Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61998CJ0254

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    Vrij verkeer van goederen - Kwantitatieve beperkingen - Maatregelen van gelijke werking - Nationale regeling die ambulante verkoop van levensmiddelen in administratief district voorbehoudt aan in dat district of in aangrenzende gemeente gevestigde marktdeelnemers - Ontoelaatbaarheid - Rechtvaardiging - Geen

    [EG-Verdrag, art. 30 (thans, na wijziging, art. 28 EG)]

    Samenvatting

    $$Artikel 30 van het Verdrag (thans, na wijziging, artikel 28 EG) verzet zich tegen een nationale regeling die bepaalt dat bakkers, slagers en handelaren in levensmiddelen alleen dan in een bepaald administratief district hun goederen ambulant mogen verkopen, wanneer zij hun handelsactiviteit ook uitoefenen in een vaste inrichting waar zij die ambulant te koop aangeboden goederen eveneens te koop aanbieden en die in dat administratief district of in een aangrenzende gemeente is gelegen.

    Een dergelijke regeling, die de verkoopmodaliteiten van bepaalde goederen betreft doordat zij geografische gebieden afbakent waarbinnen iedere betrokken marktdeelnemer zijn producten op die manier mag verkopen, treft de verkoop van nationale producten en die van uit andere lidstaten afkomstige producten immers niet op dezelfde wijze en kan de intracommunautaire handel belemmeren voorzover zij de toegang tot de markt van de lidstaat van invoer de facto meer bemoeilijkt voor producten uit andere lidstaten dan voor nationale producten, ook al is zij van toepassing op alle marktdeelnemers die op het nationale grondgebied actief zijn. Aan deze conclusie doet niet af dat voor elk gedeelte van het nationale grondgebied de regeling niet alleen een ongunstige invloed heeft op de afzet van uit andere lidstaten ingevoerde producten, maar ook op die van producten afkomstig uit andere gedeelten van het nationale grondgebied. Om als discriminerende of beschermende maatregel in de zin van de bepalingen betreffende het vrije verkeer van goederen te kunnen worden aangemerkt, behoeft een overheidsmaatregel immers niet noodzakelijkerwijs tot gevolg te hebben dat alle nationale producten gunstiger worden behandeld of dat uitsluitend ingevoerde producten worden benadeeld.

    Een dergelijke regeling kan niet worden gerechtvaardigd door overwegingen van bescherming van de bevoorrading ter plekke ten gunste van de aldaar gevestigde ondernemingen, aangezien dergelijke zuiver economische doelstellingen geen rechtvaardiging kunnen vormen voor een inbreuk op het fundamentele beginsel van het vrije verkeer van goederen, en evenmin door de bescherming van de volksgezondheid, omdat dat doel kan worden bereikt met maatregelen die het intracommunautaire handelsverkeer minder beperken.

    (cf. punten 24-25, 27, 29, 31-33, 36-37 en dictum)

    Top