Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62000CJ0446

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Ambtenaren - Beroep - Voorafgaande administratieve klacht - Identiteit van voorwerp en grond - Middelen niet vermeld in, doch nauw aansluitend bij klacht - Ontvankelijkheid - Middel ontleend aan schending van artikel 24, derde en vierde alinea, van Statuut, dat expliciet noch impliciet in precontentieuze procedure is aangevoerd - Niet-ontvankelijkheid

    (Ambtenarenstatuut, art. 24, derde en vierde alinea, 90 en 91)

    2. Hogere voorziening - Middelen - Tegenstrijdige motivering - Ontvankelijkheid

    3. Ambtenaren - Bevordering - Vergelijking van verdiensten - Automatische bevordering van ambtenaren die op lijst van meest verdienstelijke ambtenaren van jaar voordien stonden - Onwettigheid

    (Ambtenarenstatuut, art. 45, lid 1)

    Samenvatting

    1. In ambtenarenzaken kunnen de voor de gemeenschapsrechter geformuleerde conclusies slechts bezwaren bevatten die op dezelfde grond berusten als die welke in de klacht zijn geformuleerd. Deze bezwaren kunnen voor de gemeenschapsrechter worden gepreciseerd door middelen en argumenten die niet noodzakelijk in de klacht voorkomen, doch er wel nauw bij aansluiten.

    Wanneer artikel 24, derde en vierde alinea, van het Statuut niet in de klacht wordt aangehaald en daarin evenmin uitdrukkelijk melding wordt gemaakt van het in die bepalingen gehanteerde begrip bij- en nascholing, maar alleen wordt gesproken over de mobiliteit en het verloop van de loopbaan van de ambtenaren, kan niet worden aangenomen dat de klacht, zelfs bij een ruime interpretatie, elementen bevat waaruit het tot aanstelling bevoegde gezag had kunnen afleiden dat zij een grief inzake schending van artikel 24, derde en vierde alinea, van het Statuut inhield.

    ( cf. punten 12-13, 16 )

    2. De vraag of de motivering van een arrest van het Gerecht tegenstrijdig is, is een rechtskwestie die als zodanig in het kader van een hogere voorziening kan worden aangevoerd.

    ( cf. punt 20 )

    3. Het Statuut verleent geen recht op bevordering, ook niet aan ambtenaren die voldoen aan alle voorwaarden om te worden bevorderd. Een gewoonte om ambtenaren die bij de vorige bevorderingsronde op de lijst van meest verdienstelijke kandidaten stonden, maar niet zijn bevorderd, automatisch te bevorderen tenzij zij zijn tekortgeschoten, is kennelijk in strijd met artikel 45, lid 1, van het Statuut. De bevorderingsbesluiten vooronderstellen immers dat het tot aanstellen bevoegde gezag bij elke bevorderingsprocedure de verdiensten van de voor bevordering in aanmerking komende ambtenaren en de over hen uitgebrachte beoordelingsrapporten vergelijkt.

    ( cf. punten 35-36 )

    Top