Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61998CJ0226

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Sociale politiek - Mannelijke en vrouwelijke werknemers - Toegang tot beroep en arbeidsvoorwaarden bij uitoefening van zelfstandige activiteit - Gelijke behandeling - Indirecte discriminatie - Beoordelingscriteria - Afzonderlijke beoordeling van elk element dat kenmerkend is voor omstandigheden waarin beroepsactiviteit wordt uitgeoefend - Noodzaak van voorhanden zijn van significante gegevens

    (Richtlijnen 76/207 en 86/613 van de Raad)

    Samenvatting

    1. Richtlijn 76/207 betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, en richtlijn 86/613 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen, de landbouwsector daarbij inbegrepen, en tot bescherming van het moederschap, moeten aldus worden uitgelegd dat om uit te maken of er sprake is van indirecte discriminatie op grond van geslacht, elk element dat kenmerkend is voor de uit een bepaalde regeling voortvloeiende omstandigheden waarin een beroepsactiviteit wordt uitgeoefend, afzonderlijk moet worden beoordeeld, voorzover die elementen als zodanig specifieke maatregelen met eigen toepassingscriteria vormen die een significant aantal personen van een bepaalde categorie treffen.

    Wat deze laatste voorwaarde betreft, kan er slechts sprake van een indirecte discriminatie kan zijn indien de gegevens die op een dergelijke situatie wijzen, valabel zijn. Daartoe moeten die gegevens betrekking hebben op een voldoende groot aantal personen, mogen er geen zuiver toevallige of conjuncturele verschijnselen in tot uitdrukking komen, en moeten zij in het algemeen significant lijken.

    ( cf. punten 33, 36, dictum 1 )

    2. In het kader van de door de lidstaten vastgestelde sociale beschermingsmaatregelen kunnen budgettaire overwegingen op zichzelf geen discriminatie op grond van geslacht rechtvaardigen. Maatregelen die een goed beheer van de overheidsgelden voor gespecialiseerde medische verzorging dienen te verzekeren en de toegang van de bevolking tot die verzorging dienen te waarborgen, kunnen evenwel gerechtvaardigd zijn indien zij beantwoorden aan een legitieme doelstelling van sociaal beleid en geschikt en noodzakelijk zijn om dat doel te bereiken.

    ( cf. punt 42, dictum 2 )

    3. Het bedrag dat een arts bij beëindiging van zijn activiteit wegens het bereiken van de leeftijdsgrens als vergoeding voor de goodwill kan verkrijgen, kan voor de beoordeling van een eventuele discriminatie van werknemers op grond van het geslacht niet worden gelijkgesteld met het ouderdomspensioen van een werknemer. De overdracht van goodwill, die een onlichamelijk bestanddeel van een medische praktijk is, houdt immers niet noodzakelijk verband met de leeftijd van de verkoper en kan op elk ogenblik plaatsvinden, terwijl het pensioen slechts op een bepaalde leeftijd wordt verkregen en het bedrag ervan afhankelijk is van de duur van de beroepsactiviteit en de betaalde bijdragen. Bovendien wordt de verkoopprijs verkregen van de koper van de praktijk en niet van degenen die gewoonlijk het honorarium van de arts betalen, namelijk de patiënten, de staat of de ziekteverzekering.

    ( cf. punten 45-46, dictum 3 )

    Top