Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61997CJ0200

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1 Prejudiciële vragen - Voorlegging aan Hof - Noodzaak van prejudiciële vraag - Beoordeling door nationale rechter

(EG-Verdrag, art. 177)

2 EGKS - Steun aan ijzer- en staalindustrie - Begrip - Toepassing van regeling die afwijkt van commuun faillissementsrecht, op grote ondernemingen in staat van insolventie - Daaronder begrepen - Voorwaarden

(EGKS-Verdrag, art. 4, sub c)

Samenvatting

1 Het is uitsluitend een zaak van de nationale rechter aan wie het geschil is voorgelegd en die de verantwoordelijkheid draagt voor de te geven rechterlijke beslissing om, gelet op de bijzonderheden van het geval, zowel de noodzaak van een prejudiciële beslissing voor het wijzen van zijn vonnis te beoordelen, als de relevantie van de vragen die hij aan het Hof voorlegt.

2 Het begrip "hulp" in de zin van artikel 4, sub c, EGKS-Verdrag houdt noodzakelijkerwijze voordelen in, die rechtstreeks of zijdelings met staatsmiddelen worden bekostigd of die een extra last voor de staat of voor daartoe aangewezen of ingestelde instellingen meebrengen.

Het eventuele verlies van belastingontvangsten dat voor de staat uit de toepassing, bij ministerieel decreet, van een nationale, van het commune faillissementsrecht afwijkende regeling op grote ondernemingen in moeilijkheden voortvloeit wegens het absolute verbod van individuele executiehandelingen en de schorsing van de rente op alle schulden van de betrokken onderneming, alsmede de dienovereenkomstige vermindering van de voordelen van de schuldeisers, is op zichzelf geen grond om die regeling als steunmaatregel te kwalificeren. Die consequentie is immers inherent aan iedere wettelijke regeling die het kader vaststelt waarbinnen de betrekkingen tussen een insolvabele onderneming en al haar schuldeisers worden geregeld.

Daarentegen moet de toepassing op een onderneming in de zin van artikel 80 EGKS-Verdrag van een dergelijke regeling worden geacht een door artikel 4, sub c, EGKS-Verdrag verboden, door de staat verleende steun in te houden, wanneer komt vast te staan dat die onderneming

- toestemming heeft gekregen om haar bedrijf voort te zetten onder omstandigheden waarin een dergelijke mogelijkheid uitgesloten zou zijn bij toepassing van de bepalingen van het commune faillissementsrecht, of

- een of meer voordelen heeft genoten, zoals een staatsgarantie, een verlaagd belastingtarief, vrijstelling van de verplichting tot betaling van geldboetes en andere financiële sancties of een feitelijke algehele of gedeeltelijke kwijtschelding van vorderingen van de overheid, waarop een andere insolvabele onderneming in het kader van de toepassing van de bepalingen van het commune faillissementsrecht geen aanspraak had kunnen maken.

In deze beide gevallen kan daaruit voor de overheid immers een extra last voortvloeien, vergeleken met de toepassing van de normale bepalingen van het faillissementsrecht.

Voorts beantwoordt de betrokken regeling, gelet op de categorie van ondernemingen die erdoor worden bestreken en de omvang van de discretionaire bevoegdheid die de nationale autoriteiten hebben wanneer zij een onder een dergelijke regeling geplaatste insolvabele onderneming toestaan haar bedrijf voort te zetten, aan de voorwaarde van specificiteit die een van de kenmerken van het begrip steunmaatregel van de staat is.

Top