Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61996TJ0120

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1 Beroep tot nietigverklaring - Voor beroep vatbare handelingen - Handelingen die bindende rechtsgevolgen in het leven beogen te roepen - Afwijzing, door Commissie, van aanvraag om bepaalde substantie op te nemen in een van de bijlagen bij verordening nr. 2377/90 - Beschikking gericht tot marktdeelnemer die aanvraag heeft ingediend - Procesbevoegdheid van marktdeelnemer

    (EG-Verdrag, art. 173; verordening nr. 2377/90 van de Raad)

    2 Landbouw - Uniforme wetgevingen - Maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong - Vaststellingsprocedure - Verordening nr. 2377/90 - Weigering van Commissie om bepaalde substantie in een van de bijlagen op te nemen ondanks positief advies van Comité voor diergeneesmiddelen - Onwettigheid

    (Verordeningen van de Raad nr. 2377/90, art. 6, lid 1, en nr. 2309/93; richtlijn 81/851 van de Raad)

    Samenvatting

    3 Als handelingen of besluiten die vatbaar zijn voor beroep tot nietigverklaring in de zin van artikel 173 van het Verdrag, zijn te beschouwen maatregelen die bindende rechtsgevolgen in het leven roepen welke de belangen van de verzoeker kunnen aantasten doordat zij diens rechtspositie aanmerkelijk wijzigen.

    Zulks is het geval bij een beschikking van de Commissie tot afwijzing van de aanvraag van een marktdeelnemer om een bepaalde farmacologisch werkzame substantie te doen opnemen in een van de bijlagen bij verordening nr. 2377/90 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Een dergelijke beschikking vormt immers de afsluiting van de door de marktdeelnemer op basis van verordening nr. 2377/90 ingeleide procedure, en ofschoon de Commissie in geval van opheffing van het door de Raad ingestelde voorlopig verbod op de betrokken substantie haar beslissing zou kunnen heroverwegen, neemt dat niet weg dat de beschikking tot op dat ogenblik het standpunt van de Commissie definitief vastlegt.

    Aangezien de beschikking is gericht tot de marktdeelnemer die de aanvraag heeft ingediend, is deze bevoegd om een beroep tot nietigverklaring van de beschikking in te stellen. In dit verband is van belang, dat de beschikking is gegeven in een door een gemeenschapsverordening nauwkeurig geregelde procedure waarin de Commissie gehouden is te beslissen op een door een particulier krachtens die verordening ingediende aanvraag.

    4 Wanneer het Comité voor diergeneesmiddelen in het kader van de bij verordening nr. 2377/90 ingevoerde communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong een positief advies heeft uitgebracht over een krachtens artikel 6, lid 1, van de verordening ingediende aanvraag tot opneming van een farmacologisch werkzame substantie in bijlage II, is de Commissie overeenkomstig de leden 4 en 5 van genoemd artikel gehouden een ontwerpverordening op te stellen waarbij die substantie in die bijlage wordt opgenomen, en deze ter goedkeuring voor te leggen aan het Comité voor de aanpassing van de richtlijnen. Door deze aanvraag af te wijzen op grond dat de substantie niet in de handel mocht worden gebracht wegens het door de Raad ingestelde voorlopig verbod op de verhandeling en toediening van de substantie in de Gemeenschap en dus niet was voldaan aan de voorwaarden van artikel 6, lid 1, van verordening nr. 2377/90, heeft de Commissie in strijd met de verordening gehandeld.

    Genoemde bepaling stelt de opneming van een stof immers niet afhankelijk van de voorwaarde, dat het product dat die substantie bevat, direct kan worden gebruikt en in de handel kan worden gebracht, aangezien de procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen op grond van verordening nr. 2377/90 een zelfstandige procedure is, die losstaat van de in richtlijn 81/851 en verordening nr. 2309/93 voorziene procedures voor de afgifte van een nationale respectievelijk communautaire vergunning voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.

    Top