This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61997CJ0202
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
1 Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Toepasselijke wetgeving - Uitzendkrachten die in andere lidstaat dan staat van vestiging van werkgever zijn gedetacheerd - Wetgeving van lidstaat van vestiging - Voorwaarde - Onderneming die normaliter werkzaam is in lidstaat van vestiging
(Verordening nr. 1408/71 van de Raad, art. 14, lid 1, sub a)
2 Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Toepasselijke wetgeving - Uitzendkrachten die in andere lidstaat dan staat van vestiging van werkgever zijn gedetacheerd - E 101-verklaring afgegeven door bevoegd orgaan van lidstaat van vestiging - Bewijskracht ten aanzien van socialezekerheidsorganen van andere lidstaten - Grenzen
(Verordeningen van de Raad nr. 1408/71 en nr. 574/72, art. 11, lid 1, sub a)
1 Artikel 14, lid 1, sub a, van verordening nr. 1408/71, in de gecodificeerde versie van verordening nr. 2001/83, moet aldus worden uitgelegd, dat om aanspraak te kunnen maken op het bij die bepaling geboden voordeel, waarmee wordt afgeweken van de regel dat de werknemer onderworpen is aan de wettelijke regeling van de lidstaat op het grondgebied waarvan hij een werkzaamheid in loondienst verricht en de onderneming waaraan hij normaal verbonden is, zijn aansluiting kan handhaven bij de socialezekerheidsregeling van de lidstaat op het grondgebied waarvan zij is gevestigd, een uitzendbureau dat werknemers vanuit een lidstaat ter beschikking stelt van op het grondgebied van een andere lidstaat gevestigde ondernemingen, zijn activiteiten gewoonlijk in de eerste lidstaat moet verrichten. Aan deze voorwaarde is voldaan wanneer dat uitzendbureau doorgaans activiteiten van betekenis verricht op het grondgebied van de lidstaat waarin het is gevestigd.
(cf. punten 21, 29, 33, 40, 45, dictum 1-2)
4 Artikel 11, lid 1, sub a, van verordening nr. 574/72 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening nr. 1408/71, in de gecodificeerde versie van verordening nr. 2001/83, moet aldus worden uitgelegd dat de E 101-verklaring afgegeven door het orgaan dat door de bevoegde autoriteit van een lidstaat is aangewezen, de socialezekerheidsorganen van andere lidstaten bindt voorzover daarin wordt verklaard dat de door een uitzendbureau gedetacheerde werknemers zijn aangesloten bij de socialezekerheidsregeling van de lidstaat waarin dit uitzendbureau is gevestigd. Wanneer de organen van andere lidstaten echter twijfels uiten over de juistheid van de feiten waarop de verklaring berust, of over de juridische beoordeling van die feiten, en dus over de overeenstemming van de gegevens van die verklaring met verordening nr. 1408/71 en met name met artikel 14, lid 1, sub a, ervan, dient het afgevende orgaan de gegrondheid van die verklaring opnieuw te onderzoeken en deze zo nodig in te trekken.
(cf. punt 59, dictum 3)