze mondelinge behandeling indienen.
In dit verband gaat het bij het besluit tot opening van de mondelinge behandeling, de uiterste termijn voor de indiening van het verzoek tot tussenkomst, om het in artikel 53 van genoemd reglement bedoelde besluit. Dat besluit wordt door het Gerecht genomen nadat de rechter-rapporteur het voorlopig rapport bedoeld in artikel 52 van genoemd reglement heeft uitgebracht.
( cf. punten 24-25, 27 )
3. Onder belang bij de beslissing van het geding in de zin van artikel 37, tweede alinea, van het Statuut van het Hof van Justitie, dat krachtens artikel 46, eerste alinea, van toepassing is op het Gerecht, moet worden verstaan een rechtstreeks en dadelijk belang bij de toewijzing dan wel de afwijzing van het gevorderde.
In het kader van een beroep tot nietigverklaring, gericht tegen een beschikking van de Commissie tot afwijzing van een klacht wegens schending van de artikelen 82 EG en 86 EG, bezit de partij tegen wie de door deze afwijzing getroffen klacht is gericht, een dergelijk belang.
( cf. punten 32-34 )