EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61996TJ0016

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1 Beroep tot nietigverklaring - Beschikking inzake staatssteun - Grieven die niet tijdens administratieve procedure zijn aangevoerd - Ontvankelijkheid

(EG-Verdrag, art. 93, lid 2, en 173)

2 Steunmaatregelen van de staten - Begrip - Financiële bijstand van lidstaat aan onderneming - Beoordelingscriterium - Toestand van onderneming in relatie tot particuliere kapitaalmarkten - Lening tegen preferentieel tarief - Teruggave van verschil tussen tegen marktvoorwaarden te betalen rente en werkelijk betaalde rente

(EG-Verdrag, art. 92, lid 1)

3 Steunmaatregelen van de staten - Beschikking van Commissie waarin zij vaststelt dat niet-aangemelde steunmaatregel onverenigbaar is met gemeenschappelijke markt - Motiveringsplicht - Draagwijdte

(EG-Verdrag, art. 92, 93, lid 3, en 190)

Samenvatting

4 Ter zake van steunmaatregelen van staten, wordt het recht van een persoon om op te komen tegen een tot een derde gerichte handeling die hem rechtstreeks en individueel raakt, door geen enkele bepaling afhankelijk gesteld van de voorwaarde, dat hij alle in het verzoekschrift geformuleerde grieven reeds gedurende de administratieve procedure heeft aangevoerd. Nu een dergelijke bepaling ontbreekt, kan het recht van die persoon om beroep in te stellen niet worden beperkt op de enkele grond dat hij gedurende de administratieve procedure opmerkingen had kunnen maken over een bij de inleiding van de procedure van artikel 93, lid 2, van het Verdrag bekendgemaakte en in de bestreden beschikking overgenomen beoordeling, doch dit niet heeft gedaan.

5 Om uit te maken of financiële steun aan een onderneming is aan te merken als staatssteun, kan worden uitgegaan van het criterium dat is gebaseerd op de mogelijkheden voor de steunontvangende onderneming om zich op de kapitaalmarkt de betrokken bedragen te verschaffen. Inzonderheid kan daarbij het criterium worden gehanteerd, of een particulier investeerder tot de betrokken transactie zou zijn overgegaan onder dezelfde voorwaarden, en zo niet, onder welke voorwaarden zulks mogelijk ware geweest.

Wat een lening tegen preferentieel tarief betreft, kan de Commissie terecht stellen, dat uitsluitend het verschil tussen de rente die zou zijn betaald indien het markttarief was toegepast, en de rente die werkelijk is betaald, als met de gemeenschappelijke markt onverenigbare steun moet worden aangemerkt, en niet het geleende bedrag.

De toepassing van het criterium van de particuliere investeerder maakt het bovendien voor de Commissie mogelijk te bepalen welke maatregelen ingevolge artikel 93, lid 2, van het Verdrag moeten worden genomen om de vastgestelde mededingingsdistorsies op te heffen en terug te keren naar de situatie die bestond vóór de betaling van de onwettige steun, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel. Hoewel geen principieel onderscheid kan worden gemaakt tussen het geval waarin een steunmaatregel wordt toegekend in de vorm van een lening, dan wel in de vorm van een participatie in het kapitaal, kan het, gelet op het evenredigheidsbeginsel, voor een uniforme toepassing van het criterium van de particuliere investeerder in elk van de twee gevallen, noodzakelijk zijn verschillende maatregelen vast te stellen met het oog op de opheffing van de vastgestelde mededingingsdistorsies en het herstel van de situatie die bestond vóór de toekenning van de onwettige steun.

Het evenredigheidsbeginsel verlangt, dat ter verzekering van een gezonde mededinging op de interne markt de nodige maatregelen worden vastgesteld, mits deze zo weinig mogelijk ingaan tegen de bevordering van een harmonische en evenwichtige ontwikkeling van de economische activiteit binnen de gehele Gemeenschap.

Nu een kapitaalinbreng een definitieve overdracht is, en een lening moet worden terugbetaald en dus slechts tijdelijk ter beschikking wordt gesteld, verlangt het evenredigheidsbeginsel in principe dat in de twee gevallen verschillende maatregelen worden vastgesteld. In het geval van een participatie in het kapitaal, kan de Commissie ervan uitgaan, dat de intrekking van het toegekende voordeel de teruggave van de kapitaalinbreng impliceert. Gaat het daarentegen om een lening, dan kan de Commissie, indien het concurrentievoordeel bestaat in het toegekende preferentiële tarief en niet in de waarde zelf van het ter beschikking gestelde kapitaal, in plaats van zonder meer de teruggave van de hoofdsom te gelasten, de toepassing opleggen van de rentevoet die onder normale marktvoorwaarden zou zijn toegepast, alsmede de teruggave van het verschil tussen de rente die onder dergelijke voorwaarden zou zijn betaald en de rente die werkelijk is betaald op basis van het toegekende preferentiële tarief.

6 De door artikel 190 van het Verdrag geëiste motivering moet de redenering van de gemeenschapsinstelling die de handeling heeft verricht, duidelijk en ondubbelzinnig tot uitdrukking doen komen, zodat de belanghebbenden de rechtvaardigingsgronden van de genomen maatregel kunnen kennen teneinde hun rechten te verdedigen, en de gemeenschapsrechter zijn toezicht kan uitoefenen. Het is evenwel niet noodzakelijk, dat alle relevante gegevens, feitelijk en rechtens, in de motivering worden gespecificeerd, aangezien bij de vraag of de motivering van een besluit aan de vereisten van artikel 190 van het Verdrag voldoet, niet alleen acht moet worden geslagen op de tekst ervan, doch ook op de context waarin het is genomen, en op het geheel van rechtsregels die de betrokken materie beheersen.

De Commissie is niet verplicht in de motivering van haar beschikkingen inzake de toepassing van de mededingingsregels haar standpunt te bepalen ten aanzien van alle argumenten die de belanghebbenden inroepen. Zij kan volstaan met een uiteenzetting van de feiten en rechtsoverwegingen die in het bestek van haar beschikking van wezenlijk belang zijn.

Wanneer dit beginsel wordt toegepast op de kwalificatie van een steunmaatregel, volgt daaruit dat moet worden medegedeeld op welke gronden volgens de Commissie de betrokken steunmaatregel binnen de werkingssfeer van artikel 92, lid 1, van het Verdrag valt.

Top