EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61998TJ0178

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Procedure - Inleidend verzoekschrift - Vormvereisten - Identificatie van voorwerp van geschil - Summiere uiteenzetting van aangevoerde middelen - Verzoekschrift strekkende tot vergoeding van door gemeenschapsinstelling veroorzaakte schade

('s Hofs Statuut-EG, art. 19, eerste alinea, en 46, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c)

2. Beroep tot schadevergoeding - Beroep ingesteld tegen instelling voor welker gedraging Gemeenschap aansprakelijk zou zijn - Ontvankelijkheid - Aard van aan instelling verweten handeling - Geen invloed

[EG-Verdrag, art. 178 en 215, tweede alinea (thans art. 235 EG en 288, tweede alinea, EG)]

3. Beroep tot schadevergoeding - Zelfstandig rechtsmiddel ten opzichte van beroep tot nietigverklaring - Grenzen - Beroep strekkende tot intrekking van definitief geworden individuele beschikking - Niet-ontvankelijkheid

[EG-Verdrag, art. 178 en 215, tweede alinea (thans art. 235 EG en 288, tweede alinea, EG)]

4. Niet-contractuele aansprakelijkheid - Voorwaarden - Voldoende gekwalificeerde schending van ter bescherming van particulieren gegeven hogere rechtsregel - Handeling die betrekking heeft op antidumpingprocedure, maar geen economische beleidskeuzen impliceert - Toereikendheid van gewone inbreuk op gemeenschapsrecht

[EG-Verdrag, art. 215 (thans art. 288 EG)]

5. Niet-contractuele aansprakelijkheid - Voorwaarden - Onrechtmatigheid - Schade - Causaal verband - Begrip - Bewijslast

[EG-Verdrag, art. 215, tweede alinea (thans art. 288, tweede alinea, EG)]

6. Niet-contractuele aansprakelijkheid - Voorwaarden - Fout van instelling - Gebrek aan zorgvuldigheid bij herstel van fout die bevoegde dienst bekend was

[EG-Verdrag, art. 215, tweede alinea (thans art. 288, tweede alinea, EG)]

Samenvatting

1. Ingevolge artikel 19 van het Statuut van het Hof van Justitie, dat krachtens artikel 46, eerste alinea, van dat statuut, en artikel 44, lid 1, sub c, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van toepassing is op de procedure voor het Gerecht, moet het verzoekschrift onder meer het voorwerp van het geschil en een summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen bevatten. Om aan deze vereisten te voldoen, moet een verzoekschrift strekkende tot vergoeding van beweerdelijk door een gemeenschapsinstelling veroorzaakte schade bevatten: de gegevens die het mogelijk maken te bepalen, welke gedraging de verzoeker aan de instelling verwijt, de redenen waarom de verzoeker meent dat er tussen die gedraging en de gestelde schade een causaal verband bestaat, en de aard en de omvang van die schade.

( cf. punt 30 )

2. De normatieve of administratieve aard van de aan een gemeenschapsinstelling verweten handeling heeft geen invloed op de ontvankelijkheid van een beroep tot schadevergoeding. Dat element heeft in het kader van een dergelijk beroep uitsluitend invloed op de beoordeling ten gronde, wanneer de ernst van de fout die bij het onderzoek van de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap in aanmerking wordt genomen, nader moet worden bepaald.

( cf. punt 38 )

3. De vordering tot schadevergoeding op grond van artikel 215, tweede alinea, van het Verdrag (thans artikel 288, tweede alinea, EG) is een zelfstandige beroepsweg, die binnen het stelsel der beroepsmogelijkheden een bijzondere functie heeft en aan de aanwending waarvan in verband met zijn bijzondere doel bepaalde voorwaarden zijn verbonden. Deze beroepsweg verschilt van het beroep tot nietigverklaring doordat hij niet strekt tot ongedaanmaking van een bepaalde maatregel, maar tot vergoeding van schade die door een instelling is veroorzaakt.

Bovendien kan uit de rechtspraak niet worden afgeleid dat pas een beroep tot schadevergoeding kan worden ingesteld nadat eerst een beroep aanhangig is gemaakt strekkende tot nietigverklaring van de handeling die de gestelde schade zou hebben veroorzaakt. Een partij kan immers een schadevordering indienen zonder dat enige bepaling haar ertoe dwingt tevens nietigverklaring van de schade veroorzakende onwettige handeling te vorderen.

Een beroep tot schadevergoeding moet niet-ontvankelijk worden verklaard indien het in werkelijkheid strekt tot intrekking van een definitief geworden handeling en, indien het zou worden toegewezen, tot gevolg zou hebben dat de rechtsgevolgen van die handeling teniet worden gedaan.

( cf. punten 45, 49-50 )

4. De handelingen van de Raad en de Commissie die verband houden met een procedure voor de eventuele vaststelling van antidumpingmaatregelen, moeten in beginsel moeten worden beschouwd als normatieve handelingen die economische beleidskeuzen impliceren, zodat de Gemeenschap voor dergelijke handelingen slechts aansprakelijk kan worden gesteld in geval van een voldoende gekwalificeerde schending van een ter bescherming van particulieren gegeven hogere rechtsregel. Wanneer de betrokken handeling van administratieve aard geen economische beleidskeuze inhoudt en de Commissie slechts een zeer beperkte, of zelfs in het geheel geen beoordelingsmarge verleent, kan een gewone inbreuk op het gemeenschapsrecht reeds tot niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap leiden. Meer bepaald kan uit de vaststelling van een onregelmatigheid die een met de normale voorzichtigheid en zorgvuldigheid handelende administratie in vergelijkbare omstandigheden niet zou hebben begaan, worden geconcludeerd dat de gedraging van de instelling een onwettigheid vormt die de aansprakelijkheid van de Commissie uit hoofde van artikel 215 van het Verdrag (thans artikel 288 EG) meebrengt.

( cf. punten 57, 61 )

5. Een causaal verband in de zin van artikel 215, tweede alinea, van het Verdrag (thans artikel 288, tweede alinea, EG) wordt aanvaard wanneer tussen de fout van de betrokken instelling en de aangevoerde schade een - door de verzoekende partij te bewijzen - rechtstreeks causaal verband bestaat. De Gemeenschap kan alleen aansprakelijk zijn voor schade die een voldoende rechtstreeks gevolg is van de onwettige gedraging van de betrokken instelling.

Bij het onderzoek van het causaal verband tussen de aan de instelling verweten fout en door verzoekster gestelde schade, moet worden nagegaan of verzoekster zich redelijke inspanningen heeft getroost om de omvang van de door haar gestelde schade te beperken.

( cf. punten 118-121 )

6. Wanneer de door de onrechtmatige gedraging van de instelling veroorzaakte schade progressief is, begaat die instelling een fout wanneer zij niet alle noodzakelijke en ter zake dienende maatregelen treft, die alleen zij kan treffen, om de schade te beperken.

( cf. punten 131-132 )

Top