Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61999CJ0095

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Gemeenschapsregeling - Personele werkingssfeer - Opneming van staatlozen en vluchtelingen die op grondgebied van lidstaat wonen, en hun gezinsleden, onder werkingssfeer van verordening nr. 1408/71 - Geldigheid

    [EEG-Verdrag, art. 51 (later art. 51 EG-Verdrag, thans, na wijziging, art. 42 EG); verordening nr. 1408/71 van de Raad, art. 1 en 2, lid 1]

    2. Vrij verkeer van personen - Werknemers - Gemeenschapsregeling - Niet-toepasselijkheid in volledig in interne sfeer van lidstaat gelegen situatie

    (Verordening nr. 1408/71 van de Raad)

    Samenvatting

    1. De geldigheid van verordening nr. 1408/71, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening nr. 2001/83, wordt niet aangetast door het feit dat staatlozen en vluchtelingen die op het grondgebied van een der lidstaten wonen, en hun gezinsleden in de personele werkingssfeer ervan zijn opgenomen.

    Verordening nr. 1408/71 is immers van toepassing op iedere werknemer in de zin van artikel 1 ervan, die de nationaliteit van een lidstaat heeft en zich bevindt in een van de in die verordening voorziene situaties van internationale aard, alsook op zijn gezinsleden.

    De Raad kan niet verweten worden in de uitoefening van de bevoegdheden die hem volgens artikel 51 EEG-Verdrag (later artikel 51 EG-Verdrag, thans, na wijziging, artikel 42 EG) zijn toegekend, ook de staatlozen en vluchtelingen die op het grondgebied van de lidstaten wonen, te hebben betrokken teneinde rekening te houden met de internationale verplichtingen van de lidstaten. Een coördinatie van nationale socialezekerheidsregelingen die staatlozen en vluchtelingen uitsluit, zou de lidstaten ertoe genoodzaakt hebben om ter vervulling van hun internationale verplichtingen een tweede coördinatiestelsel in het leven te roepen, uitsluitend bestemd voor deze zeer beperkte categorie personen.

    ( cf. punten 55-58, dictum 1 )

    2. Werknemers die als staatlozen of vluchtelingen op het grondgebied van een der lidstaten wonen, en hun gezinsleden kunnen geen aanspraak maken op de door verordening nr. 1408/71, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening nr. 2001/83, toegekende rechten wanneer zij zich in een situatie bevinden waarvan alle elementen geheel in de interne sfeer van één lidstaat liggen. Dit is met name het geval wanneer de situatie van een werknemer uitsluitend aanknopingspunten heeft met een derde staat en met één enkele lidstaat.

    ( cf. punten 71-72, dictum 2 )

    Top