Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61998CJ0195

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Prejudiciële vragen - Voorlegging aan Hof - Nationale rechterlijke instantie in de zin van artikel 177 van het Verdrag (thans artikel 234 EG) - Begrip - Voorlegging aan Oberste Gerichtshof in het kader van bijzondere procedure tot abstracte vaststelling van recht buiten elk individueel geschil om - Daaronder begrepen

    [EG-Verdrag, art. 177 (thans art. 234 EG)]

    2. Vrij verkeer van personen - Werknemers - Gelijke behandeling - Bevordering op grond van anciënniteit - Erkenning van eerdere tijdvakken van arbeid voor berekening van beloning van docenten met arbeidscontract - Inaanmerkingneming onder striktere voorwaarden van tijdvakken vervuld bij vergelijkbare instellingen van andere lidstaten - Verkapte discriminatie - Ontoelaatbaarheid - Inaanmerkingneming die moet geschieden zonder beperking in de tijd

    [EG-Verdrag, art. 48 (thans, na wijziging, art. 39 EG); verordening nr. 1612/68 van de Raad, art. 7, leden 1 en 4]

    Samenvatting

    1. Voor de beoordeling, of een verwijzend orgaan een rechterlijke instantie in de zin van artikel 177 van het Verdrag (thans artikel 234 EG) is, hetgeen uitsluitend door het gemeenschapsrecht wordt bepaald, moet het Hof rekening houden met een samenstel van factoren, zoals de wettelijke grondslag van het orgaan, het permanente karakter, de verplichte rechtsmacht, het uitspraak doen na een procedure op tegenspraak, het toepassen van de regelen des rechts, alsmede de onafhankelijkheid van het orgaan.

    Bij de vervulling van taken als die welke in het kader van een bijzondere procedure ter abstracte vaststelling van een recht buiten elk individueel geschil om op hem rusten, is het Oberste Gerichtshof een rechterlijke instantie in de zin van artikel 177 van het Verdrag. Immers, ofschoon het Oberste Gerichtshof geen uitspraak doet over concrete geschillen waarbij met name genoemde personen zijn betrokken, het zijn juridische beoordeling moet baseren op de door verzoeker aangevoerde feiten zonder nader onderzoek, het om een declaratoire beslissing gaat en het recht om een zaak aan te spannen op collectieve wijze wordt uitgeoefend, is die procedure bedoeld om uit te monden in een beslissing met de kenmerken van rechtspraak. Met name is de eindbeslissing verbindend voor de partijen, die niet een tweede verzoek kunnen indienen om een declaratoire beslissing te verkrijgen over dezelfde feitelijke situatie onder opwerping van dezelfde rechtsvragen.

    ( cf. punten 24, 29-30, 32, dictum 1 )

    2. Artikel 48 van het Verdrag (thans, na wijziging, artikel 39 EG) en artikel 7, leden 1 en 4, van verordening nr. 1612/68 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap, staan in de weg aan een nationale bepaling betreffende de inaanmerkingneming van eerdere tijdvakken van arbeid voor de vaststelling van de beloning van docenten en assistenten met een arbeidscontract, wanneer de voorwaarden voor inaanmerkingneming van in andere lidstaten vervulde tijdvakken strikter zijn dan die voor de inaanmerkingneming van tijdvakken vervuld bij vergelijkbare instellingen van de betrokken lidstaat. Deze bepaling die migrerende werknemers die een deel van hun loopbaan in een andere lidstaat hebben vervuld, benadeelt, kan derhalve een schending van het in artikel 48 van het Verdrag en artikel 7, leden 1 en 4, van verordening nr. 1612/68 neergelegde non-discriminatiebeginsel opleveren.

    Daarbij komt dat, wanneer een lidstaat verplicht is om voor de berekening van de beloning van docenten en assistenten met een arbeidscontract de tijdvakken van arbeid in aanmerking te nemen die zijn vervuld bij instellingen van andere lidstaten die vergelijkbaar zijn met de nationale instellingen, die tijdvakken zonder beperking in de tijd in aanmerking moeten worden genomen.

    ( cf. punten 44, 51, 56, dictum 2-3 )

    Top